Laatste nieuws
J. Herre Kingma
3 minuten leestijd

Inspectie vraagt om uitkomstindicatoren

Plaats een reactie

De inspectie zal nog dit jaar alle algemene ziekenhuizen vragen hun prestaties openbaar te maken aan de hand van een beperkt aantal indicatoren. Op 23 april en 25 juni vonden ter voorbereiding daarvan ten huize van de Inspectie voor de Gezondheidszorg twee expertmeetings plaats. Uitgenodigd waren diverse vertegenwoordigers vanuit het veld, de koepels en de overheid. De uitkomsten van deze twee bijeenkomsten, aangevuld met literatuuronderzoek, hebben een beperkte set meetbare en haalbare prestatie-indicatoren opgeleverd. Ter ondersteuning van dit proces heeft de inspectie de wetenschappelijke hulp ingeroepen van het RIVM en het Instituut voor Beleid en Management van het Erasmus MC in Rotterdam.



Voor de inspectie is het van groot belang dat deze indicatoren aangeven waar het de burger uiteindelijk om te doen is: kwalitatief goede en veilige uitkomsten van de gezondheidszorg, dat wil zeggen: de gezondheidstoestand en het welbevinden van de patiënt na diagnose en behandeling en tijdens zorg. De inspectie heeft deze indicatoren ook nodig voor haar kerntaken: het bevorderen en handhaven van veiligheid en kwaliteit.

Het vertrouwen in de gezondheidszorg heeft de laatste jaren flinke deuken opgelopen. Wachtlijstproblematiek, verschraling van de zorg en twijfels aan de kwaliteit en veiligheid van de zorg hebben aan die negatieve beeldvorming bijgedragen. Het vertrouwen wordt nog verder aangetast doordat de sector tot nog toe weinig transparant is over zijn prestaties in termen van veiligheid en kwaliteit.



De Inspectie voor de Gezondheidszorg trekt zich deze ongunstige beeldvorming aan. Zij waakt immers namens de minister en voor de burger over de kwaliteit en veiligheid van de gezondheidszorg en wordt hier ook op afgerekend. De inspectie heeft met haar beperkte capaciteit te weinig zicht op de kwaliteit en veiligheid van de tienduizenden inspectieobjecten. In de jaren negentig leefde de gedachte dat de inspectie nog slechts op afstand toezicht zou moeten houden. 'Toezicht op toezicht' luidde het adagium. Deze verwachting is onvoldoende waargemaakt. Zo kent Nederland zijn getallen over ongewenste uitkomsten (patiëntveiligheid) onvoldoende, zelfs niet op instellingsniveau. Om een gerechtvaardigd vertrouwen van de burger in de gezondheidszorg te onderhouden is vandaag de dag kwalitatief en kwantitatief inzicht nodig in de uitkomsten van diagnose, behandeling en zorg.

Het ontwikkelen en meten van een minimale set van uitkomstindicatoren naar patiëntveiligheid, effectiviteit en kwaliteit past bij een inspectie die zijn marsroute heeft verlegd naar meer proactief, efficiënt en resultaatgericht toezicht. Deze prioritering betekent niet dat andere aspecten, zoals patiëntgerichtheid, toegankelijkheid en doelmatigheid van de zorg, niet meer relevant zouden zijn. De inspectie kiest voor een ontwikkelingsmodel: een volledig dekkend en valide systeem van prestatie-indicatoren is nu nog toekomstmuziek. Beginnen met een eerste set van indicatoren gericht op relevante aspecten van de ziekenhuiszorg, is in onze ogen cruciaal: Better done than perfect.

Ziekenhuizen kunnen de gevraagde informatie op hun eigen wijze publiceren, bijvoorbeeld via hun website of in het kwaliteitsjaarverslag. Zij worden daarbij uitgenodigd om aanvullende informatie te geven naar eigen goeddunken. De inspectie zal de uitkomstindicatoren gebruiken bij de risicoanalyse om haar toezichtscapaciteit in te zetten waar deze het meest nodig is. Dat wil zeggen, waar de risico's voor de patiënt het grootst zijn! Hiermee kan ook de 'staat van de gezondheidszorg' als geheel beter worden beschreven, anders dan de incident driven-rapportage die onze jaarverslagen nu nog kenmerkt. De indicatoren worden uitdrukkelijk beschouwd als een signaal, dat geen andere consequentie heeft dan het eventueel vragen van nadere informatie of het uitvoeren van onderzoek op locatie.

De indicatoren die nu voorliggen, vormen slechts een eerste basisset. Het zijn deels halffabrikaten. De komende jaren moet er hard worden gewerkt om deze set verder te valideren en meer representatief en nog meer gericht op het stimuleren van interne kwaliteitszorg te maken. Ook het stimuleren van indicatorontwikkeling op het niveau van (medisch-)wetenschappelijke verenigingen, vakgroepen en zorgnetwerken staat op de agenda. Dit alles in nauwe samenwerking met instellingen en daar werkzame professionals, te beginnen met de ziekenhuizen, gevolgd door andere sectoren van gezondheidszorg.

Staatssecretaris mw. ClŽmence Ross-van Dorp schrijft in haar brief van 4 december 2002 aan de Kamer: 'Publieke verantwoording afleggen over kwaliteit, veiligheid en doelmatigheid van de geleverde zorg is het contragewicht van meer ruimte, minder regels en minder knellende kaders. Dit betekent: duidelijke en vergelijkbare indicatoren om de prestaties te meten ...' Hieraan geeft de inspectie uitvoering met het oog op een voor de burger transparante gezondheidszorg. Alleen dan kan de door velen zo bepleite keuzevrijheid werkelijkheid worden.



J. Herre Kingma is Inspecteur-Generaal voor de Gezondheidszorg

patiëntveiligheid
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.