Verloren voor de medische stand (2)

In een interview stelt Paul Herfs dat zeker drie faculteiten buiten de nieuwe assessmentprocedure om buitenlandse artsen toelaten tot de geneeskundestudie (MC 14/2009: 590). UMC’s zouden op deze manier de assessmentprocedure proberen te omzeilen, omdat zij, aldus Herfs, geen vertrouwen hebben in dit systeem. Hij zegt dit zonder verdere onderbouwing. Merkwaardig, omdat de examencommissies van alle UMC’s per brief unaniem vertrouwen in de nieuwe procedure hebben uitgesproken.

Nader onderzoek leerde dat Herfs in het interview doelde op de UMC’s in Groningen, Nijmegen en Rotterdam. Die UMC’s laten evenwel geen buitenlandse artsen toe buiten de
assessmentprocedure om. Wel worden buitenlandse studenten toegelaten, maar dat staat los van buitenlandse artsen die een BIG-registratie willen.

Herfs zou dit kunnen en moeten weten. Onze conclusie: Herfs’ beweringen zijn op dit punt onjuist en hij stelt hiermee een zorgvuldig opgezette en wetenschappelijk onderbouwde toelatingsprocedure onterecht in een kwaad daglicht.

Dit is wrang omdat deze procedure op uitdrukkelijk verzoek van de politiek werd ingevoerd met als uitgangspunten een transparante, in tijdsduur beperkte en voor iedere buitenlandse arts gelijkwaardige
procedure met een objectieve toetsing en een individueel advies op maat. Dit kan zijn ofwel directe BIG-registratie ofwel aanvullende opleiding waarbij de inhoud wordt bepaald door de Commissie Buitenslands Gediplomeerden Volksgezondheid (CBGV) op grond van de uitkomsten van het assessment.

In de nieuwe procedure kunnen wellicht nog verbeteringen worden doorgevoerd. Maar het op onjuiste gronden proberen de procedure in diskrediet te brengen – en Herfs wekt de indruk dat te doen – is schadelijk en onterecht.

Nijmegen, mei 2009

Namens de CBGV:

dr. C.T. Postma, UMC St Radboud,

prof. dr. A.A. Gramsbergen, UMC Groningen,

dr. J.W. Groothoff, AMC en

drs. J.M. Visser, VUMC