Veel specialisten zitten in een passend beroep (2)

Met enige verbazing en ook wel schrik las ik de uitkomsten van uw enquête onder artsen (MC 35/2007:1400). De titel stelt dat de meerderheid van de specialisten in een passende functie werkt, maar de resultaten spreken andere taal: bijna twee derde werkt in een specialisme dat níet past bij hun voorkeur. Zelfs niet bij de top drie van voorkeuren. Natuurlijk zijn er kanttekeningen bij die enquête te plaatsen. Maar toch.

Veel basisartsen accepteren overbelasting van ellebogen en knieën, om van andere offers maar te zwijgen, als prijs om de zo felbegeerde specialisatie te bereiken. Toch zijn er aanwijzingen dat zij terechtkomen in een specialisme dat helemaal niet bij hun past. Als bedrijfsarts, het specialisme dat niemand wil maar velen toch beoefenen, weet ik hoe belangrijk het is om de juiste persoon op de juiste plek te laten werken.

Denkend aan artikelen over attitudeproblematiek en burn-out onder artsen, denkend aan hetgeen ik menig jaargenoot heb zien incasseren (en uitdelen) om in opleiding te komen, lijkt het me voor alle partijen (patiënten inclusief) veel beter als na twaalf jaar opleiding iemand terechtkomt in het specialisme dat bij zijn voorkeur past.

Arnhem, september 2007

Rinus Ouwens, bedrijfsarts