Palliatieve sedatie groeit
Plaats een reactieDe voorschriften van middelen voor palliatieve sedatie zijn in 2006 flink toegenomen. Ook doen huisartsen vaker een beroep op de palliatieve consultatieteams van de integrale kankercentra.
De Stichting Farmaceutische Kengetallen (SFK) meldt dat er in 2006 bijna 20.000 voorschriften voor palliatieve sedatie waren. Dat is een stijging van 36 procent ten opzichte van 2005. Deze stijging is iets sterker dan de stijging van het jaar daarvoor.
De SFK heeft berekend dat er bij 6 tot 8 procent van de sterfgevallen sprake is van palliatieve sedatie. Volgens de KNMG-richtlijn palliatieve sedatie is midazolam (Dormicum) het middel van eerste voorkeur. Ook kunnen artsen de stoffen levomepromazine, fenobarbital en propofol gebruiken. In de praktijk gaat het bij 87,8 procent van de verstrekkingen om injecties midazolam en in 9,6 procent om injecties met levomepromazine.
De bevindingen van de SFK kunnen vertekend zijn omdat de stichting niet beschikt over gegevens van ziekenhuizen en apotheekhoudende huisartsen. Ook weet de SFK niet hoe vaak verstrekkingen aan mensen die tijdens hun laatste dagen in hospices verblijven, via de openbare apotheek gaan.
Bij de integrale kankercentra (IKC’s) neemt het aantal consultvragen bij de palliatieve consultatieteams toe. Deze multidisciplinaire teams beantwoorden vragen van zorgverleners over patiënten in de laatste fase voor hun overlijden. De IKC’s moeten de landelijke cijfers nog op een rijtje zetten. Maar volgens Marianne Klinkenberg, programmaleider palliatieve zorg bij het Integraal Kankercentrum Amsterdam, stijgt het aantal vragen bij alle consultatieteams. ‘Er is een enorme toename. Vooral van huisartsen die vragen of palliatieve sedatie de juiste beslissing is of vragen hebben over de uitvoering.’
In Amsterdam nam het aantal consulten met 35 procent toe, tot meer dan 563 consulten. Meestal zijn dit telefonische consulten. Van de vragenstellers is 80 procent huisarts. << MM
- Er zijn nog geen reacties
