Seks met patiënten (2)

Bij de recente berichten over seks tussen huisartsen en patiënten wil ik enkele kanttekeningen maken.

Uit een onderzoek bij 977 huisartsen zijn 32 seksuele contacten met patiënten naar voren gekomen. De minister spreekt van een hoog getal, waarbij hij er als vanzelfsprekend van uitgaat dat het om meer artsen gaat. Een ongefundeerde en voor veel ophef zorgende uitspraak van de voor gezondheidszorg verantwoordelijke bewindsman. De onderzoekers stellen zelfs dat de bevindingen overeenkomen met vergelijkbaar onderzoek en dat de garantie van strikte anonimiteit de betrouwbaarheid van de antwoorden heeft verhoogd.

Zonder afbreuk te doen aan de uitkomst van het onderzoek, lijkt enige relativering op zijn plaats.

Uit de Tweede Nationale Studie (na te lezen op de website van het NIVEL) kan men de volgende cijfers distilleren: De gemiddelde huisarts heeft 2500 patiënten, die hij 3,15 keer per jaar fysiek ziet (consulten en visites). Dat betekent 7880 fysieke patiëntcontacten per huisarts per jaar. Voor onze 977 huisartsen wordt dat 7.698.760 keer.

De vraag in het onderzoek was of de huisarts ooit (en niet jaarlijks) een seksueel contact met een patiënt had gehad. Meer dan de helft van groep is langer dan twintig jaar werkzaam als huisarts. Laten we hier uitgaan van gemiddeld tien jaar praktijkvoering. Het aantal seksuele contacten is dan 32 op ongeveer 77 miljoen consulten en visites. Dit lijkt dus eerder een zeldzaamheid.

Op basis van deze cijfers wil de minister de huisartsen aanspreken op hun seksuele moraal. Je zou ook uit deze cijfers kunnen lezen dat de beroepsethiek van huisartsen tot de hoogste behoort. De Nederlandse huisarts is een betrouwbaar instituut dat niet moet worden geschaad door ongefundeerde berichtgeving.

Den Haag, mei 2004