Kindergeneeskunde en JGZ horen bij elkaar (3)

Collega Sauer c.s. pleiten voor integratie van kindergeneeskunde en jeugdgezondheidszorg (MC 20/2010: 905).

Wellicht hebben zij het consultatiebureau en de jeugdgezondheidszorg voor ogen zoals het jarenlang was. Door veranderde geldstromen en prioriteiten zijn er echter grote lokale of regionale verschillen ontstaan in deze eens zo unieke zorg. Als huisarts merk ik steeds vaker dat mensen met eenvoudige hulpvragen omtrent veel voorkomende huidaandoeningen bij zuigelingen of voedingsvragen bij mij komen, omdat het consultatiebureau deze niet (voldoende) kan beantwoorden.

Ook zaken als houdingsafwijkingen, doorgezakte voeten of gehoor- of visusscreening, voorheen een taak van de JGZ-afdeling van de GGD, blijven nu liggen of worden niet meer gesignaleerd en komen bij de huisarts terecht. Hét consultatiebureau en dé jeugdgezondheidszorg bestaan helaas kennelijk niet meer. In die situatie lijkt een fusie geen voor de hand liggende optie. Als gezinsarts is de huisarts natuurlijk wel degelijk goed in staat tot het behandelen dan wel tijdig verwijzen (NHG-Standaarden) van kinderen.

Waarop de mening van de auteurs is gestoeld, als zou dat in twijfel mogen worden getrokken, is mij niet duidelijk en doet mijn beroepsgroep ernstig tekort. Overigens zou net als bij de bedrijfsgeneeskunde een beperkte directe doorverwijsmogelijkheid voor omschreven aandoeningen van consultatiebureau of jeugdgezondheidszorg naar de kindergeneeskunde of kno-arts mogelijk kunnen zijn, echter in kopie aan de huisarts als centrale dossierbewaarder.

Roosendaal, mei 2010

E.J. de Korte, huisarts

Rubriek brieven