Laatste nieuws
Arjen Göbel
9 minuten leestijd
huisartsenzorg

Inschrijftarieven huisartsen voer voor dubieuze verdienmodellen

Investeerders gebruiken het financiële systeem voor eigen gewin

10 reacties
Getty Images
Getty Images

Commerciële exploitanten van huisartsenzorg renderen vooral door het incasseren van inschrijftarieven, zonder de diensten te leveren die daarbij horen. Dat moet stoppen, vindt huisarts Arjen Göbel, en pleit voor het behoud van de men­selijke dokterspraktijk.

Er is al veel geschreven over het tekort aan praktijkhoudend huisartsen en over de commerciële partijen die dat gat willen opvullen maar daarin regelmatig tekortschieten. Laat ik één ding vooropstellen: er is geen tekort aan huisartsen. Er zijn genoeg huisartsen voor alle Nederlanders.

Er is een tekort aan praktijkhoudend huisartsen, omdat men opziet tegen het management en ondernemerschap van een eigen praktijk. Daardoor komen er steeds meer niet-praktijkhoudende huisartsen (‘waarnemers’) in dienst bij praktijkhouders of bij grote commerciële ketens waar de patiënten worden ingeschreven, die daarin een gat in de markt zien. Wat onderbelicht blijft is de reden waarom die commerciële partijen, ondanks hun mislukkingen door notoir slechte bezetting, het toch steeds blijven proberen. En die reden is het inschrijf­tarief: een aantrekkelijk verdienmodel.

Ongepast

Voor elke ingeschreven patiënt krijgt een praktijkhouder, en dus ook een commercieel bedrijf, per kwartaal 30 euro om de vaste kosten te dekken. Dat is bij een normpraktijk van 2100 patiënten ongeveer 60.000 euro per drie maanden. Daarvan worden salarissen van assistenten en praktijkverpleegkundigen, huisvesting, ICT en alle andere vaste lasten betaald. Het is niet de bedoeling aan inschrijftarieven geld over te houden. Daar zijn de verrichtingentarieven voor, waarmee de dokter zijn inkomen verdient door onder andere consulten (10 euro) en huisbezoeken (17 euro) te doen. Grofweg zijn inschrijftarieven dus voor de praktijkkosten en verrichtingen­tarieven voor de dokter.

Een uitgeklede praktijk met weinig medewerkers in een klein pand waar zoveel mogelijk online gebeurt ontvangt per kwartaal hetzelfde inschrijftarief als een volledig uitgeruste praktijk met hetzelfde aantal ingeschreven patiënten, in een groot pand met veel medewerkers. Vandaar dat inschrijftarieven voor commercieel geïnteresseerden die zo kaal mogelijk gaan werken nu een heilige graal zijn. De financiering van de huisartsenzorg die zorgvuldig in vijftig jaar is opgebouwd en afgestemd op het opzetten van goed geoutilleerde, solide dokterspraktijken, wordt zo door investeerders op een ongepaste manier uitgebuit.

Arene

Na Co-Med, Centric Health en Quin Dokters, alle met de nodige debacles op hun naam, is er een nieuwe speler op deze markt die het, qua uitgangspunt althans, nog bonter maakt: Arene Huisartsenzorg. Die zegt complete huisartsenzorg te leveren maar voegt daaraan toe: ‘online als het kan en bij de huisarts als het moet’. De adder onder het gras zit in de volgende zin, waarvan je bijna niet gelooft dat die er echt staat: ‘Bij spoed, fysieke behandeling of palliatieve zorg regelt Arene een huisarts in de buurt.’ Ik heb Arene gebeld en kreeg te horen: ‘U moet zich eerst inschrijven als vaste patiënt en dat kan alleen als u niet bij een andere huisarts staat ingeschreven. Als u daarna een medische vraag heeft verwijzen wij u naar onze app, die u eventueel een afspraak laat maken voor een consult met een onlinedokter.’ Toen bleek dat voor mij de dichtstbijzijnde fysieke arts in Druten zat (ik woon in Amstelveen, ruim 100 kilometer verderop) kwam de aap uit de mouw: Arene zegt dat ze nog geen landelijke dekking van dokters-in-uw-buurt hebben, en zoekt daarom nog steeds samenwerking met praktijkhouders in heel Nederland. Het lijkt me dat dat nooit gaat lukken, want die hebben hun handen al vol aan hun eigen praktijk. En tegen welk tarief gaan die daarnaast voor Arene-patiënten de fysieke kastanjes uit het vuur halen? Het passantentarief mag hier wettelijk gezien niet voor gebruikt worden en is bovendien niet toereikend.

Met inschrijfgeld veel verdienen aan niks

Onzinnige constructie

Arene is dus een soort onlinetriagebedrijf, waar met inschrijfgeld veel wordt verdiend aan niks – want volgens Arene kan 85 procent van de zorgvragen digitaal worden opgelost – en waarbij het fysieke werk door andere dokters die al een praktijk hebben (dus waarom zouden die dat doen?) moet worden gedaan. Los van deze onzinnige constructie, ontstaat op die manier dubbele bekostiging als voor dezelfde klacht eerst Arene een digitaal consult declareert, en de patiënt daarna voor dezelfde klacht alsnog naar een fysieke huisarts wordt doorgestuurd (bij een gewone praktijk wordt niets gedeclareerd voor een telefonisch contact met de assistente dat tot een spreekkamerconsult leidt). Het roept bovendien de brandende vraag op: als er praktijkhouders zijn die blijkbaar wel tijd hebben om Arene-patiënten die in de buurt van de praktijk wonen op hun spreekuur te zien, waarom staan die patiënten dan niet gewoon bij die huisartsen ingeschreven? Blijkbaar nam hun praktijk die patiënt niet aan omdat de praktijk vol is, wat überhaupt de reden is dat die patiënt zich bij Arene inschreef, maar kunnen ze nu toch wel gezien worden. Dat rammelt aan alle kanten. Er is maar één conclusie mogelijk: Arene casht de inschrijftarieven en probeert onnozele praktijkhouders en onwetende patiënten in den lande daar op dubieuze gronden en voorwaarden aan te laten meewerken en niemand snapt er nog wat van.

Buurtdokters

Buurtdokters is ook nieuw en neemt een aparte positie in, want zij leveren een vorm van uitgebreid praktijkmanagement om het werk te verlichten en praktijkhouderschap te stimuleren. Een interessant initiatief, waarbij het wel bijzonder is dat zij een maatschap met de huisarts aangaan, die een uurbedrag betaald krijgt plus de helft van de winst. Buurtdokters krijgt de andere helft. Zij kunnen het praktijkhouderschap aantrekkelijk maken voor startende huisartsen die twijfelen of ze een eigen praktijk willen. Maar Buurtdokters zorgt niet voor vervanging als de huisarts of assistente ziek wordt, en heeft belang bij zo laag mogelijke kosten omdat ze delen in de winst. Dat staat ondanks de goede uitgangspunten op gespannen voet met het idee dat normaal gesproken een mede-eigenaar van een praktijkmaatschap verantwoordelijk zou moeten zijn voor bezetting en geleverde zorg – en dat zijn ze dus niet: dat is de huisarts met wie ze de maatschap aangaan. Het idee om praktijkmanagement professioneel over te nemen is goed, maar de vraag is wel waarom ze daarvoor niet gewoon een nota sturen in plaats van aanspraak te maken op de helft van de praktijkwinst. Hun uitleg daarvan is dat ze zo meer invloed hebben, maar uiteindelijk krijg je dan toch een grote organisatie die, zonder zelf te dokteren, mede-eigenaar is van tientallen of zelfs honderden praktijken, en we weten hoe dat bij andere grote organisaties is afgelopen.

De ziel en het succes van de huisartsen­geneeskunde zoals we die tot nu toe kennen zitten hem in de individuele persoonlijke verbondenheid van één huisarts met de op diens naam ingeschreven patiënten. Elke andere constructie loopt op langere termijn het risico te mislukken door gebrek aan dat persoonlijke commitment.

Dokter zijn doe je niet op afstand

Allemaal blabla?

De ironie is dat verzekeraars de laatste jaren bovengenoemd extern praktijk­management en digitale consulten op afstand aanmoedigen. Maar dat is bedoeld om bestaande huisartsenpraktijken extra mogelijkheden te bieden efficiënter te werken, met behoud van kernwaarden. Niet om een nieuwe, uitgeklede, commer­ciële huisartsenzorg 2.0 uit de grond te stampen die niet voldoet aan de voorwaarden van ons vak. Een huisartsenpraktijk moet aan zeer strikte eisen voldoen. De meeste tuchtzaken gaan over slecht geleverde zorg en niet of te laat afgelegde visites. En nu zouden we huisartsenzorg opeens op deze manier – digitaal en op afstand, door allerlei partijen – kunnen uitoefenen? Wat is er gebeurd met onze opvattingen over continue, integrale en persoonlijke zorg? Was dat allemaal bla­­bla? Laten we deze principes los omdat waarnemers geen praktijk meer willen beginnen en de verzekeraars toch graag willen kunnen zeggen dat iedere Nederlander bij een huisarts ingeschreven staat, ook al betekent dat op deze wijze inhoudelijk niets?

Hoe gaat een beeldbel-arts, die volgens Arene zelfs vanuit Amerika werkt, een videoconsult omzetten naar een fysiek consult als pas tijdens het gesprek de gedachte ontstaat aan een trombosebeen, longembolie, geprikkelde buik, otitis media, een verzakking, een verdachte huidafwijking, et cetera? Dus de vele gevallen tussen anamnese en beleid in, waarbij helemaal niet zeker is of de patiënt moet worden ingestuurd. Bij een gewoon spreekkamerconsult loop je samen naar de onderzoeksbank. Bij beeldbellen in mijn eigen praktijk (met beeldbellen als extra service) is een omzetting tijdens het gesprek naar een fysiek consult al ingewikkeld, want dan moet ik de patiënt alsnog laten komen en is iedereen alsnog dubbele tijd kwijt. Maar bij Arene, en in alle gevallen waarbij de beeldbellende dokter ver weg is, is het zelfs onmogelijk, want belt die dan vanuit Amerika een dokter in uw buurt die stante pede even in het oor gaat kijken, aan het been gaat voelen of gaat toucheren? En maakt de beelddokter daarna het consult weer af? Ik dacht het niet. Dokter zijn doe je niet op afstand. Bovendien: in de bus, op school of op het werk doet de patiënt echt niet aan beeldbellen, dus die moet er evengoed voor thuisblijven op een bepaald tijdstip.

Menselijke dokterspraktijk

Praktijkovername door commerciële bedrijven die duizenden mensen willen inschrijven en kale zorg leveren met chatbots en beeldbellende huisartsen op afstand is dus niet de juiste weg. Als uit­­besteed praktijkmanagement blijkbaar een oplossing is om waarnemers weer de stap naar praktijkhouder te laten maken, dan moeten we daar in regionaal verband in eigen beheer aan gaan werken, om te voorkomen dat commerciële partijen met uitgeklede zorg aan de inschrijftarieven gaan verdienen en een briefje op de deur hangen met ‘gesloten’ als hun dokter ziek is of is gestopt en ze geen vervanger kunnen vinden, omdat dat bedrijf zelf geen praktiserend dokter is. (Nota bene: terwijl dat briefje er hangt ontvangen ze nog steeds de inschrijf­tarieven en nemen de dokters in de buurt waar.)

We moeten daarom vasthouden aan het concept van de aan één huisarts verbonden, menselijke dokterspraktijk die dagelijks van 8 tot 17 uur geopend is, waar patiënten snel gezien worden, waar baliemedewerkers, assistenten en ondersteuners zijn, de telefoon echt wordt opgenomen, de spoedlijn echt werkt en een solide waarneemregeling bestaat. En waar de inschrijftarieven worden uitgegeven aan waar ze voor bedoeld zijn. Dát is wat huis­­­art­sengeneeskunde is, moet zijn, en moet blijven. 

Reactie Arene

Helaas moeten wij constateren dat het artikel van collega Göbel niet gebaseerd is op feiten, maar op aannames. Wij geven daarom graag inzicht in de achtergrond en het financieel model van Arene.

Arene is een online huisartsenpraktijk specifiek voor mensen in Nederland zonder huisarts. Arene is in 2021 opgericht door vier huisartsen en levert op dit moment zorg aan zo’n vijfduizend reguliere verzekerden en 20 duizend Oekraïense vluchtelingen. Het model is gebaseerd op samenwerking met collega’s in gebieden waar veel patiënten niet meer bij een huisartsenpraktijk terechtkunnen vanwege een tekort aan huisartsen. Volgens collega Göbel bestaat deze situatie niet in Nederland, maar de realiteit is anders. Voordeel van deze samenwerking is dat patiënten directe toegang hebben tot huisartsenzorg en collega’s in dergelijke regio’s ontlast worden, doordat een groot deel van de huisartsenzorg (tijdelijk) weggevangen wordt.

Net als andere huisartsenpraktijken ontvangt Arene inschrijfgeld (ca. 85 euro per ingeschreven patiënt per jaar) en een vergoeding voor de verrichtingen. Hier worden, net als in andere praktijken, de doktersassistentes, huisvesting, ICT en huisartsen van betaald. Daarnaast betalen we hiervan de collega’s die fysieke consulten doen. Niet alle zorg kan namelijk digitaal. Onze ervaring is dat nog 20 procent van de zorgvragen gezien moet worden door een lokale collega. Arene betaalt hen daarvoor het passantentarief. Er is dus geen sprake van dubbele bekostiging.

Overigens ontvangt Arene, net als andere huisartspraktijken, geen inschrijfgeld voor Oekraïense vluchtelingen, alleen een vergoeding op verrichtingenbasis.

dr. Jasper Schellingerhout (huisarts en klinisch epidemioloog) en

Jan Frans Mutsaerts (huisarts), mede-initiatiefnemers van Arene


Reactie Buurtdokters

Het pleidooi van collega Göbel voor het behoud van de menselijke dokterspraktijk steunen we van harte. En het kan! Als van de 12 duizend huisartsen 80 procent praktijkhouder wordt heeft iedere Nederlander weer een vaste huisarts. Maar dan moeten we wel de generatiekloof overbruggen.

Jonge huisartsen willen parttime werken en vooral zorg verlenen. Het praktijkhouderschap is daarentegen een fulltimebaan waarin je veel tijd kwijt bent aan financiën, administratie en hr. Zodoende wordt inmiddels zo’n 40 procent van de huisartsenzorg verleend door waarnemers. Buurtdokters wil het praktijkhouderschap juist weer aantrekkelijk maken.

Dat doen we door een maatschap aan te gaan met huisartsen. Wij zijn verantwoordelijk voor de niet-medische taken, de dokter is qua zorg de baas. Zo wordt parttimepraktijkhouderschap mogelijk, met autonomie en focus op patiënten. Tegelijkertijd ontstaat ruimte voor een betere organisatie van zorg. Daarin werken alle Buurtdokterspraktijken samen. Best practices uit de ene praktijk mogen andere huisartsen binnen de Buurtdokters-community overnemen. Wij ondersteunen bij de implementatie. En we staan ook klaar als het niet lukt om vervangend personeel te vinden.

Zo voorkomen we dat de menselijke dokterspraktijk de spreekwoordelijke kruidenier wordt die ten onder gaat aan zijn eigen kleinschaligheid. Maar behouden we het persoonlijke en toegankelijke karakter. Dat komt de patiënt, de dokter en het welzijn van de samenleving ten goede.

Sophie Brühl, huisarts en medeoprichter van Buurtdokters

auteur

Arjen Gobel, huisarts, Amstelveen

contact

arjengobel@gmail.com

cc: redactie@medischcontact.nl

Lees ook: download dit artikel (in pdf)
huisartsenpraktijk
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • G.K. Mitrasing

    Huisarts, Vogelvrij

    Ik weet niet hoe dat bedrag van 60 000 tot stand is gekomen... € 19,91 per kwartaal x 2100 is geen 60 mille.. of je moet alle flauwekul aanvullende modules hebben gecontracteerd en dat hebben toegevoegd... maar dat zijn geen inschrijfgelden..

    • A. G?bel

      Huisarts, Amstelveen

      Dat is heel simpel, als je een normpraktijk hebt met assistentie, praktijkondersteuning en diverse patiëntenleeftijden, heb je een gemiddeld inschrijftarief van ongeveer 28 euro. Als je geen POH's hebt is het navenant lager.
      Ik maak een vergelijking... tussen goed geoutilleerde praktijken - zoals het hoort, dus met POH etc. - en kale praktijken met alleen beeldbellen.

  • J.B.E. Hulshof

    GGZ-arts, Wolfheze

    Om te beginnen begrijp ik niet dat zorgverzekeraars met dit soort zorgcowboys in zee gaan. Ze zouden toch zelf kunnen bedenken dat er forse bedragen aan de strijkstok van dit soort tussenpersonen blijven hangen in plaats van dat deze bedragen aan zor...g worden besteed. Zorgverzekeraars zouden contracten moeten sluiten met (collectieven van) huisartsen die in één praktijk werken en niet met de genoemde cowboys. Verder zouden de verzekeraars met de huisartsen in overleg moeten gaan over een andere bekostigingsstructuur, waarbij bedragen worden betaald voor overheadkosten (management, ondersteunend personeel, huisvesting, HR etc.) en anderzijds aangepaste tarieven voor de daadwerkelijk geleverde zorg per patiënt / per consult. De huisartsen kunnen dan er voor kiezen om (een deel van) de overheadwerkzaamheden uit te besteden aan bureaus, om zo meer tijd voor zichzelf te creëren om zorg te leveren en patiënten te zien. En verder zou in dit verband ook moeten worden overlegd over veranderingen in de bekostiging waardoor huisartsen worden gestimuleerd om toch weer praktijkhouder te worden.

  • P.A.W. van Hessen

    arts Maatschappij & Gezondheid, bestuurder Stichting Amsterdamse Gezondheidscentra, Amsterdam

    Er is nog een ander alternatief voor goede huisartsenzorg zonder praktijkeigenaarschap: een dienstverband bij een Stichting met huisartsenzorg. Het is een alternatief met een track record van meer dan 50 jaar. De Stichting zorgt voor contractering, m...anagement, hrm, huisvesting etc. En de Stichting heeft geen winstoogmerk: als er wat resultaat overblijft aan het eind van het jaar, gaat dat terug naar de zorg. Voor veel (jonge) huisartsen is praktijkeigenaar worden niet hun ambitie; het past niet bij hun primaire kwaliteiten, ze willen vooral dokter zijn voor hun eigen patiënten; ze willen zeggenschap en flexibiliteit. Een dienstverband bij een Stichting past daar prima bij.

  • P.J.P. Poels

    Huisarts en bestuurder, Arnhem

    Hand in eigen boezem?

    Collega Gobel schrijft over het cashen van inschrijfgelden door commerciële exploitanten. Dit zou gebeuren door partijen die inspringen in een markt van leegloop. Op plekken zonder opvolging van de vaste huisarts wordt de zorg ...op afstand georganiseerd tegen minimale huisvesting- en vaste kosten om patiënten toch maar aan een huisarts te helpen.

    Het fenomeen dat jonge huisartsen schrikken om praktijkhouder te worden is helaas van deze tijd. De kunst is om hen toch te weten binden op een andere manier dan dat we zelf nu de zorg leveren. Het is een logische stap om de administratieve lasten weg te organiseren naar een serviceorganisatie. Dat gebeurt ook in andere sectoren.
    De bijna 60 regionale huisartsen organisaties (RHO) in Nederland zijn allen hard bezig om hier een positie in te kiezen. Zij hebben capaciteit en steeds meer ervaring om te ontzorgen. Het vraagt echter wel iets essentieels en tevens iets moeilijks van praktijkhouders: een stukje loslaten van regie en delegeren, vertrouwen en mandateren van de RHO. RHO’s hebben ook allemaal plannen om de jonge huisartsen te begeleiden naar een eigen praktijk. Door als praktijkhouder samen met de RHO tijdig te zoeken naar maatwerk in ontzorging kunnen veel opvolgproblemen verholpen worden.

    Patrick Poels
    Huisarts in Huissen en voorzitter Onze Huisartsen Arnhem

    [Reactie gewijzigd door Poels, Patrick op 20-01-2024 12:19]

  • B.J.A. Kuijper

    Huisarts

    Mooi stuk van collega gobel. Als toevoeging nog het volgende. Arene heeft akkoord van de NZA om in samenwerking met onvz ook digitale consulten te gaan doen voor patiënten die wel gewoon bij een eigen huisarts staan ingeschreven. Geeft ook te denken.......en zegt naast de visie op zorg die arene heeft ook iets over de visie op zorg die de verzekeraar(of in ieder geval onvz) en de nza hebben. Regionale huisartsen organisaties moeten sterk in hun schoenen staan om dit tij te keren, als de verzekeraar en nza hier anders over denken.

  • H.C. van Gorsel

    Arts en ervaringsdeskundige , Amsterdam

    Zorgelijke ontwikkelingen. Hier zouden zorgverzekeraars hun verantwoordelijkheid kunnen en moeten nemen om alleen contracten af te sluiten met partijen die fatsoenlijke zorg leveren.

  • S.H. de Kort

    Huisarts

    "Net als andere huisartsenpraktijken ontvangt Arene inschrijfgeld (ca. 85 euro per ingeschreven patiënt per jaar) en een vergoeding voor de verrichtingen. Hier worden, net als in andere praktijken, de doktersassistentes, huisvesting, ICT en huisartse...n van betaald"
    Maar in reguliere praktijken moet van dit inschrijftarief ook nog 1000 andere zaken worden bekostigd. Bijvoorbeeld instrumentarium (aanschaf en onderhoud), autoclaaf, inrichting van onderzoeks-/behandelkamer, voorraad verband en diagnostica. Dat een praktijkruimte groter moet zijn als er ook patienten ontvangen worden behoeft geen toelichting. En dat die patienten in een verwarmde wachtkamer terecht kunnen: we regelen het. Wat doet Arene dan met het geld dat ze daarvoor ontvangen?

  • G.R.I. Slock

    huisarts, Sluis

    Zeer terechte zorgen van collega Gobel. NZA/ VWS zou dit eenvoudige kunnen verhelpen door een minimum personeelsnorm van aantal fte huisartsen huisartsen en doktersassistentes op te leggen aan instellingen die huisartsenzorg willen contracteren. ... Maar dan moet je die natuurlijk ook fatsoenlijk betalen en daar ontbreekt blijkbaar de politieke wil. Dus moet iedereen om fraude te voorkomen een zeer omslachtige WTZI adminstratie gaan voeren terwijl de kern van zorgfraude niet wordt aangepakt : zorg contracteren waarvoor je het personeel niet hebt om die fatsoenlijk te leveren.

  • F.J. Böhm

    Huisarts, Noordwijkerhout

    Zoals vaker legt collega Gobel op heldere wijze de vinger op de zere plek.
    De commercialisering zien we nu in de huisartsgeneeskunde maar al langer in de ongebreidelde toename van allerlei ZBC's (met zelfs televisie en radioreclames).

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.