Huisartsenacties (4)

Hoofdredacteur Ben Crul geeft aan dat hij bang is dat de huisartsen na de acties met een kater blijven zitten (MC 20/2005: 831). Hij laat ook blijken dat hij door het geuite ongenoegen het spoor een beetje bijster is en pleit tegen het oppoken van wantrouwen.

Graag wil ik proberen wat helderheid te scheppen in de vloedgolf van ongenoegen. De basis hiervoor was toch het overheidsbeleid.

Allereerst is er getornd aan de inschrijving op naam. Weliswaar heeft de minister nu een politieke garantie afgegeven over het behoud van inschrijving op naam, maar dat is geen houdbare juridische borging.

Op de tweede plaats heeft de overheid via de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) categorisch de collectieve zorg overeenkomst onwettig verklaard. De huisartsenzorg is daardoor als het ware geatomiseerd. Ik heb zelf ervaren, in het kader van het seniorenbeleid, dat het geen zin heeft om als bescherming tegen machtsmisbruik door de zorgverzekeraars bij de NMa of de bestuursrechter een beroep te doen op de mededingswetgeving. De minister heeft in zijn brief aan de Nederlandse huisartsen aangeven dat hij zal onderzoeken hoe kan worden voorkomen dat huisartsen met tien zorgverzekeraars moeten onderhandelen. Dit is wat mij betreft too little and too late. En zijn verklaring is een politieke toezegging en dat is slechts een garantie tot aan de hoek; oftewel tot de volgende verkiezingen.

De minister heeft met één pennenstreek de ondersteuningsstructuur van de huisartsen opgeheven. Verder wil de minister de huisartsenzorg ‘moderniseren’ door een hyperbureaucratisch herverdelingssysteem van kosten in het leven te roepen. Daarbij komen ook nog het grote aantal openbare uitspraken van de minister, zorgverzekeraars en politici die het wantrouwen van huisartsen alleen maar hebben versterkt. Geen wonder dat huisartsen chaotisch reageren met ‘het grote ongenoegen’.

De minister wil marktwerking in de zorg. Daarin is geen plaats voor goed vertrouwen, maar slechts voor harde en houdbare afspraken.

Ik zou graag zien dat de huisartsen acties voeren voor:

- een houdbare, juridische borging van de inschrijving op naam bij de huisartsen, die wordt vastgelegd in een Algemene Maatregel van Bestuur;

- een kabinetsbesluit waarbij het verbod van de NMa tot het sluiten van collectieve zorgovereenkomsten wordt opgeheven;

- het creëren van een fonds ‘modernisering huisartsenzorg’ buiten het bestaande budgettaire kader van de zorgnota.

Met deze middelen kunnen de huisartsen binnen de nieuwe zorgwet verder. Hiervoor wil ik actie voeren.

Uden, mei 2005

J. Kingma, huisarts