Nederlanders hebben eerder chronische ziekte

In vergelijking met 25 jaar geleden krijgen Nederlanders op jongere leeftijd te horen dat ze lijden aan een chronische ziekte. Bij mannen daalde de leeftijd waarop zo’n ziekte werd vastgesteld van ruim boven de 50 tot 48 jaar in 2007. Bij vrouwen was de daling sterker: van rond 55 tot 42 jaar. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Tot de chronische ziekten rekent het bureau onder meer diabetes, hoge bloeddruk, kanker en reuma. Volgens een woordvoerster van het CBS kan een betere diagnostiek de reden zijn voor de daling. Ook zijn Nederlanders mogelijk alerter, als zij bij zichzelf symptomen van een kwaal waarnemen.

Krijgen Nederlanders eerder met een chronische ziekte te maken, de tijd waarin ze zonder lichamelijke beperkingen leven, is sinds het begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw langer geworden. Bij mannen beginnen die beperkingen nu op bijna 71-jarige leeftijd. Dat was een kwart eeuw geleden nog op 66-jarige leeftijd. Vrouwen kregen in 2007 gemiddeld op hun 70ste te maken met lichamelijke beperkingen. Die leeftijd lag in 1983 op ongeveer 63 jaar.

Onder lichamelijke beperkingen verstaat het CBS onder meer het onvermogen om zelfs met een gehoorapparaat een gesprek van drie of meer mensen te volgen, een gebrekkig gezichtsvermogen of de onmogelijkheid om een voorwerp van 5 kilo 10 meter te dragen.

ANP