Ondernemingskamer grijpt in bij Haagse huisartsenpraktijk
Plaats een reactieDe Ondernemingskamer heeft een tijdelijk bestuurder aangewezen die orde moet scheppen bij een huisartsenpraktijk in Den Haag. Daar zijn een huisarts en praktijkmanager in conflict geraakt, waardoor de Ondernemingskamer inmiddels vraagtekens heeft bij de continuïteit van zorg in de praktijk. Ook de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd houdt de praktijk in de gaten.
Het hoogopgelopen conflict tussen de huisarts en praktijkmanager speelt zich af tegen een achtergrond van onenigheid over aandeelhouderschap in de praktijk, eigendom van het praktijkpand, en persoonlijke problemen van de huisarts waardoor hij al een jaar zijn werk niet kan uitvoeren. De praktijkmanager verwijt de huisarts onder andere geld aan de praktijk te onttrekken, ethisch wangedrag te vertonen en gezorgd te hebben voor een sfeer van bedreigingen en intimidatie, onder andere door familieleden de praktijk te laten bezetten. De huisarts zegt dat de praktijkmanager onder andere financieel wanbeleid valt te verwijten, het medisch beroepsgeheim zou hebben geschonden en met valse notulen de positie van de arts heeft ondermijnd.
Hun geschil heeft ertoe geleid dat een zorgverzekeraar, bank en declaratiebureau niet meer weten wie zeggenschap heeft in de praktijk, en uit voorzorg betalingen stop hebben gezet. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd houdt de praktijk sinds maart in de gaten. Naar aanleiding van meldingen van ggz en het Openbaar Ministerie is de inspectie een onderzoek gestart naar het medisch handelen van de huisarts.
De rechter van de Ondernemingskamer vindt dat er een onderzoek moet plaatsvinden om te achterhalen wat er precies heeft plaatsgevonden in de praktijk. Als eerste stap is nu advocaat Ton Tekstra door de rechter als tijdelijk bestuurder aangewezen. Hij moet de verhouding met verzekeraar, de bank en fiscus ‘zo mogelijk normaliseren’, aldus de rechter, en in overleg gaan met de inspectie. Ook is het aan de bestuurder om te bepalen of de huisarts, als hij is behandeld voor zijn persoonlijke problemen, weer aan het werk kan en onder welke voorwaarden.
Daarna zal hij moeten kijken hoe de zakelijke belangen van de praktijkmanager en huisarts ontvlecht kunnen worden, omdat zij niet meer samen verder willen. Mocht het de bestuurder lukken om zo samen een oplossing vinden, dan hoeft het onderzoek niet meer plaats te vinden. ‘Het is mijn taak vooral om te zorgen dat de continuïteit van de huisartsenpraktijk zo goed mogelijk gewaarborgd is en dat er wordt geprobeerd tot een oplossing met de betrokken partijen te komen’, licht Tekstra toe.
Lees ook:- Er zijn nog geen reacties