Laatste nieuws
H. Reynders
2 minuten leestijd
chirurgie

Onderwijzen moet je leren

Plaats een reactie

Eind jaren vijftig werd telkens één van de Amsterdamse arts-assistenten chirurgie vrijgemaakt om co-assistenten te begeleiden. Het bleek een prima manier om te leren wat onderwijs is.



Regelmatig verschijnen er artikelen die gewijd zijn aan de kwaliteit van de medische opleiding. Het is dan ook een open deur om te stellen dat de kwaliteit van de medicus (specialist) grotendeels afhangt van zijn opleiding c.q. opleider.


Vele duizenden artsen praktiseren als opleider van jonge (toekomstige) collegae (co-assistenten, assistenten al of niet in opleiding en tijdens inwerkperioden, overdrachten, et cetera). Daarnaast zijn veel artsen ingeschakeld bij het onderwijs aan paramedici, bij EHBO-cursussen, voorlichting enzovoort.

Observatie


Opvallend is dat tijdens de opleiding tot arts nauwelijks aandacht wordt besteed aan de wijze waarop overdracht van kennis en vaardigheden optimaal moet plaatsvinden. Veelal blijft het bij datgene wat de leerling zich door observatie zelfstandig eigen maakt van zijn leermeester(s).


Zelf had ik het voorrecht om vóór mijn medische studie een opleiding te hebben gevolgd aan een praktische lerarenopleiding waarin veelvuldig moest worden gehospiteerd bij ervaren leraren. Zo’n omweg naar de artsenopleiding bepleit ik hier niet, maar er zou wel meer aandacht moeten worden besteed aan het aanleren van didactische vaardigheden.


Dat brengt mij op de chirurgische opleiding te Amsterdam onder prof. dr. I. Boerema. Eind jaren vijftig werd in zijn kliniek een stage ingesteld als onderwijsassistent. Daartoe werd een van de ouderejaars assistenten vrijgemaakt om de co-assistenten fulltime te begeleiden. Deze assistent kreeg tijdens de stage geen eigen patiënten toegewezen, zodat hij zich geheel kon wijden aan zijn specifieke taak.


De onderwijsassistent gaf (operatie)cursussen, hield inleidingen, begeleidde scripties en maakte speciale visites met de co’s langs de bedden. Hij diende alle patiënten te kennen en per casus (veel) langer stil te staan bij interessante aspecten dan mogelijk zou zijn tijdens regulaire dagelijkse zaalvisites.


Daarnaast had hij een taak tijdens de colleges (zowel de klinische als poliklinische). De stage duurde (minimaal) drie maanden. De onderwijsassistent moest zijn zaakjes goed voor elkaar hebben en zijn praatjes en onderwerpen degelijk voorbereiden.


Eenieder die wordt gedwongen om hele dagen didactisch bezig te zijn (afgezien van het participeren in diensten en wekelijkse besprekingen) zal zich door een ‘onderwijsstage’ enorm verrijken: Hoe leg ik een probleem uit, hoe maak ik een protocol of welke opeenvolging is de beste om resultaat te garanderen? Daarnaast worden alle co-assistenten intensief geconfronteerd met alle pathologie. Eventuele vaardigheden kunnen (eindeloos) ‘op het droge’ worden geoefend en voor ieder is er een zeker en eenzelfde aanspreekpunt. Het aantal onderwerpen en taken van zo’n functionaris is eindeloos uit te breiden.

Ill: Graig Smallish

Tijdgebrek


De lezer zal tegenwerpen dat de door mij geschetste taak in de huidige praktijk al is toebedeeld aan de arts-assistenten; elk met één of twee co’s. Dat moge zo zijn, maar veel assistenten kunnen moeilijk voldoende tijd vrijmaken om de hun toegewezen co-assistent optimaal te begeleiden, zeker niet bij ingewikkelde of moeilijke problemen (waar hij zelf soms nog amper aan toe is). Ook komen eventuele vragen niet zelden op een ongelegen ogenblik. Of de relatie tussen assistent en (co-)assistent is niet optimaal. Het leermoment is nu vaak het sluitstuk van een overdracht naar de toekomstige collega.


Als er een speciale onderwijsassistent aanwezig is, kunnen veel leemten en vragen tijdens reguliere tijden bij hem aan de orde worden gesteld en kan de ‘eigen’ assistent normaal blijven functioneren.


De onderwijsassistent zelf maakt ook een leerzame tijd door, die later veel vruchten zal afwerpen tijdens tal van leermomenten, als hij regelmatig of incidenteel onze professie een gezicht geeft naar co-assistenten, assistenten, leken (en patiënten).


Waarom zou een onderwijsstage voor leraren nuttig zijn en niet voor medici die vaak als leraar zullen optreden?

dr. H. Reynders,
chirurg n.p.


Correspondentieadres: Kanaal ZZ 4, 7495 PR Ambt Delden

chirurgie
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.