Ivf-paren kunnen best zelf moeilijk besluit nemen

Paren die met ivf (reageerbuisbevruchting) zwanger willen worden, zijn heel goed in staat om zelf te beslissen of ze één of twee embryo's laten terugplaatsen. Tot nu toe is het bijna altijd de dokter die die beslissing neemt. Als alle paren zelf zouden besluiten, zou dat een kostenbesparing in de zorg opleveren.

Dat zegt gynaecoloog in opleiding Arno van Peperstraten, die volgende week aan de Radboud Universiteit in Nijmegen promoveert. Van Peperstraten ontwikkelde een keuzehulp voor ivf-paren.

Met dit document, dat alle voors en tegens van een meerlingzwangerschap helder op een rijtje zet, en met de begeleiding van een speciale verpleegkundige blijkt 52 procent van de paren voor het terugplaatsen van één embryo te kiezen. Zonder de keuzehulp besluit maar 39 procent voor een enkelvoudige zwangerschap. In Europees verband is dat zelfs maar 19 procent.

Meerlingzwangerschappen zijn gecompliceerder en lopen vaker uit op vroeggeboortes, met alle zorg en kosten van dien.

Het besluit om één of twee embryo's te laten terugplaatsen, is volgens Van Peperstraten buitengewoon ingewikkeld en moeilijk. Wie voor één embryo kiest, loopt een groter risico dat de ivf-poging niet lukt en in Nederland vergoedt de zorgverzekering slechts drie pogingen. Een meerlingzwangerschap geeft echter meer risico op sterfte en ziekte bij kinderen en moeders, zeker als die al op leeftijd zijn. Omdat de aanstaande ouders de consequenties niet goed kunnen overzien, laten ze de beslissing noodgedwongen aan de dokter over.

De paren die de keuzehulp van Van Peperstraten gebruikten, vonden dat hulpmiddel net zo belangrijk als de steun die ze van hun arts kregen. Van Peperstraten stelt dat ook mensen met andere gezondheidsproblemen met een dergelijke leidraad uitstekend in staat zijn zelf ingewikkelde beslissingen over hun medische behandeling te nemen.

ANP