Tussen hamer en aambeeld (3)

CTG-voorzitter Rob Scheerder beschrijft in het interview ‘Tussen hamer en aambeeld’ (MC 24/2001: 924) dat huisartsen praktisch niet met terugwerkende kracht kunnen worden betaald.

Huisartsen willen betaling per 1 januari 2001, maar de besluitvorming werd onnodig vertraagd. Deze vertraging was voor zes maanden te wijten aan het wachten op een rapport-Tabaksblat met de suggestie dat deze commissie voorstellen zou doen omtrent de financiën van de huisarts. Na enige tijd bleek dat de commissie niet de bevoegdheid had om over de feitelijke hoogte te beslissen. De heer Scheerder liet dit bericht onder de huisartsen verspreiden. Het rapport kwam in grote lijnen overeen met dat van de commissie-Biesheuvel van een aantal jaren geleden. De kosten bleven echter doorgaan en de huisartsen hadden dus letterlijk voor niets gewacht.

In het CTG-stuk ‘Beleidsregelwijzigingen huisartsenhulp (ziekenfonds en particulier) (kamer 5) (CTG A 01-31-e1) dd. 23 mei wordt onder punt 5.5 een en ander zorgvuldiger geformuleerd. Hier staat: ‘Voor de particuliere verzekeraars is terugwerkende kracht niet te effectueren. Wat technisch wel kan is een latere ingangsdatum in het tarief ten opzichte van de beleidsregel via een toeslag naar de toekomst te verrekenen.’

Deze optie is een mogelijkheid die voor huisartsen redelijk is. In het stuk wordt de afwijzing gemotiveerd door te wijzen op de voorzienbaarheid door het CTG. Aangezien Scheerder zelf via e-mail op 30 oktober 2000 heeft laten weten reeds te beschikken over het document, lijkt dit argument niet sterk.

Groningen, juni 2001