‘Ras’ en etniciteit registreren in de zorg: een precaire kwestie
Ondeugdelijke categorisering kan leiden tot onjuiste conclusies
7 reactiesOp tal van plaatsen in de zorg wordt van patiënten hun herkomst en etniciteit genoteerd. Dit is misleidend: binnen een etnische groep zijn verschillen vaak groter dan tussen groepen, en relevante gezondheidsverschillen hangen veelal samen met sociaal-economische verschillen, terwijl onterecht een biologisch verband wordt gesuggereerd.
In Nederland is de discussie over het gebruik van etniciteit en ‘ras’ in wetenschappelijk onderzoek en zorgregistratie weer relevant. Om sociale oorzaken van gezondheidsverschillen in beeld te krijgen, gebruiken wetenschappers etniciteit en ras soms als biologische concepten, maar veelal zonder kritische reflectie op die begrippen.
Het debat in Nederland beperkt zich vooral tot een gesprek over respectvol en politiek correct taalgebruik ten aanzien van raciale of etnische categorieën. Hierdoor wordt de discussie over het gebruik van etniciteit en ras gereduceerd tot een taalkundig probleem, terwijl onderbelicht blijft dat dergelijke categorieën sociale constructen zijn en gezondheidsverschillen tussen groepen vooral berusten op sociale ongelijkheid.
Uitdagingen
Het idee dat de wereldpopulatie is te vangen in een aantal raciale/etnische categorieën doet geen recht aan de diversiteit van de menselijke populatie. Bovendien: een wetenschappelijk onderbouwd systeem om dergelijke diversiteit in kaart te brengen bestaat niet. Dergelijke categorisatie wordt overigens met de beste bedoelingen gedaan, namelijk om risicogroepen te identificeren en passende interventies te zoeken. Toch willen wij, aan de hand van voorbeelden uit de geboortezorg, de uitdagingen laten zien die verbonden zijn aan het gebruik van etnische en raciale categorieën, en hoe dit – ondanks de goede intenties – kan leiden tot stigmatisering, simplificatie, en soms zelfs mogelijk slechtere gezondheidsuitkomsten.
Soms moet voor iedere zwangere de etniciteit zelfs meerdere keren worden ingevuld
Geboortezorg
In de Nederlandse geboortezorg wordt de categorie etniciteit regelmatig toegepast in onderzoek naar oorzaken van ziekte en sterfte. Hiervoor worden vaak registratiedata gebruikt van Perined, de nationale registratiebank voor zwangerschappen en bevallingen. Perined volgt daarbij de door de zorgverleners voorgestelde lijn van registreren. Etniciteit wordt ‘aan de bron’ geregistreerd, maar door de jaren heen zijn verschillende termen gehanteerd in de diverse informatiesystemen. Landen en continenten van herkomst en soms onduidelijke etnische categorieën worden door elkaar gebruikt (zie figuur 1). In sommige elektronische dossiers die verloskundigen gebruiken, moet voor iedere zwangere de etniciteit zelfs meerdere keren worden ingevuld, met aanvinken van steeds andere subcategorieën (zie figuur 2).
Het is dan aan de zorgverlener om in te vullen wat bijvoorbeeld ‘creools’ betekent en welke zwangeren in deze categorie vallen. Er is geen validatieonderzoek naar deze categorieën. Het protocol ‘Classificering van etniciteit in de verloskundige zorg’ van de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV) biedt weinig steun: meerdere landen worden gereduceerd tot één etnische categorie zonder verklaring of omschrijving, waardoor de heterogeniteit binnen deze categorie groot is. Het gevolg is dat ondanks de tijdrovende inspanning van de zorgverlener, in rapportages vaak niet verder kan worden gespecifieerd dan bijvoorbeeld de categorie ‘westers’ versus ‘niet-westers’, of ‘Kaukasisch’ versus ‘niet-Kaukasisch’. Hierdoor blijft onduidelijk over welke groepen de onderzoeksresultaten feitelijk gaan of welke oorzaken ten grondslag kunnen liggen aan gezondheidsverschillen. Daadwerkelijke zorgverbetering is op basis van zulke beperkte conclusies nauwelijks mogelijk.
Voorspellingsmodel
Het moge duidelijk zijn dat de onduidelijkheden omtrent het registreren van de etnische categorieën in de geboortezorg niet bijdragen aan hoge kwaliteit van de beschikbare data. Toch worden ze gebruikt in richtlijnen en algoritmen voor de geboortezorg in Nederland. In de Expect-calculator, bijvoorbeeld, een voorspellingsmodel voor het risico op pre-eclampsie, diabetes gravidarum, vroeggeboorte, macrosomie en foetale groeibeperking is etniciteit één van de variabelen, met de subcategorieën ‘Kaukasisch’, ‘negroïde’, ‘Aziatisch’, ‘Hindoestaans’ en ‘mixed’. Waarom nou juist deze groepen gekozen werden, en op welke individuen de voorspellingen nou precies van toepassing zijn, blijft ongewis.
Etniciteit wordt gebruikt in wetenschappelijk onderzoek binnen de geboortezorg. Maar de complexiteit van het begrip wordt momenteel lang niet altijd adequaat geduid in de wetenschappelijke verslaglegging. Limitatiesecties zouden duidelijk moeten maken dat de uitkomsten van dergelijk onderzoek slechts beperkte geldigheid hebben. De huidige werkwijze, waarin categorieën niet worden voorzien van robuuste omschrijvingen en zorgverleners worden geacht patiënten te categoriseren zonder adequate instructie, gaat de complexiteit van diversiteit uit de weg. Dit kan leiden tot onjuiste conclusies en inadequate zorg.
Inleiding bevalling
Een voorbeeld hiervan, afkomstig uit het Verenigd Koninkrijk, was de herziene richtlijn Inleiding van de baring van het National Institute for Health and Care Excellence (NICE). Daarin werd aan alle zwangeren met een ‘black’, ‘Asian’ of ‘minority ethnic family background’ (BAME) geadviseerd bij 39+0 weken amenorroeduur een inleiding van de bevalling te overwegen, omdat deze zwangeren slechtere zwangerschapsuitkomsten zouden hebben. Deze slechtere uitkomsten zijn echter het resultaat van het samenkomen van allerlei factoren. Het advies om de bevalling van élke zwangere in één van deze categorieën in te leiden is een reductie van die complexiteit, en leidt tot onnodige medicalisering en oplopende zorgkosten, enkel op basis van een onduidelijk en veralgemeniseerd etnisch label. Na veel kritiek is deze aanbeveling dan ook verwijderd. Iets soortgelijks gebeurde in het algoritme voor vaginale baring na een keizersnede in het Verenigd Koninkrijk. Deze twee voorbeelden laten bovendien zien hoe het gebruik van etnische categorieën kan leiden tot simplificatie die mogelijk leidt tot stigmatisering van etnische groepen als ‘ongezond’.
Veel overlap
Hoe verder met etnische categorieën in onderzoek en zorg? Het is klinisch waarneembaar dat diabetes vaker voorkomt bij mensen met een Zuid-Aziatische afkomst, hypercholesterolemie bij een Europese afkomst, en hypertensie bij een Sub-Sahara-Afrikaanse afkomst. Maar er is veel overlap tussen groepen in het vóórkomen van deze aandoeningen en bovendien zijn deze groepen slecht wetenschappelijk te definiëren. Daarom gaan er in de wetenschap toenemend stemmen op om etnische of afkomstcategorieën helemaal af te schaffen en alleen risicofactoren zoals bloedsuikerspiegel, cholesterol, bloeddruk, leeftijd, geslacht en sociaal-economische factoren zoals opleiding en inkomen in acht te nemen. Anderzijds leeft bij sommigen de zorg dat, wanneer dit gebeurt, de specifieke behoeften van bepaalde groepen (zoals vluchtelingen of andere ‘nieuwe’ migranten) onderbelicht blijven.
De huidige werkwijze kan leiden tot onjuiste conclusies en inadequate zorg
Een makkelijke oplossing is niet voorhanden. Als men ervoor kiest etnische of afkomstcategorieën te blijven gebruiken is het van groot belang deze eenduidig samen te stellen, bijvoorbeeld uitsluitend door zelfdefinitie, zoals veelal toegepast in de Verenigde Staten. Bovendien is het in deze tijd van doorgeschoten administratielast cruciaal om registratie aan de bron behapbaar en eenvoudig houden voor zorgverleners, na toestemming van de patiënt. Bij het gebruik van de data dient de beperking aangetekend te worden dat verschillen binnen etnische categorieën groter kunnen zijn dan die tussen de categorieën, en dat verschillen mede bepaald kunnen worden door sociaal-culturele en economische factoren, bejegening en geleverde zorg. Zo bleek substandaardzorg de belangrijkste oorzaak van de hogere maternale sterfte onder Nederlandse moeders met een afkomst uit Sub-Sahara-Afrika.
Met dit alles wordt het bestaan van biologische factoren die bijdragen aan gezondheidsverschillen tussen mensen van verschillende migratieachtergronden overigens niet ontkend. Echter, er is veelal een specifiekere definitie nodig van welke factoren of biologische kenmerken een associatie hebben met een bepaalde aandoening. Recent onderzoek laat bijvoorbeeld zien dat een hoge waarde van het enzym creatinekinase mogelijk een betere en preciezere verklaring vormt voor hoge bloeddruk en therapiefalen dan het hebben van Afrikaanse voorouders. Meer kennis van de pathofysiologie kan in de toekomst wellicht bijdragen aan een specifiekere en beter meetbare risicoschatting, onafhankelijk van een etnische categorie.
Sociale consequenties
In Nederland bestaan belangrijke gezondheidsverschillen tussen mensen met verschillende migratieachtergronden. Om deze verschillen te begrijpen en te verkleinen is het nodig oog te hebben voor de complexiteit van het begrip etniciteit en de sociale consequenties die er – ook in Nederland – vastzitten aan het hebben van een bepaald uiterlijk, geslacht of ander kenmerk. De etnische categorieën die momenteel worden gebruikt in bijvoorbeeld de geboortezorgregistratie in Nederland, maar ook in andere databases, zijn niet eenduidig en kunnen makkelijk leiden tot simplificatie en stigmatisering, waarbij het risico bestaat dat er onvoldoende oog is voor de diversiteit binnen de geclassificeerde groep, en voor de sociale consequenties en de mogelijke kansenongelijkheid verbonden aan het hebben van een bepaald uiterlijk, geslacht of identiteit.
De medicus practicus dient zich te realiseren dat etnische groepen niet zomaar op basis van genetische of biologische kenmerken zijn af te bakenen. Verschillen in uiterlijk, afkomst, huidskleur, geslacht of een willekeurig ander kenmerk, kunnen verregaande sociale consequenties hebben voor de al bestaande verschillen in onze samenleving. Een gebrek aan bewustzijn hieromtrent kan leiden tot privilege en inclusie enerzijds of stigmatisering en uitsluiting anderzijds, met mogelijke gevolgen voor de kwaliteit van geboden zorg en gezondheidsuitkomsten.
auteurs
Bahareh Goodarzi, promovenda op risicoselectie in de geboortezorg bij de afdeling Midwifery Science, AVAG/APH/VUmc/Amsterdam UMC
Alana Helberg-Proctor, postdoc fellow, Life Sciences & Society Lab, Centre for Sociological Research, KU Leuven
Lizzy Brewster, arts maatschappij + gezondheid
Thomas van den Akker, gynaecoloog-perinatoloog, LUMC, Leiden, professor global maternal health, Athena Instituut, Vrije Universiteit Amsterdam
contact
b.goodarzi@amsterdamumc.nl
cc: redactie@medischcontact.nl
Thomas van den Akker is bestuurslid van Perined maar schrijft op persoonlijke titel mee aan dit stuk.
Bronnen
Commissie Biotechnologie bij Dieren, Commissie Genetische Modificatie, Gezondheidsraad. Trendanalyse biotechnologie 2007. Kansen en keuzes. 2007 [cited 2021 Sep 28]. Via: https://www.gezondheidsraad.nl/documenten/adviezen/2007/06/07/trendanalyse-biotechnologie-2007---kansen-en-keuzes
Agyemang C, Richters A, Jolani S, Hendriks S, Zalpuri S, Yu E, et al. Ethnic minority status as social determinant for COVID-19 infection, hospitalisation, severity, ICU admission and deaths in the early phase of the pandemic: a meta-analysis. BMJ Glob Heal. 2021 Nov 5;6(11):e007433. Via: https://gh.bmj.com/lookup/doi/10.1136/bmjgh-2021-007433
Ansell DA, James B, De Maio FG. A call for antiracist action. N Engl J Med. 2022 Feb;
Ortega RP. Human geneticists curb use of the term ‘race’ in their papers. Sci Insid. 2021; Via: https://www.science.org/content/article/human-geneticists-curb-use-term-race-their-papers
Chadna N, Lim B, Kane M, Rowland B. Towards the abolition of biological race in medicine. Transforming clinical education, research, and practice. The Othering & Belonging institute at the University of California. 2020 [cited 2021 Dec 17]. Via: https://belonging.berkeley.edu/toward-abolition-biological-race-medicine-8
Ioannidis JPA, Powe NR, Yancy C. Recalibrating the use of race in medical research. JAMA. 2021;325(7):623. Via: https://jamanetwork.com/journals/jama/fullarticle/2775794
Gravlee CC. How race becomes biology: Embodiment of social inequality. Am J Phys Anthropol. 2009;139(1):47–57. Via: https://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1002/ajpa.20983
Foster MW. Race, ethnicity, and genomics: Social classifications as proxies of biological heterogeneity. Genome Res. 2002;12(6):844-50. Via: http://www.genome.org/cgi/doi/10.1101/gr.99202
Cerdeña JP, Plaisime M\V, Tsai J. From race-based to race-conscious medicine: How anti-racist uprisings call us to act. Lancet. 2020;396(10257):1125–8. Via: https://linkinghub.elsevier.com/retrieve/pii/S0140673620320766
Cockerham WC, Hamby BW, Oates GR. The social determinants of chronic disease. Am J Prev Med. 2017;52(1):S5–12. Via: https://linkinghub.elsevier.com/retrieve/pii/S0749379716304408
Braveman P, Gottlieb L. The social determinants of health: It’s time to consider the causes of the causes. Public Health Rep. 2014;129(1_suppl2):19–31. Via: http://journals.sagepub.com/doi/10.1177/00333549141291S206
Stronks K, Snijder MB, Peters RJG, Prins M, Schene AH, Zwinderman AH. Unravelling the impact of ethnicity on health in Europe: the HELIUS study. BMC Public Health. 2013;13(1):402. Via: http://bmcpublichealth.biomedcentral.com/articles/10.1186/1471-2458-13-402
Helberg-Proctor AEG. (Un)Doing Ethnicity: Analyses of the socio-scientific production of ‘ethnicity’ in health research in the Netherlands. Maastricht University; 2017. Via: https://cris.maastrichtuniversity.nl/en/publications/9e8268ad-c414-4b70-9348-bff321b8b631
Van Fenema E. In Nederland rust een taboe op etnische registratie. Med Contact. 2020; Via: https://www.medischcontact.nl/opinie/blogs-columns/column/in-nederland-rust-een-taboe-op-etnische-registratie.htm
Corette P. Registratie van etniciteit onder voorwaarden toegestaan. Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;(153):A337. Via: https://www.ntvg.nl/artikelen/registratie-van-etniciteit-onder-voorwaarden-toegestaan
Van den Muijsenbergh METC, Quarsie J, Burgers JS, Agyemang C. Onderscheid naar etnische afkomst. Hoe doen we dat in de gezondheidszorg? Ned Tijdschr Geneeskd. 2021;(165):D5445. Via: https://www.ntvg.nl/artikelen/onderscheid-naar-etnische-afkomst
Achterbergh L, Suurmond J, Linthorst G. Respectvol etnisch profileren in de zorg. Ned Tijdschr Geneeskd. 2019;(163):D2716. Via: https://www.ntvg.nl/artikelen/respectvol-etnisch-profileren-de-zorg/volledig
Rikkert MO, Eijsden P van, Smulders Y, Opstelten W. Onderscheiden zonder te discrimineren. Ned Tijdschr Geneeskd. 2021; Via: https://www.ntvg.nl/artikelen/onderscheiden-zonder-te-discrimineren#:~:text=Een goede dokter houdt rekening,altijd op een respectvolle wijze
Kallianidis A, Schutte J, Schuringa L, Beenakkers I, Bloemenkamp KWM, Braams-Lisman B, et al. Confidential enquiry into maternal deaths in the Netherlands, 2006-2018: A retrospective cohort study. Authorea. 2021; Via: https://www.authorea.com/users/391810/articles/505814-confidential-enquiry-into-maternal-deaths-in-the-netherlands-2006-2018-a-retrospective-cohort-study
Overtoom EM, Rosman AN, Zwart JJ, Vogelvang TE, Schaap TP, Akker T, et al. SARS‐CoV‐2 infection in pregnancy during the first wave of COVID‐19 in the Netherlands: A prospective nationwide population‐based cohort study (NethOSS). BJOG An Int J Obstet Gynaecol. 2021; Via: https://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1111/1471-0528.16903
Perined. Organisatie. [cited 2021 Sep 28]. Via: https://www.perined.nl/over-perined/organisatie
Goodarzi B, Perined. Mailwisselign Bahareh Goodarzi met Perined tussen 22 maart en 5 juli 2021. 2021.
Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verlsokundigen. Protocol classificering van etniciteiten in de verloskundige zorg. 2014. Via: https://www.knov.nl/serve/file/knov.nl/knov_downloads/2114/file/Protocol_Classificering_van_etniciteiten_in_de_verloskundige_zorg.pdf
Helberg-Proctor A, Meershoek A, Krumeich A, Horstman K. Ethnicity in Dutch health research: situating scientific practice. Ethn Health. 2016;21(5):480–97. Via: http://www.tandfonline.com/doi/full/10.1080/13557858.2015.1093097
Eskes M, Waelput AJM, Erwich JJHM, Brouwers HAA, Ravelli ACJ, Achterberg PW, et al. Term perinatal mortality audit in the Netherlands 2010–2012: a population-based cohort study. BMJ Open. 2014;4(10):e005652. Via: https://bmjopen.bmj.com/lookup/doi/10.1136/bmjopen-2014-005652
Latour B. Pandora’s hope: essays on the reality of science studies. Cambridge, Massachusetts: Harvard University Press; 1999.
EXPECT studie. [cited 2021 Sep 28]. Via: https://www.zwangerinlimburg.nl/
Helberg-Proctor A, Krumeich A, Meershoek A, Horstman K. The multiplicity and situationality of enacting ‘ethnicity’ in Dutch health research articles. Biosocieties. 2018;13(2):408-33. Via: http://link.springer.com/10.1057/s41292-017-0077-9
Welke omschrijving hanteert de EXPECT calculator voor etniciteit?. [cited 2021 Sep 28]. Via: https://www.zwangerinlimburg.nl/welke-omschrijving-hanteert-de-expect-calculator-voor-etniciteit
Helberg-Proctor A, M’charek A, Meesters E. ‘Ras’ speelt ten onrechte rol in klinische besluitvorming. Med Contact. 2019; Via: https://www.medischcontact.nl/nieuws/laatste-nieuws/artikel/ras-speelt-ten-onrechte-rol-in-klinische-besluitvorming.htm
National Institute for Health and Care Excellence. Inducing Labour (update). National Institute for Health and Care Excellence. 2021 [cited 2021 Sep 28]. Via: https://www.nice.org.uk/guidance/indevelopment/gid-ng10082/documents
Mahase E. Doctors question NICE recommendation to induce labour at 39 weeks in ethnic minority women. BMJ. 2021;n1711. Via: https://www.bmj.com/lookup/doi/10.1136/bmj.n1711
Vyas DA, Jones DS, Meadows AR, Diouf K, Nour NM, Schantz-Dunn J. Challenging the use of race in the vaginal birth after cesarean section calculator. Women’s Heal Issues. 2019;29(3):201-4. Via: https://linkinghub.elsevier.com/retrieve/pii/S1049386719300982
Grobman WA, Sandoval G, Rice MM, Bailit JL, Chauhan SP, Costantine MM, et al. Prediction of vaginal birth after cesarean delivery in term gestations: a calculator without race and ethnicity. Am J Obstet Gynecol. 2021; Via: https://linkinghub.elsevier.com/retrieve/pii/S0002937821005871
Brewster L. Registratie naar etniciteit maakt onderzoek naar sterfte mogelijk. Med Contact. 2020; Via: https://www.medischcontact.nl/nieuws/laatste-nieuws/artikel/registratie-naar-’etniciteit’-maakt-onderzoek-naar-oversterfte-mogelijk-.htm
Kallianidis AF, Schutte JM, Schuringa LEM, Beenakkers ICM, Bloemenkamp KWM, Braams‐Lisman BAM, et al. Confidential enquiry into maternal deaths in the Netherlands, 2006-2018. Acta Obstet Gynecol Scand. 2022;101(4):441-9.
Waelput AJM, Achterberg PW. Etniciteit en zorg rondom zwangerschap en geboorte: een verkenning van Nederlands onderzoek. Bilthoven; 2007.
Brewster LM, Haan YC, Zwinderman AH, van den Born BJ, van Montfrans GA. CK (Creatine Kinase) is associated with cardiovascular hemodynamics: the HELIUS Study. Hypertension. 2020;76(2):373-80.
Brewster LM, Van Valkengoed I, van Montfrans GA. African ancestry vs. creatine kinase to predict hypertension control: time for a change? Am J Hypertens. 2021;34(12):1264-8.
Lees ook:
C. Bakkum
Huisarts in opleiding, docent farmacotherapie, Zaandam
Regelmatig is afkomst een hele bruikbare voorspeller in de spreekkamer, denk bijvoorbeeld aan thalasemieën die voornamelijk voorkomen bij mensen (met voorouders) uit het Middellandse Zeegebied. De suggestie (die blijkbaar wordt opgewekt, al doen de a...uteurs hem zeker niet) dat dergelijke maten niet meer gebruikt mogen worden omdat ze politiek incorrect zouden zijn roept bij veel collegae weerstand op. De aangehaalde literatuur die betoogt om etnische classificaties te vervangen door biologische maten als bloedsuikerspiegel of leeftijd snijdt onvoldoende hout. Als afkomst - bovenop deze maten (of als filter ter selectie van patiënten) - namelijk leidt tot een preciezere achterafkans, dan zijn we toch gek om dit niet te gebruiken? Het valt zelfs te beargumenteren dat het schadelijk is om afkomst in dat geval niet mee te wegen.
Dat wil niet zeggen dat de auteurs geen gelijk hebben. Natuurlijk is het bepalen van etniciteit enorm complex, en staat de registratie in de praktijk mijlenver af van de registratie in de oorspronkelijke onderzoeken (zeker als het gaat om buitenlandse onderzoeken). Natuurlijk gebruiken we een groepsgemiddelde om een heterogene groep over één kam te scheren, en is het dus maar zeer de vraag wat de voorspellende waarde is voor de individuele patiënt. Natuurlijk kunnen deze classificaties stigmatiserend zijn en daardoor bestaande ongelijkheid versterken.
Dit alles ontstaat niet doordát we etnische classificaties gebruiken, maar door hoe we dat doen. De complexiteit laat zich niet vangen in een enkele regel richtlijnadvies of een selectiemenu in het informatiesysteem (of drie verschillende). Clinici moeten zich ervan bewust zijn dat etnische classificaties heel gevoelig zijn voor bias door bijvoorbeeld sociaaleconomische verschillen, omgeving, dieet en (nog) onbekende factoren. Dat geldt in de ene situatie (ras als voorspeller voor reactie op antihypertensiva) meer dan de andere (afkomst als voorspeller voor hemoglobinopathieën). Het is – en wordt maatschappelijk gezien steeds meer – belangrijk om hier onderwijs en nascholing over te ontwikkelen. Richtlijncommissies moeten ervoor waken om ras of etniciteit niet (onbedoeld) te presenteren als biologische of universeel toepasbare factoren.
J.M. Keppel Hesselink
pijnarts, Bosch en Duin
We zijn enorm de weg kwijt aan het raken met al deze politieke 'correctheid'.
Als iemand van negroide afkomst is maakt het enorm uit wat voor antihypertensiva je voorschrijft. Ik citeer maar even de JAMA van eerder dit jaar, opdat we meteen begrijp...en wat een nonsense het is om etnische afkomst en 'ras' niet meer te noteren: "For the first time in its history, the Eighth Joint National Committee (JNC-8) published hypertension guidelines that varied depending on patient race, with different treatment recommendation for Black and non-Black patients."
Ik herinner me nog goed de colleges antropologie waar we schedel metingen mochten uitvoeren bij verschillende rassen. En dan normaal curves maken, waardoor je meteen zag en begreep dat er biologische verschillen waren, die gewoon simpel meetbaar waren. En enkele decaden eerder schreven wetenschappers hele encyclopedieën vol over de typen en de karakteristieken van verschillende rassen binnen de mensheid. Dat is nu politiek niet correct meer blijkbaar. Toch boeiend dat hele volksstammen van geleerden zich toen daarmee bezig hielden. Blijkbaar was er toch wat te meten en consensus over hoe dat te meten was.
Ik denk dat we inmiddels behoorlijk doorgeslagen zijn, om de wildcard 'stigmatisering' steeds weer uit te spelen. Verschillen tussen rassen zijn biologisch verankerd, dat wil nit zeggen dat iedereen gelijk is, wel gelijkwaardig. Maar dat is een hele andere discussie.
Ik dacht ook dat we het hele debat nature-nurture inmiddels overstegen waren, door te begrijpen dat beide aspecten een rol spelen. Maar blijkbaar moet nu weer de biologie wijken voor de sociologie. Wie herinnert zich nog de double-bind theorie van schizofrenie. Dat het de schuld was van de ouders dat een kind schizofreen werd. Ik bedoel maar. De keuze tussen alles of niets is altijd een domme keuze. Dit stuk hierboven is ook raar. Sprokkel alle argumenten maar weer samen. Om zo de biologie onder het tapijt te vegen. Want het idee van de maakbaarheid van de mens is veel aantrekkelijker. Verder verwijs ik graag naar een publicatie van Toonder uit 1969 met als titel: "Heer Bommel en het Platmaken."
[Reactie gewijzigd door Keppel Hesselink, Jan op 09-09-2022 23:51]
J. Jonker
Verzekeringsarts , Maastricht
Ik begrijp deze reactie niet goed. Nergens in bovenstaand artikel lees ik dat de auteurs ontkennen dat er biologische verschillen bestaan tussen mensen. Maar dat is de vraag niet. De vraag is of het zinvol en mogelijk is om etniciteit te registreren... en of daar wellicht ook nadelen aan verbonden zijn.
Het antwoord is, lees ik, dat het moeilijk is om etnische groepen af te bakenen, dat er een enorme overlap tussen groepen is en dat er ook binnen etnische groepen grote verschillen zijn. Chinezen, Japanners, Afghanen, Indiërs, inwoners van de Filippijnen etc. zijn allemaal Aziaten, maar ze kunnen moeilijk als een biologisch homogene groep worden gezien, dus wat is dan de zin om te registreren of iemand tot het “Aziatische ras” behoort? Of moeten we 2000 verschillende etnische groepen gaan onderscheiden; hoe doe je dat dan en wat is het nut ervan?
Concreet gaat het artikel om het registreren van etniciteit binnen de geboortezorg. Welnu: dat heeft weinig zin, stellen de auteurs, want verreweg de belangrijkste prognostische factor binnen de geboortezorg is niet de etnische groep waartoe de zwangere behoort, maar de sociaal-economische status van de zwangere. Een hoogopgeleide zwangere met een goed inkomen en Surinaamse wortels heeft een heel ander risicoprofiel dan de analfabete zwangere met een laag inkomen van bijvoorbeeld Somalische origine, terwijl ze beiden een donkere huidskleur hebben.
En nee: de ouderwetse rassenkunde met schedelmetingen en zo heeft de wetenschap en de wereld weinig goeds gebracht.
J.M. Keppel Hesselink
pijnarts, Bosch en Duin
Erg grappig deze reactie aan het eind: "En nee: de ouderwetse rassenkunde met schedelmetingen en zo heeft de wetenschap en de wereld weinig goeds gebracht." Wat is iets goeds? Voor wie iets goeds? Het vastleggen van biologische variabiliteit binnen e...en species om diverse subspecies te beschrijven in de biologie doen we al heel veel jaren. Dat brengt inzicht. Is inzicht goed? Tja....
J. Jonker
Verzekeringsarts, Maastricht
De ouderwetse rassenkunde heeft ons de Neurenberger rassenwetten bezorgd. Ik kan daar niks goeds aan ontdekken.
Je hebt slimme en domme mensen en ongetwijfeld heeft de menselijke intelligentie een biologische basis. Maar er is geen relatie tussen... de huidskleur en intelligentie en ook niet tussen de grootte van het hoofd (evidente ziekelijke malformaties daargelaten) en intelligentie. Het heeft dan ook geen zin om schedels te meten of de kleur van de huid te noteren. Natuurlijk wel (schedelmeting bij een pasgeborene) om de kans op een hydrocephalus in te schatten, maar niet met het doel om succes op school te voorspellen. Net zoals het risicoprofiel van een zwangere primair samenhangt met haar sociaal-economische status, is de kans op succes op school van een pasgeborene goed te voorspellen op grond van alleen al de sociaal-economische status van de ouders. Het onderwijs als kopieermachine van de maatschappelijke ongelijkheid….. een bekende uitspraak, op feiten gebaseerd, uit de onderwijssociologie. Dat is harde wetenschappelijke kennis; heeft niks met “ woke zijn” of dedain voor de biologische basis van het mensdom en zijn ziekelijke gebreken te maken.
J.M. Keppel Hesselink
pijnarts, Bosch en Duin
De atoom theorie van Rutherford en Bohr hebben ook de atoombom mogelijk gemaakt. Vergelijk dit met je begin opmerking en je ziet meteen je gedachtefout! En menen dat iets geen of wel zin heeft is ook meteen een normerende uitspraak, want whatthehec ...is 'zin'.
[Reactie gewijzigd door Keppel Hesselink, Jan op 20-09-2022 11:30]
E.M. Standaert
basisarts
Misschien bedoelde J. Jonker niet "weinig goeds", maar "veel slechts".
Uiteraard kan het meten en registreren van eigenschappen enig "inzicht" opleveren, maar als verschillen gekoppeld worden aan criteria die er niet werkelijk causaal mee verbonden... zijn, leidt het tot vooroordelen en minder goede zorg, zoals in het artikel duidelijk wordt weergegeven. Naar aanleiding van uw voorbeelden: homo sapiens heeft geen subspecies, en het schedelmeten werd destijds gebruikt om conclusies te steunen die meer omvatten dan schedelomvang alleen. De keuzes om bepaalde metingen en registraties te doen, zijn niet objectief en vormen een risico op discriminatie. Het hoeft niets met politiek te maken te hebben om kritisch te kijken naar het doel en de motivatie om zaken te registreren. Het is makkelijk om te vergeten dat dergelijke registraties in je nadeel kunnen werken, als de eigenschappen die je zelf toevallig hebt, je niet zo snel in een nadeelspositie zouden brengen.