Incontinent door hormoontherapie

Hormoontherapie bij vrouwen met overgangsklachten verhoogt de incidentie van urine-incontinentie. Dit blijkt uit onderzoek van Susan Hendrix en collega’s, dat beschreven staat in JAMA van 23 februari. De resultaten zijn in strijd met het eerder veronderstelde positieve effect van de therapie op incontinentieklachten.

De onderzoekers analyseerden onderzoeksgegevens van het Women’s Health Initiative (WHI). Ruim 23.000 vrouwen tussen de 50 en 79 jaar werden behandeld met hormoontherapie, bestaande uit oestrogeen en progesteron, alleen oestrogeen, of een placebo. Uit de resultaten blijkt dat de hormoontherapie het risico op urine-incontinentie 1,5 tot 2 keer verhoogt. Bovendien verergerden de incontinentiesymptomen bij vrouwen die al symptomatisch waren bij aanvang van de studie met een factor 1,2 tot 1,5.

De onderzoekers concluderen dat hormoontherapie met oestrogeen en progesteron of alleen oestrogeen in de toekomst niet voorgeschreven dient te worden om urine-incontinentie te voorkomen of te verlichten.

De huidige NVOG-richtlijn voor urine-incontinentie geeft aan dat oestrogeentherapie niet effectief is bij incontinentieproblemen. Bovenstaande studie laat zelfs een concreet negatief effect van hormoontherapie zien. De resultaten van dit onderzoek geven dan ook een nieuwe betekenis aan het gebruik van hormonen bij postmenopauzale vrouwen, dat vorig jaar al ter discussie stond vanwege een verhoogde kans op borstkanker. \<\< SH