Laatste nieuws
Sophie Broersen
3 minuten leestijd
Wetenschap

SARS-achtig virus verder ontrafeld

Plaats een reactie

Een nieuw coronavirus is opgedoken in het Midden-Oosten. Virologen uit Rotterdam analyseren het SARS-achtige virus. Gezondheidsautoriteiten in het Midden-Oosten staan niet te springen om meer onderzoek naar het virus te doen.

Het virus is voluit het ‘humane coronavirus-Erasmus Medisch Centrum’ genoemd, oftewel hCoV-EMC. Een virus waaraan in ieder geval negen van de vijftien bekende besmette patiënten zijn overleden. Het doet denken aan SARS, de luchtweginfectie die ook werd veroorzaakt door een coronavirus, waar in 2003 honderden mensen aan overleden.


Viroloog Bart Haagmans is een van de auteurs van een studie die deze week in Nature verschijnt, over waar dit nieuwe virus op ingrijpt. Haagmans: ‘We kregen van een oplettende viroloog in Saoedi-Arabië een sputumkweek van een patiënt die was overleden aan een lagere luchtweginfectie. Wij konden vervolgens aantonen dat het ging om een nieuw coronavirus. Nu is het zaak om in te schatten waar we mee te maken hebben, door te analyseren waar het virus aan gerelateerd is, of het daadwerkelijk geassocieerd kan zijn met ziekte in mensen en voor welke celtypes het de voorkeur heeft. Als je dat kunt duiden, kun je nauwkeuriger zeggen welke organen aangedaan kunnen raken. In dit geval zijn dat de lagere luchtwegen.’ Verder blijkt dat de bron van het virus mogelijk vleermuizen zijn. Net als bij SARS.


Dat is belangrijke informatie, maar zegt verder nog niets over waar dit virus zich momenteel schuil houdt. Haagmans: ‘We weten niet hoe groot het probleem is. Daarvoor zou in de landen waar het virus vandaan komt, meer gescreend moeten worden.’ Tot nu toe zijn in Saoedi-Arabië, Jordanië, Qatar en Groot-Brittannië bij elkaar vijftien gevallen ontdekt.


Van de Britse casussen gaat het onder andere om een patiënt die door Pakistan en het Midden-Oosten had gereisd, de andere gevallen waren familieleden die waarschijnlijk door de reiziger zijn besmet. Kortom: genoeg reden om meer onderzoek te doen in het Midden-Oosten, maar dat ligt gevoelig, vertelt Haagmans: ‘Vorig jaar wilde Saoedi-Arabië de infecties doodzwijgen. De hadj [islamitische pelgrimstocht naar Mekka, red.] kwam eraan, men wilde geen onrust. Nog steeds ligt het gevoelig. De naam van het virus zou hCoV-SA worden, naar het land van eerst bekende infectie. Daar is tegen geprotesteerd, vandaar dat wij nu de naamgevers zijn. Men wil niet geassocieerd worden met een gevaarlijk virus. De economische gevolgen kunnen enorm zijn, kijk maar naar China, ten tijde van SARS, of Mexico, in de periode van de Mexicaanse griep.’


Het gevaar van die houding is wel dat het virus zich gemakkelijker kan verspreiden, zegt Haagmans: ‘In China wilde men aanvankelijk ook niets weten van SARS. Pas op het moment dat het Hongkong bereikte, werd er meer over bekend, en konden we patiënten tijdig identificeren en isoleren. Dat werkte zo goed dat we dat virus inmiddels niet meer terugzien.’ Het geluk van SARS, en waarschijnlijk ook van dit nieuwe virus, is dat het de lagere luchtwegen infecteert. Iemand moet al behoorlijk ziek zijn, wil hij een ander kunnen besmetten. Dit in tegenstelling tot gewone seizoensgriep, waarbij besmetting al kan optreden nog voor de patiënt symptomen heeft.


In Nederland zijn nog geen besmettingen met het hCoV-EMC bekend. Enige oplettendheid is wel op zijn plek, vindt Haagmans: ‘Patiënten die recentelijk in het Midden-Oosten zijn geweest en een onbegrepen ernstige lagere luchtweginfectie hebben; denk bij hen aan dit nieuwe virus.’


Sophie Broersen

Nature 2013, doi: 10.1038/nature12005

Lees ook:






Wetenschap
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.