Invoering DBC’s in de geestelijke gezondheidszorg stokt

De invoering van het nieuwe financieringssysteem in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) verloopt zeer moeizaam. Het is maar de vraag of alles voor de geplande invoerdatum van 1 januari 2007 voor elkaar komt. Vooral de privacygevoelige informatie van GGZ-cliënten is een heikel thema.

Dat de financiering van de curatieve geestelijke gezondheidszorg in ons land wordt overgeheveld van de AWBZ naar de Zorgverzekeringswet is een politieke keuze. Maar de gevolgen van deze verandering stuiten bij diverse partijen op grote bezwaren. In het veld wordt steen en been geklaagd over de DBC-registratie waar sinds januari 2006 in de volle breedte mee is gestart. Alle activiteiten en verrichtingen worden geregistreerd en dat vergt behoorlijk wat inspanning. Toch stelt directeur Jos de Beer van GGZ-Nederland dat het proces voorspoediger verloopt dan gedacht: ‘Natuurlijk wordt er geklaagd, maar de instellingen doen het keurig. Eigenlijk beter dan we hadden verwacht’.

Waar GGZ-Nederland nog behoorlijk mee worstelt, is de beschrijving van de diagnose in de diverse DBC’s. De Beer: ‘Als je een nieuwe heup krijgt, is dat geen privacygevoelige informatie, maar als iemand voor een borderlinestoornis wordt behandeld misschien wel.’ Daarom is er op dit moment druk overleg met het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP). Het CPB tekent bij VWS bezwaar aan tegen het koppelen van de diagnosegegevens aan de persoonsgegevens.

Vraag is dus nog steeds welke informatie van de patiënt nu wel en welke niet aan de zorgverzekeraars mag worden doorgegeven.

Volgens Chiel Bos, directeur zorg van Zorgverzekeraars Nederland (ZN), is het vrij eenvoudig: ‘Wij stellen de DBC’s niet vast. Dat doet de GGZ-sector zelf. Zij bepalen hoeveel behandelingen zij nodig achten voor een angststoornis. Het maakt zorgverzekeraars dan ook niet uit of ze een blindedarm vergoeden of een angststoornis. Maar wij willen wel weten hoe vaak zo iemand is behandeld, en wat hij dus vergoed krijgt. Daarom is die registratie zo belangrijk.’

Waar Bos en De Beer zich verder nog druk om maken is de praktische haalbaarheid. De Beer twijfelt eraan of de invoerdatum van 1 januari 2007 wel wordt gehaald. Chiel Bos vindt intussen dat het misschien handiger is om over een andere betalingsstructuur na te denken: ‘Misschien leent de DBC zich in de GGZ niet voor declaratiesysteem en moeten we een ander systeem kiezen.’ Deze maand spreken betrokken partijen met Hoogervorst en moeten knopen worden doorgehakt. << Dana Ploeger