Het debat over studentenselectie wordt beheerst door misverstanden
De feiten over de beste toelatingsmethode tot de geneeskundeopleiding
3 reactiesWat is de beste manier om studenten voor de studie geneeskunde te selecteren? Over die vraag wordt in Den Haag fel gedebatteerd, maar jammer genoeg getuigen de argumenten niet van verstand van zaken. Opleidingsspecialisten zetten de feiten op een rijtje.
We moeten toegeven dat het nog steeds voorkomt. Bij de laatste voorlichting voor de opleiding geneeskunde VU Amsterdam kwam een moeder naar de informatiestand voor selectie: ‘Ik ben internist en ik neem aan dat mijn dochter dan voorrang heeft bij de selectie?’ Zonder enige schaamte.
Op dinsdag 14 februari 2023 stemde een groot aantal Tweede Kamerfracties in met de wet die loting toevoegt als selectiemethode voor numerus-fixus-opleidingen, zoals geneeskunde.1 Deze instemming ging niet zonder slag of stoot, omdat de toevoeging van het Klaas Visser-amendement aan het wetsvoorstel verschillende politieke partijen tot twijfelen bracht (zie kader). Dit leidde vervolgens tot een veelheid aan interpretaties van dit amendement. De vele zelfverklaarde selectiedeskundigen in Nederland weten echter weinig af van de selectieprocedure en de impact op de studentenpopulatie. In debatten worden regelmatig zaken aangehaald die niet meer van toepassing zijn binnen onze procedure. Zo wordt regelmatig gesproken over motivatiebrieven, terwijl wij hiermee zijn gestopt vanwege de subjectiviteit van die brieven; ChatGPT schrijft zo’n brief in een paar seconden voor je. Daarnaast kwam in de context van het Klaas Visser-amendement regelmatig aan de orde dat 25 procent van de kandidaten meteen zou worden uitgesloten van selectie, en 25 procent direct zou doorstromen.2 In de praktijk gebeurt dit nu al bij 5-10 procent van de kandidaten, doordat zij niet voldoen aan de eisen voor de selectie. Zij zijn bijvoorbeeld te laat of niet volledig bij uit te voeren opdrachten. Er stromen bij de VU geen studenten direct door. Toch ontstonden hierdoor al snel misvattingen over de selectiepraktijk.
Emotioneel beladen
Met uitzondering van enkele individuele gesprekken die wij voerden met Kamerleden kwamen de opleidingen zelf nauwelijks aan het woord. Zo werd een inhoudelijk complex en emotioneel beladen onderwerp vrijwel volledig gepolitiseerd. Graag gaan we dan ook voorafgaand aan de behandeling van het wetsvoorstel en het amendement in de Eerste Kamer in gesprek met senatoren en de minister om de argumenten van de opleidingen nog beter te belichten.
Vanuit een meer strategisch perspectief is het zinvol als geneeskundeopleidingen hun selectieprocedures zo inrichten dat deze aansluiten bij maatschappelijke behoeften, zoals ook D66 en VVD betoogden in hun motie.3 Wij voelen de verantwoordelijkheid om studenten te selecteren die passen bij de zorg van morgen. De minister acht dit laatste echter minder belangrijk dan de toegankelijkheid tot het hoger onderwijs, en stelt hiermee de opleiding regelmatig voor dilemma’s. Als wij alleen studenten selecteren die kinderarts of chirurg willen worden, geven wij weinig blijk van begrip van de transitie van het zorglandschap. De voorlichting voor onze kandidaten is om die reden aangepast, en richt zich nu op vakken binnen én buiten de muren van het ziekenhuis.4 Tevens hebben opleidingen de verantwoordelijkheid om artsen af te leveren die later hun werk zo goed mogelijk kunnen doen. Want de zorg staat onder grote druk en in de toekomst wordt die druk alleen maar groter. Deze maatschappelijke verantwoordelijkheid sluit in een selectieprocedure niet altijd aan bij de kansengelijkheid bezien vanuit de individuele kandidaat.
Wij voelen de verantwoordelijkheid om studenten te selecteren die passen bij de zorg van morgen opleiding
Diverse selectie
De selectieprocedure voor de VU geneeskundeopleiding is zo ingericht dat deze al jaren een diverse studentenpopulatie selecteert. Want dat is wat de zorg nodig heeft. Ongeveer een derde van onze studenten is van biculturele afkomst, en dit past ook bij het beeld van de VU-campus, de stad Amsterdam en de patiëntenpopulatie. Om daar te komen is een procedure ingericht die niet alleen kijkt naar cijfers, maar ook naar aantoonbare belangstelling voor de maatschappij, zorg, bestuur en/of techniek. Door te selecteren op een bredere set van kenmerken bouwen we aan een diverse studentenpopulatie. Immers, hoge vwo-cijfers maken je niet per se een goede dokter.
Daarbij speelt ook een rol dat wij ons verantwoordelijk voelen voor de grote financiële investering die de maatschappij doet in iedere geneeskundestudent. De kosten voor de geneeskundeopleiding liggen aanzienlijk hoger dan het collegegeld dat studenten in zes jaar tijd betalen.
Voor ons betekent de bezwaarroute een investering van voltijdse juridische ondersteuning
Inspanningsverplichting
Het Klaas Visser-amendement wordt in de recente brief van de minister ook beschreven in de context van een inspanningsverplichting door de student.3 Iedere kandidaat heeft inderdaad een inspanningsverplichting, zoals het correct aanleveren van een cijferlijst en informatie over de vooropleiding en persoonlijke activiteiten. Deze inspanningsverplichting staat beschreven in een formeel selectiereglement dat bij iedere kandidaat bekend is. Wij zien dit echter niet als onderdeel van het Klaas Visser-model. Nu al hebben wij veel kandidaten die geen compleet dossier inleveren, omdat zij bijvoorbeeld pas een dag voor de deadline beginnen met de aanmelding of zelfs frauderen met stukken. Zij worden derhalve niet toegelaten tot de volgende stap in de selectieprocedure.
Een andere uitdaging is de juridisering van de selectieprocedure. Voor studiejaar 2022-2023 meldden zich bij de VU ongeveer 1100 kandidaten voor de 350 beschikbare geneeskundeplekken. De selectieprocedure voor dit cohort heeft geleid tot 76 bezwaren die zijn ingediend door kandidaten en ouders die het oneens waren met de uitslag. Doorgaans is er in het selectieproces niks misgegaan, maar willen zij aantonen dat de kandidaat in de opleiding hoort of beter is dan medekandidaten. Voor ieder bezwaar moet de opleiding een schikkingsgesprek organiseren, en wanneer dit niet leidt tot intrekken van het bezwaar dient er een zitting plaats te vinden bij een onafhankelijke commissie. Afgelopen jaar gingen vervolgens vijf kandidaten in beroep bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs (CBHO) in Den Haag. Voor ons betekent deze bezwaarroute een investering van voltijdse juridische ondersteuning om deze procedures te begeleiden. Het succes van deze procedures voor de kandidaat is klein terwijl de juridisering van de selectieprocedure een enorme impact heeft op medewerkers. Door toepassing van loting in de middenmoot van de ranking volgens het Klaas Visser-amendement verwachten wij dat de prikkel om een bezwaarprocedure te starten zal verminderen, wat ook de uitvoerbaarheid van de selectieprocedure ten goede komt.
Gewogen of ongewogen loting
Met de wetswijziging wordt het ook mogelijk om weer over te gaan op loten. Als je gewogen loting toepast selecteer je studenten bijvoorbeeld op basis van cijfers. Gewogen loting leidt echter niet per se tot een eerlijker selectie en diverse studentenpopulatie zoals het NRC beweert.2 Met name studenten uit gezinnen waarvan de ouders hoogopgeleid zijn, waar de Nederlandse taal goed wordt gesproken en waar voldoende financiële middelen zijn voor bijles hebben meer kans op een hoger vwo-cijfergemiddelde en toegang tot de opleiding. Zo doen sommige kandidaten zelfs 5-vwo over om een hoger cijfergemiddelde te behalen. Ongewogen loting zou voor dit fenomeen kunnen corrigeren. Het nadeel van ongewogen loting is dat kandidaten aan de voorkant minder goed hoeven na te denken of geneeskunde echt bij hen past.
Kansenongelijkheid
Tijdens de debatten kwam het woord kansenongelijkheid veelvuldig voor. Het probleem is dat in selectieprocedures altijd sprake zal zijn van onrechtvaardigheid en verlies. Geen enkele selectieroute kent alleen maar winnaars. Daarom moeten we ervoor zorgen dat het belang van het individu én het belang van een adequate selectie zoveel mogelijk voor ogen wordt gehouden. Dat laatste wordt in discussies en bijdragen vaak vergeten.
Kansenongelijkheid ontstaat vaak al bij de geboorte, waarbij studenten uit bepaalde sociaal-economische of culturele omgevingen minder mogelijkheden krijgen zichzelf te ontplooien. Daarnaast zijn kinderen die opgroeien in een gezin waar kennis is over het artsenvak of de zorg vaak in het voordeel bij een selectieprocedure. Om die reden hebben wij onze selectieprocedure in de afgelopen twee jaar flink aangepast. Ons uitgangspunt is dat iedereen die geschikt is evenveel kans moet hebben om de opleiding in te stromen. Zo zijn wij gestopt met het mogen opvoeren van cursussen voor de selectieprocedure, zoals een EHBO-cursus, omdat deze betaalde cursussen vaak alleen kunnen worden gevolgd door vermogende gezinnen en kandidaten die in de buurt wonen van cursuslocaties. Wij zijn tevens gestopt met de kennistoetsen tijdens de selectieprocedure. Ook voor deze kennistoetsen was specifieke training voorhanden die vaak alleen kon worden aangesproken door meer vermogende gezinnen.
Langetermijnvisie
Het is goed ons te realiseren dat selectie maar een eerste stap is om succesvol de geneeskundeopleiding te doorlopen. Het inrichten van een brede bachelor, waarbij studenten eerst leren studeren binnen een brede (bio)medische setting voordat zij worden geselecteerd voor de geneeskundeopleiding, zou een nieuwe kijk kunnen geven op de dilemma’s van selectie. Het is onze taak om hier een langetermijnvisie op te ontwikkelen, met als doel artsen op te leiden die kunnen bijdragen aan maatschappelijke vraagstukken en aansluiten bij het veranderende zorglandschap. In dat proces is selectie maar een minuscuul onderdeeltje, maar wel een met een grote politieke lading en maatschappelijk belang. We hopen dat alle selectiedeskundigen van Nederland dit beseffen.
Klaas Visser-amendement
De naam van voormalig opleidingsdirecteur Klaas Visser (UvA) is verbonden aan de ex aequo-regeling die hij voorstelde voor het middensegment van kandidaten die zich voor een selectieprocedure hebben aangemeld en redelijk vergelijkbaar scoren. In deze regeling wordt na selectie de best scorende groep toegelaten tot de opleiding en wordt de slechtst scorende groep uitgeselecteerd. In de middenmoot die overblijft wordt vervolgens geloot om de nog resterende opleidingsplaatsen. Om dit te mogen doen moest de nieuwe wet ook toestaan dat selectie en loting kunnen worden gecombineerd. Daarop hebben D66 en CDA een amendement ingediend dat deze combinatie mogelijk maakt.
Nadat met het amendement werd ingestemd ontstond echter een brede discussie over de interpretatie ervan. Enkele politieke partijen en de minister suggereerden dat het amendement de kansenongelijkheid tussen kandidaten zou vergroten, omdat een deel van de kandidaten al vroegtijdig zou worden uitgesloten van de selectieprocedure.5 Klaas Visser zelf heeft de interpretatie van het amendement in verschillende media genuanceerd door te stellen dat in zijn oorspronkelijke idee alleen kandidaten die niet voldoen aan een ‘inspanningsverplichting’, zoals het niet inleveren van een dossier of opdracht, niet mee zouden mogen loten. De geneeskundeopleiding van de VU Amsterdam zou het Klaas Visser-amendement echter willen toepassen nadat er een ranking van kandidaten is gemaakt op basis van vwo-resultaten, maatschappelijke inzet en cognitieve testen.
auteurs
prof. dr. Christa Boer, vicedecaan onderwijs Amsterdam UMC, opleidingsdirecteur faculteit der geneeskunde Vrije Universiteit Amsterdam
dr. Dov Ballak, senior beleidsadviseur onderzoek & onderwijs en preventie, Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra
dr. Benjamin Janse, Amsterdam UMC, hoofd selectieprocedure faculteit der geneeskunde Vrije Universiteit Amsterdam
mr. drs. Koen van Dijk, jurist selectieprocedure Amsterdam UMC, faculteit der geneeskunde Vrije Universiteit Amsterdam
contact
c.boer@amsterdamumc.nl
cc: redactie@medischcontact.nl
Voetnoten
1. https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/wetsvoorstellen/detail?id=2021Z04606&dossier=35765
2. Veldhuis P, Weeda F. Kamer steunt wetswijziging: weer loten bij toegang hoger onderwijs. NRC 14 februari 2023.
3. https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/moties/detail?id=2023Z00957&did=2023D02296
4. https://www.studioovu.nl/extracurriculaire+activiteiten/dokter+buiten+het+ziekenhuis/default.aspx
5. https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?id=2023D05816&did=2023D05816
Lees ook:
A.E. Brouwer
Internist
Een vraag: is ooit overwogen om 45% van de plekken aan mannen toe te wijzen, 45% aan vrouwen en de overige 10% aan overigen. Om te zorgen dat op de werkvloer een evenwichtige verdeling bestaat en ook om jongens die iets later opbloeien een reële kans... te geven?
J.C. Ijzerman
sportarts niet praktiserend, Welberg
Twee zinnen zetten me aan het denken; " ........verantwoordelijk voor de grote financiële investering die de maatschappij doet in iedere geneeskunde student" en "....inspanningsverplichting door de student".
Is het niet zinvol te verplichting in te ...voeren na het artsen examen minimaal 4 dagen in de week te gaan werken voor bijvoorbeeld een periode van 5 jaar ? Ik heb de indruk de laatste tijd dat geneeskunde als een leuke studie wordt gezien en dat men daarna voor 2 dagen in de week kan gaan werken het liefst van negen tot vijf of totaal een andere richting op gaat. Als men dat doet prima maar dan terugbetaling deel van de studiekosten. Zo gaat het ook bij een Arbodienst als je daar een opleiding afbreekt. Herinner me nog een ingezonden brief in de Volkskrant van een chirurg die constateerde dat het beroep huisarts meer een bijbaantje is geworden.
J.M.C. van Dam
Psychiater, Amsterdam
Gewoon alleen maar loten. Dat is het meest eerlijk, kost het minste. En het is ook helemaal niet zo erg om ook mensen binnen te hebben die het allemaal nog niet zeker weten. Dat betekent dat je ook gewone mensen binnen krijgt, hoe fijn is dat!
Anne-...Marie van Dam