Klacht tegen longarts vanwege inadequate behandeling
Plaats een reactieKlager met tuberculose verwijt een longarts inadequate behandeling. In het bijzonder dat hij niet onmiddellijk is gestart met intraveneuze toediening van tuberculostatica.
Ter zitting heeft de gemachtigde van klager nog toegevoegd dat verweerder de patiënt helemaal niet zelf gezien (en beoordeeld) heeft en dat dat wel had gemoeten gezien de ernst van het ziektebeeld.
Het college stelt vast dat bij presentatie op de SEH een stabiele, maar verzwakte en cachectische patiënt werd gezien. Er werd direct aan pulmonale tuberculose gedacht; differentiaaldiagnostisch aan een maligniteit. Patiënt had geen koorts. Er waren geen aanwijzingen voor een darmperforatie. In overleg met verweerder werd een CT-scan en een bronchoscopie afgesproken voor de volgende ochtend, met een bronchoalveolaire lavage. Volgens het college is hiermee conform de richtlijn gehandeld. Het klopt dat verweerder patiënt niet zelf heeft gezien en onderzocht, doch dat had in deze casus en het beloop daarvan geen verschil uitgemaakt voor het ingezette beleid. Het is aldus niet tuchtrechtelijk .
RTG Amsterdam, 6 augustus 2019
Elke week selecteren KNMG-juristen opvallende uitspraken in het gezondheidsrecht. Een volledig overzicht kunt u vinden op medischcontact.nl/recht Tegen uitspraken van regionale tuchtcolleges kan tot zes weken na de uitspraak nog hoger beroep worden aangetekend.
- Er zijn nog geen reacties