Rol SCEN-arts te ruim opgevat (3)

De SCEN-arts zal een duidelijke triage moeten doen zoals ook in de richtlijnen voor SCEN-artsen staat (MC 15/2011: 939). Dan wordt duidelijk of het om een consultatie gaat. Er is dan ook een ‘opvoedende’ rol weggelegd voor de SCEN-arts.

Een ander probleem is dat we steeds meer parttime huisartsen krijgen die niet zo vaak met een SCEN-arts te maken hebben. Er moet daarom meer nascholing komen op lokaal niveau – dichtbij de huisarts in hagro-verband. Ik kan me voorstellen dat er SCEN-artsen zijn die regionaal bijvoorbeeld om de twee jaar hagro’s bezoeken om te inventariseren waar de problemen liggen. Ook regionale toetsingscommissies zouden zo’n rondje kunnen maken bij SCEN-groepen.

Het totaal aantal euthanasiegevallen neemt toe en dus ook de SCEN-consultaties. In 2008 waren er 2331 meldingen van euthanasie en hulp bij zelfdoding, in 2009 2636, in 2010 3114 en men verwacht in 2011 3280 meldingen.

We weten niet om hoeveel SCEN-consultaties het zal gaan. Mede gezien de belasting naast de gewone huisartsenpraktijk zijn meer SCEN-artsen nodig.

Ook is er behoefte aan meer uniformiteit in SCEN-verslagen zodat duidelijker wordt waaraan moet worden voldaan. Zo vind ik een biografie belangrijk, maar daarvan zie je zelden iets in een SCEN-rapport terug.

Om het gebrek aan kennis en misschien ook de angst te illustreren het volgende voorbeeld.

Een huisarts vindt dat er aan alle eisen voor euthanasie voldaan is. Ze stelt dat de patiënt niet depressief is, maar roept een psychiater in consult om zich ‘in te dekken’. Daarna komt de SCEN-arts. Feitelijk was de constatering ‘niet depressief’ van de huisarts en van de SCEN-arts al voldoende geweest.

Drunen, april 2011

W.G.P. Mulder, huisarts en SCEN-arts

• Meer brieven