Laatste nieuws
D.C.F. Sluijsmans
3 minuten leestijd

Met gemengde gevoelens

Plaats een reactie


Door een slaapinfuus kan moeder rustig overlijden en wordt haar een verdere lijdensweg bespaard, denkt de familie. Als de verpleeghuisarts zegt dat het hier gaat om een vraag voor actieve levensbeëindiging en derhalve voor euthanasie, reageert de familie geschokt.

Een 42-jarige vrouw met een gemetastaseerd mammacarcinoom wordt met spoed opgenomen in het centrum voor palliatieve terminale zorg van ons verpleeghuis. Als de verpleegkundige de eerste opvang heeft geregeld, ga ik kennismaken met mevrouw en haar familie. 'Dit kan nog problematisch worden', fluistert de verpleegkundige mij toe.

Gespannen sfeer


Mevrouw ligt in bed; zij is omringd door haar echtgenoot en drie kinderen. Er heerst een gespannen sfeer. Om enig inzicht te krijgen in deze casus vraag ik mevrouw om haar situatie te beschrijven en ook hoe de opname totstandkwam.


Acht jaar geleden werd bij haar mammacarcinoom gediagnosticeerd. Zij werd geopereerd en aanvullend bestraald. Inmiddels heeft zij ook verschillende chemokuren gehad. De kanker is gemetastaseerd naar de botten en de schedelbasis. Haar ernstigste klacht is moeheid; pijn en misselijkheid staan minder op de voorgrond. Zij geeft duidelijk te kennen dat zij is uitgestreden: 'Ik wil niet meer, ik wil sterven.'


'Moeder had liever thuis willen sterven, maar gezien haar wens was dit niet mogelijk', zegt de dochter. 'Door een 'slaapinfuus' kan zij nu rustig overlijden en wordt haar een verdere lijdensweg bespaard. Voor ons een moeilijke beslissing, maar wel te begrijpen. Bovendien is het de wens van moeder, wij dus niet anders dan deze accepteren.' De dochter betreurt het dat zij als gezin de zorg juist in deze fase van de ziekte uit handen moeten geven.


'Wat bedoelt u met een slaapinfuus?', vraag ik.


'Als u moeder méér medicatie geeft in de vorm van een infuus, zal zij buiten bewustzijn raken en door vochtgebrek op een natuurlijke manier overlijden.'

Verwarring


Als ik doorvraag, blijkt deze misvatting te zijn ontstaan door berichten van familieleden van vorige bewoners en door informatie die hun huisarts had verstrekt.


Ik zeg dat het mij duidelijk wordt dat hier een vraag voor actieve levensbeëindiging en derhalve voor euthanasie wordt gesteld. Hierop ontstaat bij de familie verwarring en ongeloof. De afgelopen jaren hebben zij de term 'euthanasie' wel eens laten vallen bij artsen, maar dit werd in hun ogen nooit serieus genomen, laat staan toegezegd! Het gezin had dan ook besloten om bij progressie van de ziekte af te zien van deze wijze van levensbeëindiging.


Ik leg ze uit dat als een arts de medicatie verhoogt met het primaire doel om de dood te bespoedigen zonder dat er sprake is van een toename van symptomen, men spreekt van actieve levensbeëindiging. Ik maak melding van de procedure die aan een euthanasieverzoek is gekoppeld en van de zorgvuldigheidscriteria zoals die zijn vastgelegd in de Euthanasiewet, waarop de arts wordt getoetst.


'Als ik als arts zorgvuldig handel', deel ik de familie mee, 'kan ik niet voldoen aan de wens van mevrouw. Op het gebied van de palliatie is echter op geestelijk en op lichamelijk gebied nog veel mogelijk.' Ik ben er namelijk van overtuigd dat als maximale palliatieve therapie niet het gewenste effect bereikt, euthanasie een laatste uitweg kan zijn, maar nooit een alternatief!

Boos


Het hele gezin is danig onder de indruk van wat ik hun heb verteld. Zij reageren emotioneel, teleurgesteld en zijn tegelijkertijd boos op de medici. Nu het mevrouw en de familie duidelijk is dat ik niet aan hun verwachting kan voldoen, willen zij direct naar huis. Mevrouw wijst elke vorm van palliatieve zorg die ons centrum kan bieden, stellig af. Net als mijn voorstel om hier te overnachten, zodat ik in de tussentijd samen met de huisarts kan bespreken hoe het nu verder moet.


In het hierop volgende telefoongesprek met de huisarts blijkt al snel dat die niet op de hoogte was van het verzoek van mevrouw. We besluiten om samen nog dezelfde avond een gesprek te hebben met de familie.


Ik ben er getuige van dat de arts het gezin een reeks beloften en toezeggingen doet. Op uitdrukkelijk verzoek van mevrouw en van de familie wordt afgezien van elke vorm van palliatieve therapie. Mevrouw blijft persisteren in haar wens om haar leven op korte termijn te beëindigen. Het gesprek wordt uiteindelijk afgesloten met de belofte van de huisarts dat hij hen thuis zal helpen.


Met gemengde gevoelens sluit ik de dag af.

mw. D.C.F. Sluijsmans,
verpleeghuisarts

Correspondentieadres:

Kesmans@zonnet.nl



Verpleeghuisarts Sluijsmans beschrijft (MC 24/2002:941) hoe vervelend het was dat er een patiente werd opgenomen die van de huisarts een onduidelijk verhaal over de mogelijkheden van een "slaapinfuus" had meegekregen.
Maar het moet nòg vervelender geweest zijn voor de patiente die gemetastaseerde kanker had,  moe en uitgestreden was en wilde sterven: zij kreeg te horen dat de arts niet op een euthanasiewens kon ingaan omdat eerst "maximale palliatieve therapie" geprobeerd moest zijn. Het beroep dat de arts daarbij deed op de nieuwe Euthanasiewet is onterecht: nergens in die wet staat dat dat moet. Bovendien krijgt palliatie op deze wijze wel een heel wonderlijk dwingend karakter.
 
Martine Cornelisse, stafmedewerkster NVVE

18 juni 2002

 

kanker verpleeghuizen borstkanker
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.