Overlevers kinderkanker melden slechte gezondheid
Plaats een reactieOngeveer een kwart van de twintigers en dertigers die in hun kindertijd kanker hebben gehad hebben naar eigen zeggen een slechte mentale en fysieke gezondheid. Maar het maakt wel uit in welke periode van de vorige eeuw ze onder behandeling waren, zo blijkt uit onderzoek van Kirsten Ness e.a. gepubliceerd in Annals of Internal Medicine.
Ness e.a. lieten ruim 14.500 volwassenen uit de Childhood Cancer Survivor Study zelf over hun gezondheid rapporteren. Vervolgens bekeken ze die rapportages in het licht van de periode waarin deze patiënten waren behandeld, het soort kankerbehandeling dat ze kregen, het al dan niet aanwezig zijn van chronische klachten, en demografische kenmerken. De onderzoekers vergeleken de gerapporteerde gezondheidstoestand met die van broers of zussen van de patiënten.
De verwachting was dat patiënten die in de jaren negentig waren behandeld met modernere therapieën (lagere stralingsdoses, minder chemotherapie) een betere gezondheid zouden melden dan patiënten die waren behandeld in de jaren zeventig. Dat bleek niet het geval. Integendeel: het was omgekeerd.
De verklaring van de onderzoekers is nogal speculatief: mogelijk krijgt de eerste groep meer en systematischer zorg en heeft ze ook meer kennis van de late gevolgen dan de groep die in de jaren zeventig werd behandeld. Gevolg daarvan zou dan zijn dat ze op mogelijk late bijwerkingen van de behandeling anticiperen en ze ook eerder melden.
Lees ook:- Er zijn nog geen reacties