Zorg lijdt nauwelijks onder val DSB Bank

Zorginstellingen hoeven door het faillissement van de DSB Bank niet in de problemen te komen. Alleen de sportgeneeskundigen in Zwolle zitten in de rats.

Of en hoeveel zorginstellingen zaken doen met de DSB Bank is onbekend bij het ministerie van VWS. Om de eventuele risico’s van de kredietcrisis in beeld te brengen, liet het ministerie eind vorig jaar de ‘Quick Scan inventarisatie banktegoeden en financieringsbehoefte algemene ziekenhuizen’ uitvoeren. Volgens woordvoerder Lilian Jansen is daarbij alleen gekeken naar risicovolle betrekkingen tussen ziekenhuizen en de – inmiddels omgevallen – Lehman bank en met de IJslandse banken. ‘Wij hebben uit die quickscan geen gegevens over risicovolle banden met de DSB Bank.’

In principe zijn zorginstellingen goed gewapend tegen bankfaillissementen, aldus Jansen. Volgens de VWS-woordvoerder heeft het kabinet een aantal maatregelen getroffen die zorginstellingen probleemloos door de kredietcrisis moeten loodsen. ‘In juni heeft het kabinet een “investeringsimpuls” van 320 miljoen euro beschikbaar gesteld voor zorginstellingen met financieringsproblemen. En verder gaat eind deze maand de garantieregeling in werking. De staat stelt zich voor 50 procent garant voor bouwleningen tot 50 miljoen euro.’

Een van de weinige artsen die wél direct zijn getroffen door het DSB-debacle is sportarts Gee van Enst. Hij leidt de afdeling sportgeneeskunde in de Zwolse Isala klinieken. Van Enst heeft zowel de marathonschaatsers als de langebaanschaatsers van de DSB-ploeg onder zijn hoede. ‘Het faillissement van de DSB Bank heeft zowel voor het ziekenhuis als voor mij persoonlijk ingrijpende consequenties’, zegt Van Enst. De medische begeleiding van de schaatsers was deels ondergebracht in een contract met het ziekenhuis en kwam deels voor rekening van Van Enst zelf. ‘Ik denk dat ikzelf honderd dagen per jaar in de DSB-ploeg stak. Het ziekenhuiscontract behelsde nog eens dertig dagen werk. En dat is dan nog exclusief laboratoriumonderzoek en inspanningstesten en dergelijke.’
Van Enst verbleef vorige week met de schaatsers in Erfurt toen het DSB-drama zich voltrok. ‘Dat was wel even spannend. Onze pasjes waren geblokkeerd en we moesten maar zien hoe we het hotel en de terugreis betaalden.’

Inmiddels maakt hij zich niet al te grote zorgen om de toekomst. ‘Het ergste dat kan gebeuren is dat de rekeningen van mij en van het ziekenhuis niet worden betaald. Verder kan ik gewoon aan het werk blijven, ik was immers niet in dienst van DSB. Wat dat betreft zijn de schaatsers slechter eraan toe. Die waren wel in dienst van de bank en sommigen hebben er ook hun hypotheek.’ Toch komt ook dat weer goed, weet de sportarts. ‘Ook bij mij hebben zich alweer geïnteresseerde partijen gemeld die de sponsoring willen overnemen.’ RC

Lees ook

• Kredietcrisis werkt negatief op zorg
• Geen dreun maar een tikje
• LDD-huisartsen voor 15.000 het schip in