Laatste nieuws
Roelof Moes
2 minuten leestijd

Min 12 bij kilometerpaal 15.8

Plaats een reactie
beeld: Thinkstock
beeld: Thinkstock

Het is 31 december 2008, half elf in de avond. ‘Het is weer zo ver, ze heeft flink weeën’, hoor ik aan de andere kant van de lijn. De enthousiaste stem van de vader herken ik. Een jaar of acht geleden, midden in de zomervakantie, werd vroeg in de ochtend hun eerste zoon thuis geboren. Ik nam waar voor onze collega’s uit Giethoorn. Alles ging perfect, de kersverse vader trakteerde me naderhand op een heerlijke ‘dorstlesser’.

Ik stap snel in de auto na eerst de ruiten schoongekrabd te hebben; het is min 12 graden. De rit naar Giethoorn duurt lang doordat een dichte nevel mijn zicht op de gladde weg vertroebelt. Hopelijk gaat de bevalling snel en kan ik het staartje van het verjaardagsfeest van onze dochter nog meemaken, mijmer ik.

‘Dat ziet het er goed uit, nog een paar centimeter en dan mag je meepersen’, zeg ik niet veel later. Iedereen is enthousiast. Op straat wordt al geknald, de eerste vuurpijlen gaan de lucht in. ‘Zal de baby voor 2009 het levenslicht zien?’

Als ik weer kijk is de ontsluiting nog maar weinig opgeschoten. Het hoofdje lijkt dwars te blijven staan. Dat is een tegenvaller. Zijligging zorgt er niet voor dat de ontsluiting volledig wordt. Ondertussen is het 2009. Het geknal op straat neemt af. Ik heb de moeder enige keren laten persen om te kijken of het laatste randje verdwijnt. Helaas, het lukt niet, jammer, jammer. Ik bel met de gynaecoloog. ‘Stuur maar in, maar het is druk hier.’

De weg is slecht begaanbaar en ik kan daarom beter niet zelf de aanstaande moeder en vader naar het ziekenhuis brengen. ‘Misschien is de baby er wel voor de ziekenauto’, hoop ik nog. Bijna een half uur later is de ambulance er. Helaas nog steeds geen baby. Ik rij achter de ambulance aan. Die maakt flink vaart op de gladde weg.

Plots zie ik knipperlichten.  De ambulance staat stil op een parkeerplaats. ‘De baby komt eraan’, hoor ik de ambulancebroeder zeggen. Ik spring achterin de warme ziekenauto en zie de haartjes verschijnen. Het hoofdje wordt heel snel geboren. Ook de schouders volgens snel. Ik leg Jip in de armen van de dolgelukkige moeder. De eerste baby van de gemeente Steenwijkerland in 2009. We rijden met z’n allen weer naar huis, waar de champagnekurk tegen het plafond knalt.

Roelof Moes, huisarts

  • Lezersbijdragen Bijzondere bevalling

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.