Laatste nieuws
S.J. Matthijsen
2 minuten leestijd

Toetsing van euthanasie (3)

Plaats een reactie

Prof. dr. H.J.J. Leenen wil dat de toetsing van euthanasie opnieuw wordt bezien nu SCEN (Steun en Consultatie bij Euthanasie Nederland) grote aantallen artsen opleidt tot consulent (MC nr. 31-32/2000; blz. 1090). Leenen onderzoekt echter niet de consequenties wanneer de SCEN-functie van consultatie van artsen wordt uitgebreid met het nieuwe toetsingsvereiste: de verklaring van de SCEN-arts die moet fungeren als een waarborgkeurmerk. Deze extra taak en functie-uitbreiding zullen ontegenzeggelijk de consultatieve taak van de arts beïnvloeden. Het goede van het SCEN-project is dat artsen een bepaalde deskundigheid wordt aangeleerd en dat er een consultatie op afstand plaatsvindt in plaats van consultatie van (bevriende) collega’s. Loyaliteit staat altijd op gespannen voet met objectiviteit.


Het SCEN-project staat ten dienste van de behandelend arts. Wanneer de SCEN-arts de formele bevoegdheid heeft om een verklaring af te geven en de behandelend arts niet bereid is de consultatie van de SCEN-arts in te roepen, is het niet ondenkbeeldig dat de patiënt rechtstreeks een verzoek zal doen om een dergelijke verklaring te krijgen. De behandelend arts kan dan hiermee worden geconfronteerd. De vraag is ook of de belangstelling onder artsen voor het SCEN-project in dat geval niet afneemt. Komt de uiteindelijke verantwoordelijkheid dan bij de SCEN-arts te liggen en niet meer bij de behandelend arts?


De scheiding van consultatie en feitelijke toetsing zal de onbevangenheid en vrijheid van de consulent beïnvloeden. De consulent zal verstrikt kunnen raken in verschillende belangen. Het is juist deze scheiding van behandeling/consultatie en verklaring/toetsing die als een verrijking van het medisch handelen wordt gezien. Het is dan ook des te opvallender dat in het streven naar een ‘goede’ regelgeving voor euthanasie deze scheiding binnen het medische metier weer wordt opgeheven.


Uitgangspunt voor elke goede regelgeving is en blijft, zoals de ministers Korthals (Justitie) en Borst (Volksgezondheid) op Kamervragen antwoordden, dat euthanasie geen recht is van de patiënten. Dit is de grondslag waarop euthanasie ook geen plicht is van artsen. Het is geen plicht omdat het in beginsel geen medische handeling is. Elke goede regelgeving moet derhalve ook voldoen aan het criterium dat de arts formeel-inhoudelijk kan weigeren en niet op grond van gewetensbezwaren.


Het ziet ernaar uit dat uitbreiding van de SCEN-activiteiten met bovengenoemde verklaring niet aan dat criterium voldoet, omdat euthanasie volgens Leenen dan ook consequent als een zelfstandige doodsoorzaak wordt erkend. Wanneer euthanasie een zelfstandige doodsoorzaak wordt, heeft een patiënt immers recht op deze behandeling en zal de arts niet meer op inhoudelijk medische gronden kunnen weigeren. Leenens voorstel houdt dan ook meer implicaties in dan op het eerste gezicht lijkt.


Zeist, augustus 2000


Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.