Met wie spreek ik?
Plaats een reactieArtikelen in Medisch Contact zijn vaak opiniërend en misschien zelfs wel prikkelend bedoeld, maar enige realiteitszin mag wel worden gevraagd. Onlangs verscheen het artikel van E.H. Hulst (
), waarin hij een simpele oplossing aanreikt voor het bereikbaarheidsprobleem van huisartsen: gebruik overdag de HAPen.
Ik zal enkele tegenargumenten aandragen vergeeft u mij mijn soms cynische ondertoon. Een normhuisartsenpraktijk krijgt op maandagochtend tussen acht en tien uur s ochtends veertig tot vijftig telefoontjes. Het gebied van de HAP Midden-Holland telt 110 huisartsen. We hebben het dan dus over 5000 telefoontjes. Er zijn tientallen telefonistes nodig om dit aantal te kunnen verwerken. Denkt u dat de HAP zoveel werkplekken heeft?
Zoveel telefonistes? Ik dacht dat wij huisartsen juist op de weg van triage bezig waren: aan de telefoon de hulpvraag snel verduidelijken, zo mogelijk direct afhandelen en, indien nodig, een afspraak maken bij de juiste hulpverlener. Met andere woorden: even snel een afspraak online inplannen is er niet bij.
Werk voor doktersassistenten dus. Alleen die zijn er niet genoeg. De HAP en de huisartsen hebben nu al moeite om genoeg en goed gekwalificeerd personeel te vinden.
Wat mij betreft heeft de LHV het bereikbaarheidsprobleem goed geanalyseerd; er is een prima stappenplan gemaakt. Maar het probleem is alleen goed op te lossen door de huisartsgeneeskunde juist te waarderen en oplossingen ook financieel mogelijk te maken. De huisartsen worden nu juist gekort. Zou er dan wel geld zijn voor een HAP-plan, dat waarschijnlijk een veelvoud zou kosten van realisering van betere bereikbaarheid in de huisartsenpraktijken zelf?
Het laatste wat we nodig hebben zijn deskundigen van buitenaf die zogenaamd simpele oplossingen aandragen.
Reeuwijk, november 2008
Bernard Bruinsma, huisarts
- Er zijn nog geen reacties