Laatste nieuws
Gert van Dijk
2 minuten leestijd
Federatienieuws

KNMG: Strenge gedragsregels voor alternatief werkende artsen

Plaats een reactie

Vorige week publiceerde de KNMG nieuwe gedragsregels voor artsen die niet-reguliere behandelwijzen aanbieden. Over de oude regels was discussie ontstaan door een toespraak van de KNMG-voorzitter in 2006. In het najaar van 2007 vonden daarop al enkele discussiebijeenkomsten en een ledenpeiling plaats. Op basis van al deze discussies zijn door de KNMG nieuwe gedragsregels geformuleerd. Er is voor gekozen om deze regels een addendum te laten zijn op de ‘normale’ gedragsregels van de KNMG, maar dan toegespitst op niet-reguliere behandelwijzen. De regels gelden immers niet alleen voor niet-regulier werkende artsen, maar feitelijk voor alle artsen.



De KNMG neemt in de nieuwe gedrags­regels afstand van de begrippen ‘alternatief’ en  ‘complementair’. Deze termen kunnen immers de suggestie wekken dat niet-reguliere behandelwijzen daadwerkelijk ‘complementair’ of ‘alternatief’ kunnen zijn. Ook de term ‘geneeswijzen’ wordt vermeden, omdat immers niet bewezen is dat niet-reguliere behandelwijzen ook inderdaad genezen. In plaats daarvan kiest de KNMG voor het neutralere ‘reguliere’ en ‘niet-reguliere’ behandelwijzen.



Kern van de nieuwe gedragsregels is dat de arts zich moet richten naar het best beschikbare wetenschappelijke bewijs, gecombineerd met klinische ervaring en rekening houdend met de wensen, verwachtingen en ervaringen van de patiënt. Alleen onder strenge voorwaarden mag een arts een niet-reguliere behandeling aanbieden. Deze voorwaarden zijn dat niet voor wordt bijgegaan aan een geïndiceerde reguliere behandeling, dat de patiënt goed wordt voorgelicht, en dat de patiënt geen schade oploopt. Schade wordt door de KNMG breed opgevat. Het betekent onder andere dat artsen geen valse hoop op genezing of verbetering van de klachten mogen bieden en geen onjuiste of incomplete informatie over de werkzaamheid van een behandeling mogen verstrekken.



Ook moeten artsen voorkomen dat een reguliere behandeling niet, of niet-tijdig wordt begonnen.



Verder mogen artsen alleen handelen op basis van een op reguliere wijze gestelde diagnose en mogen zij geen behandelingen afraden die binnen de beroepsgroep algemeen zijn aanvaard.



Deze voorwaarden gelden ook als curatieve behandeling niet meer mogelijk is, of als de patiënt reguliere behandelingen afwijst.


Artsen moeten zich daarnaast altijd bewust zijn van het feit dat de artsentitel bij patiënten vertrouwen in de behandeling kan wekken.



Niet-reguliere behandelaars verwijten reguliere artsen soms dat zij geen oog hebben voor het welzijn van de patiënt, dat zij zich te eenzijdig richten op de ziekte (en te weinig op de zieke), en de patiënt in de steek laten als deze uitbehandeld is.


De KNMG verwerpt deze kritiek en stelt expliciet dat het tot de professionele standaard behoort om oog te hebben voor het bredere welzijn van de patiënt.


Ook stelt de KNMG dat artsen patiënten troost moeten bieden en moeten begeleiden bij existentiële vragen die worden opgeroepen door de ziekte.



De nieuwe gedragsregels vervangen het oude standpunt van de KNMG over alternatieve behandelwijzen, dat uit 1994 stamde. Met deze nieuwe gedragsregels sluit de KNMG ook nauw aan bij de jurisprudentie zoals die de afgelopen jaren is ontwikkeld.



Gert van Dijk, beleidsmedewerker ethiek KNMG



De nieuwe gedragsregels zijn te downloaden vanaf

www.knmg.nl

.


Voor meer informatie mailt u met Gert van Dijk via

g.van.dijk@fed.knmg.nl

.

Federatienieuws KNMG
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.