Interview met minister Borst

Met enige verbazing heb ik het interview gelezen van Crul met onze minister Borst (MC nr. 1/2001, blz. 8). Het lijkt allemaal zo reëel wat zij zegt, maar aan de andere kant geeft alle bureaucratische taal aan dat het nog wel een jaar kan duren voor er een oplossing is voor de financiële problemen waar veel collega’s van mij mee te kampen hebben.

De premieverhoging van de AO-verzekering is voor een aantal collega’s reden om er nu echt de brui aan te geven. Door de jarenlange teruggang in besteedbaar inkomen vanwege het stijgen van de praktijkonkosten waren velen er al aan gaan twijfelen of zij ons mooie vak verder wilden uitoefenen. Maar de laatste actie van Movir en consorten maakt dat de finale knock-out aan menigeen is toegebracht!

Wat te doen? Voorfinancieren, totdat er een definitieve tariefstijging is gerealiseerd. Dit is nodig om collega’s ervan te weerhouden eruit te stappen.

Tevens was ik verbaasd over de uitspraak van mevrouw Borst: ‘De zorgverzekeraars hebben echt nog heel wat geld op de plank liggen van die nooit aangestelde praktijkverpleegkundige’; dit om aan te geven dat er voldoende geld is voor de dienstenstructuur. Onze minister heeft dan toch niet goed in de gaten wat er gaande is in het praktijkveld van de huisarts. Geld voor de praktijkverpleegkundige (ook geld dat nog van vorig jaar met terugwerkende kracht vrijkomt) is voor de inzet van de praktijkverpleegkundige en niet voor de dienstenstructuur! Het geld dat met terugwerkende kracht vrijkomt, zal hard nodig zijn om de pilots ‘POH’, die in ons district op diverse plaatsen al een paar jaar draaien, te financieren. Daarnaast zal het mede door het uitblijven van geld van de particuliere verzekeraars al moeite genoeg kosten om de ingediende projecten te honoreren.

Dus, minister, begrijpen we elkaar wel goed?

Utrecht, januari 2001