Orgaandonatie na euthanasie: de vrijblijvendheid voorbij
Nieuwe donorwet vraagt van artsen een actievere rol
8 reactiesOp 1 juli treedt de nieuwe donorwet in werking. ‘Nee tenzij’ wordt ‘ja tenzij’. Als een arts weet dat een patiënt gaat overlijden, is hij verplicht de wilsverklaring ter sprake te brengen. Ook als het om euthanasie gaat.
Jaarlijks verlenen artsen in Nederland meer dan zesduizend mensen hulp bij geanticipeerd overlijden: euthanasie of zelfdoding. Van hen komen er veel meer dan in het algemeen wordt aangenomen in aanmerking voor orgaan- of weefseldonatie na hun overlijden. In de Richtlijn Orgaandonatie na Euthanasie van de Nederlandse Transplantatiestichting staat bij de kernaanbevelingen dat de palliatieve patiënt met een euthanasiewens ‘bij voorkeur zelf’ moet komen met de vraag voor orgaandonatie, om zo de onafhankelijkheid van de patiënt en arts te waarborgen. Dit omdat er geen sprake zou zijn van een gelijkwaardige relatie tussen behandelaar en patiënt, en voorkomen moet worden dat een patiënt de optie van donatie uitsluitend in overweging neemt vanwege de goede relatie met zijn behandelaar.
Nu de nieuwe wet in werking treedt, gaat deze regel wringen en verandert de rol van de uitvoerend arts bij euthanasie. Deze rol is nu niet meer vrijblijvend. De Transplantatiestichting schrijft immers in haar toelichting op de te volgen donatieprocedure: ‘Het Donorregister mag geraadpleegd worden vanaf het moment dat er een gerede kans is dat de patiënt binnen afzienbare tijd overlijdt.’ Dit is nu juist de situatie voorafgaande aan de actieve levensbeëindiging: de patiënt is ongeneeslijk ziek en het overlijden is aanstaande. De arts die de euthanasie of hulp bij zelfdoding gaat uitvoeren zal dus verplicht worden het Donorregister te raadplegen en gevolg te geven aan hetgeen hij daar gevonden heeft. Hij zal zijn bevindingen met de patiënt moeten bespreken en deze moeten vragen hoe verder te handelen. Als de patiënt die met ‘geen bezwaar’ staat geregistreerd, voorafgaand aan euthanasie laat weten tóch geen orgaan- of weefseldonatie te willen, dan zal hij zijn registratie moeten wijzigen of aannemelijk moeten maken waarom hij alsnog geen orgaan-/weefseldonatie wil. De arts moet dit noteren in het medisch dossier. Als geregistreerd staat dat er wél bezwaar is, dan vraagt de arts of dat nog steeds klopt. Zo ja, dan kan donatie verder onbesproken blijven, ook na het overlijden.
Ethische koudwatervrees
Het is dus, na invoering van de nieuwe donorwet niet meer zo dat alleen patiënten die spontaan met het verzoek om orgaan- en/of weefseldonatie komen kandidaat zijn om te kunnen doneren. Het is de uitvoerend arts die in geval van actieve levensbeëindiging het initiatief zal moeten nemen om de donatievraag te bespreken. Dit is voor velen een gevoelige kwestie. De communis opinio luidt dat het taboe is om donatie te bespreken met iemand die overweegt om euthanasie of hulp bij zelfdoding te vragen.
Donatie is een uitdrukking van solidariteit
Wij zien echter geen ethische bezwaren. Het uitgangspunt van de wetswijziging is immers dat weefsel- of orgaantransplantatie betekent dat iets goeds wordt gedaan voor ernstig chronisch zieke, donatieafhankelijke patiënten, en dat donatie een uitdrukking is van solidariteit. Wat is erop tegen om iets wat intrinsiek goed gevonden wordt ter sprake te brengen? Als de overheid aan alle volwassen Nederlanders, eventueel bij herhaling, mag vragen om na te denken over donatie, waarom zou de arts dat dan niet mogen doen bij een terminaal zieke patiënt? Is dit om de onafhankelijkheid van arts en patiënt te waarborgen? Dat lijkt ons onterecht en zouden we zelfs ethische koudwatervrees kunnen noemen. De arts kan weefsel- of orgaandonatie immers neutraal ter sprake brengen (bijvoorbeeld: ‘Klopt het nog, wat er in het register staat?)’. Bovendien mag het bestaan van het Donorregister als bekend worden verondersteld, evenals het voornemen om het te zullen gaan raadplegen.
Kortom, de rol van de arts wordt minder vrijblijvend dan de aanbeveling van de Richtlijn Orgaandonatie van de Nederlandse Transplantatiestichting, waarin staat: ‘Het bespreken van donatie in algemene zin kan in een gesprek over het levenseinde plaatsvinden.’
De rol van de SCEN-arts moet veranderen
Rol SCEN-arts
Ook de rol van de SCEN-arts zal waarschijnlijk moeten veranderen. Deze toetst als onafhankelijk arts of aan de zorgvuldigheidseisen omtrent euthanasie is voldaan. Hierbij wordt bij de patiënt onder meer nagegaan of het verzoek vrijwillig en weloverwogen is gedaan, hij uitzichtloos en ondraaglijk lijden ervaart en voldoende voorlichting heeft gekregen. Als de nieuwe donorwet en daarmee het ‘ja tenzij’ in werking treedt, kan worden geconcludeerd dat het raadplegen van het Donorregister ook tot de (algemene) zorgvuldigheidseisen rond het overlijden behoort. Het lijkt daarom logisch om de SCEN-arts te vragen om bij de consultatie voorafgaand aan de euthanasie na te gaan of het register door de uitvoerend arts is geraadpleegd en aan de patiënt te vragen of dit is besproken.
Nabestaanden
Initiatiefneemster voor de nieuwe donorwet Pia Dijkstra verklaarde in een toelichting: ‘De wil van nabestaanden blijft altijd doorslaggevend in de beslissing of iemand die plotseling overlijdt orgaandonor wordt.’ Daarbij wordt echter uitgegaan van een hersendode of een niet-wilsbekwame patiënt, meestal in een acute situatie. Daarvan is bij euthanasie of hulp bij zelfdoding natuurlijk geen sprake. In dat geval zou het ethisch bedenkelijk zijn om het Donorregister pas na de actieve levensbeëindiging te raadplegen en de uitkomst met de nabestaanden pas dan te bespreken. Het zou immers enkele minuten daarvoor nog met de patiënt zelf besproken hebben kunnen worden. De rijksoverheid zegt bovendien in een toelichting op de nieuwe donorwet: ‘Nabestaanden hebben in beginsel (...) alleen nog een rol als de betrokkene heeft geregistreerd dat de partner, familie of een aangewezen persoon beslist over orgaandonatie.’ Om de donatievraag bij actieve levensbeëindiging niet aan de patiënt maar wel aan de nabestaanden te stellen zou daarom geen recht doen aan de vrije keuze van de wilsbekwame patiënt en zijn zelfbeschikkingsrecht.
Auteurs
dr. Stefan Haensel, uroloog Franciscus Gasthuis & Vlietland Rotterdam en SCEN-arts regio Rijnmond
dr. Erwin Kompanje, klinisch ethicus intensive care volwassenen, Erasmus MC Rotterdam
Contact
cc: redactie@medischcontact.nl
Voetnoten
1.Postmortale orgaan- en weefseldonatie. Nederlandse Transplantatiestichting: Leiden, april 2019 (versie 1.2), p. 18.
2.Richtlijn Orgaandonatie na euthanasie. Instructies voor de praktijk. Nederlandse Transplantatiestichting: Leiden, september 2019 (versie 1.3), p 14.
3.https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-ek-20172018-17-6.html
Jan Bollen, Rankie ten Hoopen, Jean Muris, Walther van Mook
, Maastricht
Het is op zich positief dat Kompanje en Haensel in hun artikel in MC 2020/05 het onderwerp orgaandonatie na euthanasie onder de aandacht brengen. Wij betreuren het evenwel dat zij niet verwijzen naar bestaande wetenschappelijke literatuur waarin al a...rgumenten worden aangevoerd vóór het proactief – neutraal – informeren van de patiënt over dit onderwerp.
De auteurs wekken de indruk dat door de nieuwe donorwet de situatie verandert. Dit is niet het geval, zoals ook al tijdens de totstandkoming van de nieuwe wet werd vastgesteld (zie parlementaire geschiedenis, stukken Tweede Kamer). Zowel de huidige als de nieuwe donorwet stelt dat het bestaan van een wilsverklaring geverifieerd dient te worden indien een overlijden binnen afzienbare tijd verwacht wordt. Van een eventuele vrijblijvendheid wat betreft het verifiëren van een wilsverklaring was in de oude donorwet dus geen sprake, en dat is in de nieuwe donorwet evenmin het geval.
Het is eveneens jammer dat de gekozen titel bij lezers de indruk kan wekken dat patiënten die euthanasie ondergaan zich verplicht zouden moeten voelen om hun organen te doneren. Mensen die uitzichtloos en ondraaglijk lijden mogen niet gedwongen worden om aanvullend onderzoek te ondergaan en in het ziekenhuis te overlijden. Slechts indien zij een ultieme altruïstische wens tot orgaandonatie hebben zou dit zo goed mogelijk gefaciliteerd moeten worden.
We zijn het er evenwel mee eens dat artsen het onderwerp laagdrempelig moeten bespreken, zodat de autonome patiënt een vrijwillig en weloverwogen besluit kan nemen over zowel euthanasie als orgaandonatie. Laat het dus - conform de huidige richtlijn - over aan de behandelend arts de mogelijkheid te bespreken, wanneer hij/zij denkt dat dat redelijkerwijs mogelijk is. Toekomstig onderzoek zal nader moeten uitwijzen wat het standpunt ter zake is van behandelend artsen en hoe het informeren van de patiënt in hun optiek dient te gebeuren.
Thomas Müller
Uroloog, Drachten
Wat er allemaal moet moet moet bij zo’n procedure. Wie durft dit nog uit te voeren en worden de artsen die euthanasie doen dan ook conform deze gigantische eisen ook gigantisch voor betaald ? Ik ben blij dat ik hier nimmer mee te maken heb.
Dr Stefan Haensel
1e auteur van dit artikel, Rotterdam
Reactie op bijdrage
Angela Kotsopoulos, Internist-Intensivist, Tilburg
04-02-2020 08:58
Beste collega Kotsopoulos, dank u wel voor uw uitgebreide bijdrage. Ik zal er puntsgewijs op te reageren.
1. U heeft gelijk wat betreft de huidige plicht ...om het Donorregister te moeten raadplegen. De huidige situatie: als er niets geregistreerd staat in het register geldt dat er van uit moet worden gegaan dat de overledene GEEN toestemming geeft tot donatie. Met de nieuwe wet verandert dat en moet ervan worden uitgegaan dat de overledene daar WEL toestemming voor geeft. Dat heeft belangrijke consequenties die in het artikel worden besproken.
2. Volledig eens met uw stelling (behalve misschien dat schreeuwen), waarbij ik verwijs naar de bovenstaande toelichting.
3. Dat klopt. We hebben er in ons artikel op gewezen. (“De arts moet dit noteren in het medisch dossier”). Uw opmerking over het "aannemelijk maken" is denk ik terecht. Dat hadden we achteraf gezien beter kunnen formuleren.
4. U maakt een belangrijk punt dat wij van harte steunen. Nabestaanden van wilsonbekwame personen (coma, hersendood etc) dienen inderdaad te worden geïnformeerd over de inhoud van het Donorregister. De essentie van ons artikel is echter dat overlijden door euthanasie een andere situatie is. Het is daarom belangrijk om de donatievraag aan de patiënt zelf te stellen, in plaats van de nabestaanden hiemee onnodig te belasten. Dat is onzes inziens niet in overeenstemming met het zelfbeschikkingsrecht van de wilsbekwame patiënt.
Uw opmerking over de redactie van Medisch Contact zijn voor uw rekening. Wij hebben dat niet zo ervaren.
Van Veen
, huisarts
Ook interessant als aanvulling. Martijn wilde graag zijn organen na zijn euthanasie doneren, maar moest ermee leuren: https://www.volkskrant.nl/mensen/martijn-wilde-na-zijn-euthanasie-zijn-organen-doneren-en-moest-leuren-met-zijn-lichaam~b5463d60/
Wim Vreugdenhil
Waarnemend huisarts , De Lier
Naar aanleiding van dit artikel heb ik de richtlijn orgaandonatie na euthanasie (https://www.transplantatiestichting.nl/files/2019%20Donatie%20na%20euthanasie/richtlijn-orgaandonatie-na-euthanasie-versie-1.3-def.pdf?92493b64d2) doorgelezen en wat mij... opviel was dat er een heleboel zaken vooral door de huisarts/ uitvoerder geregeld moeten worden (bv procedure bespreken met patiënt, vervoer regelen, kamer in ziekenhuis regelen, overleg met specialist/ forensisch arts/ transplantatie coördinator, overleg over intra-arteriele bloeddrukmeting?). Ik heb geen ethische koudwatervrees om orgaandonatie na euthanasie bespreekbaar te maken. Ik heb vooral vrees wat ik mezelf dan qua regelzaken op de hals haal en dat dit zeker niet het euthanasieproces ten goede zal komen. Ik heb soms al moeite om een ambulance en/ of ziekenhuisbed voor zieke mensen te regelen, laat staan dat ik dit (en nog een heleboel andere zaken) wel kan regelen.
Angela Kotsopoulos
Internist-Intensivist, Tilburg
Als intensivist uit een ziekenhuis met veel orgaandonaties, schrik ik van dit stuk in Medisch Contact.
1. De nieuwe donorwet verandert niets aan wel/niet het donorregister moeten raadplegen. De auteurs gebruiken hier de donorwet om een punt te mak...en wat niet klopt.
2. Daarmee vervalt ook het punt van de "vrijblijvendheid" waar het artikel mee schreeuwt.
3. Een patient die zegt dat hij NIET wil doneren ongeacht of er nu een JA geregistreerd staat dan geldt die laatste wilsbeschikking. De patient hoeft helemaal niets aannemelijk te maken: het is namelijk de patient die zegt dat hij NIET wil...
4. Het punt dat nabestaanden snel na euthanasie nog moeten instemmen met orgaandonatie is vreemd en opmerkelijk en daarnaast een bijzondere kijk op de wet. De wet (zowel nu als straks) beoogd dat familie altijd geïnformeerd wordt en dat men dus niet tegen de wil van de familie doneert. Ook in de huidige wet is die ruimte er. Het gaat hier dus om wilsonbekwame patiënten die niet meer zelf kunnen beslissen (coma, hersendood, etc).
Concluderend vindt ik het jammer dat de redactie niet de kennis heeft gehad kritisch naar het artikel te kijken, deze fouten eruit te halen of op zijn minst experts te vragen om mee te lezen..
Angela Kotsopoulos, donatie intensivist.
M. Rikmenspoel
Geestelijk Verzorger, opgeleid jurist, Deventer
Kan het zijn dat het proefschrift van Jan Bollen (MUMC) van november 2019
- Organ donation after euthanasia, medical, legal and ethical considerations- over het hoofd is gezien?
Peter van Rijn
huisarts, niet meer praktiserend, Rheden
Dat de euthanasiepatiënt bij voorkeur zelf zal moeten komen met de vraag voor orgaandonatie staat buiten kijf. Want als de uitvoerende arts bij euthanasie verplicht het donorregister zou moeten raadplegen en gevolg moet geven aan wat daar gevonden i...s, dan wekt dat op z`n minst de schijn van utilitarisme ten koste van de patiënt. Het hoeft natuurlijk niet zo ver te komen dat orgaandonatie een ruilobject wordt voor het uitvoeren van euthanasie, maar hier ligt een duidelijk ethisch probleem, Het bestaan van een donorregister als bekend veronderstellen druist in tegen de integriteit van het menselijk lichaam. Omdat je verplicht bent je organen af te staan ,als je hier niet van op de hoogte bent of hier niet actief in bent geweest. Ook een SCEN-arts dient objectief te zijn en geen ronselaar van organen, En nabestaanden ,die bij euthanasie toch al overbelast zijn worden wellicht tot ongewenst utilitarisme verplicht .Oplossing : Noch de uitvoerende arts, noch de SCEN-arts mogen hiermee worden belast. Waarom geen SCOD-arts : Steun en Consultatie bij Orgaan Donatie? Dat is tenminste openlijk een échte organenronselaar!