Service mag wat kosten
Plaats een reactieLex Linsen omschrijft (MC 17/2009: 749) de beleving van een zorgvrager in het proces om een hulpvraag beantwoord te krijgen. Al eerder heb ik in dit tijdschrift aangegeven dat zorgverleners niet mogen verwachten dat de zorgvrager begrijpt hoe wij willen dat zij met ons systeem omgaan. De benadering die Linsen voorstelt, is patiëntgericht en reëel.
De gedachtegang dat meer huisartsen aan het begin uiteindelijk aan het eind een vermindering opleveren en daarmee een goed evenwicht geven, toont lef en ondernemingvisie. De aanname dat elke huisartsintake en triagedeskundige is, vind ik echter gewaagd. Het idee om alle acute zorg eerst via de eerste lijn te laten verlopen, is volgens mij niet wenselijk.
De patiënt wordt een eerlijke keuze gegeven. Binnen kantoortijden naar een goed bereikbare, efficiënt werkende huisarts. Buiten kantoortijden zal de extra service die wordt geboden aan de minder urgente patiëntencategorieën direct worden doorberekend aan de zorgvrager. In ruil daarvoor kan die dan wel gebruikmaken van een goed georganiseerd en patiëntgericht systeem. Goede communicatie is hierbij essentieel, de patiënt mag niet gestraft worden voor zijn timing.
Deze visie zou volgens mij ook op de inrichting van de SEH van toepassing moeten zijn. Ook hier zou de zorg voor minder urgente categorieën altijd toegankelijk en servicegericht moeten zijn, met als tegenprestatie een eigen bijdrage die de patiënt direct moet afrekenen.
Kortom, ook voor de SEH-organisatie in Nederland is een dergelijke constructie gewenst. Zoals altijd zal ook hier het zorgdeclaratiesysteem zich flexibel moeten tonen om dit soort initiatieven mogelijk te maken. Helaas is dat een utopie. Service én vergoeding zijn de sleutel.
Beverwijk, mei 2009
Maarten Kok, SEH-arts
- Er zijn nog geen reacties