Laatste nieuws
Henk Maassen
Henk Maassen
10 minuten leestijd
geschiedenis

Genezers aan het hof

Soms groeide de macht de dokter boven het hoofd

Plaats een reactie
Filmposter van A Royal Affair
Filmposter van A Royal Affair

De geschiedenis van de familie Van Oranje-Nassau kent talrijke hof- en lijfartsen. Velen zijn in de betrekkelijke anonimiteit verdwenen. Maar niet allemaal. Van de Hollandse Hippocrates tot de Nederlandse Raspoetin: een kleine portrettengalerij.

Lijfartsen heb je in soorten en maten. Vaak waren ze tevens hofarts en hadden zo de zorg voor een complete (adellijke) familie. Deze dokters wisten veel, en zaten dicht bij de macht. Meestal waren ze dienstvaardig en hielden ze hun mond gesloten. Een enkeling heeft zijn beroepsgeheim geschonden, zoals Li Zhisui (1919-1995), de lijfarts van de Chinese leider Mao Zedong (1893-1976). Dankzij hem weten we dat de Grote Roerganger zich nooit waste, dat zijn gebit was bedekt met een dikke, groene laag plak en uit zijn tandvlees regelmatig het pus wegliep. En dat hij zijn geslachtsdelen ‘waste’ in de schoot van tientallen jonge meisjes die met hem het bed moesten delen.

Soms groeide de nabijheid van de macht een dokter boven het hoofd. Zo werd in het laatste kwart van de achttiende eeuw de Duitser Johann Friedrich Struensee lijfarts van de volstrekt krankzinnige Deense koning. Niet alleen werd deze dokter de minnaar van de koningin, maar hij wist het ook te brengen tot een soort plaatsvervangend staatshoofd en voerde als zodanig een rationeel, verlicht bewind over het achterlijke Denemarken. Het kostte hem uiteindelijk letterlijk de kop, maar leverde ons een mooie roman, Het bezoek van de lijfarts (Per Olov Enquist) en een mooie film, A Royal Affair, op.

Johann Friedrich Struensee aan het Hof van Kopenhagen met Caroline Mathilde en Christian VII, 1881
Johann Friedrich Struensee aan het Hof van Kopenhagen met Caroline Mathilde en Christian VII, 1881

In Nederland heeft het Huis Oranje-Nassau zulke excessen nimmer gekend. De meesten van het grote aantal artsen dat de leden ervan gedurende eeuwen medisch heeft bijgestaan, waren van onbesproken gedrag. Ofschoon bijvoorbeeld hofarts Sytze Greidanus (1843-1914) nog wel uit de school heeft geklapt over het overspelige liefdes­leven van koning Willem III toen hij neerpende dat een operazangeres Willem aan zich wist te binden door een leugen. Ze zei dat hij haar zwanger had gemaakt, ‘waarover de koning zo verrukt was, dat hij uitgeroepen zou hebben: “Eindelijk zal ik vader worden!”’ Die woorden, meende Greidanus, suggereerden dat Willem niet de vader was van zijn drie kinderen.

En o ja, minstens één charlatan drong door tot het hof.

Pieter van ForeestAnoniem portret uit 1590. Collectie Stedelijk Museum Alkmaar.
Pieter van ForeestAnoniem portret uit 1590. Collectie Stedelijk Museum Alkmaar.

1.‘Door de zevende en de achtste rib’

Pieter van Foreest (1521-1597), ook wel bekend als de ‘Hollandse of de Bataafse Hippocrates’, was de lijfarts van Willem van Oranje (1533-1584), een moeilijke patiënt, maar Van Foreest kon het naar verluidt goed met hem vinden. Na de dodelijke aanslag op prins Willem van Oranje, 10 juli 1584, verrichtte Van Foreest samen met een Delftse collega forensisch onderzoek. Uit hun verslag blijk dat ‘den scheut is ingegaen, aen de slincke syde, drie wingheren beneffens den tepel van de borste, ontrent een groot strootbreed neerwaerder dan den tepel staet, deur de vyfde ribbe, ende is voorts gepasseert door de longher, daer nae deur de dunste membraneuse partye van het middelrif, oft diaphragma, ende van daer, deur de crop van de maeghe, ende also deur de zevenste ende achste ribbe, met quetsinghe over de slinkerzyde, hert aen de spina dorsi, oft paternoster van ‘t rugghebeen, met twee gaten, met interstitie van een half groot breet, weesende d’een groter dan d’ander.’

Van Foreest, tevens stadsmedicus van Delft en hoogleraar te Leiden, was een man met grote reputatie. Hij had een diepe afkeer van niet-academische genezers (‘pisbesienders’), en van het onbevoegd uitoefenen der geneeskunde. Verder maakte hij talloze aantekeningen over de kwalen van zijn patiënten en over de wijze waarop hij ze behandelde. Later rangschikte hij al die gegevens en kwam zo tot ruim 1350 ‘observaties’, die de basis vormden voor academische verhandelingen (‘Scholia’).

Willem I, prins van Oranje Adriaen Thomasz. Key, ca. 1579
Willem I, prins van Oranje Adriaen Thomasz. Key, ca. 1579

2. ‘Een droevig geval’

Willem van der Straaten (1593-1681) – ook wel Stratenus of Verstra(e)ten – was van 1646 tot 1672 arts aan het hof van de stadhouder in Den Haag; drie achtereenvolgende stadhouders diende hij: Frederik Hendrik, Willem II en Willem III. Hij stond bekend om zijn gierigheid; al zijn visites legde hij te voet af, een koets had hij niet. Van nature conservatief was hij een aanhanger van de aloude ziekteleer van Galenus: het menselijk lichaam bestond uit vier lichaamsappen of humores: slijm, bloed, gele gal en zwarte gal. Doorgaans overheerste één van die vier. Die bepaalde het karakter en de lichamelijke gesteldheid van de mens. Men was flegmatisch (kil), sanguinisch (gepassioneerd), cholerisch (driftig) of melancholisch (neerslachtig). Ook accepteerde hij Harveys nieuwe theorie van de bloedsomloop niet. Toch was hij ook een vernieuwer: van 1636 tot 1649 was hij hoogleraar aan de pas opgerichte Utrechtse universiteit. Als eerste in Nederland gaf hij daar onderwijs aan het ziekbed. Zijn studenten moesten patiënten onderzoeken en een diagnose stellen, die hij vervolgens bekritiseerde en beoordeelde. Van der Straatens reputatie liep een flinke deuk op in 1650, toen stadhouder Willem II op 24-jarige leeftijd overleed aan de kinderpokken, een ziekte die meestal niet dodelijk was. Zijn reputatie kreeg nog een extra knauw toen de fameuze dichter en diplomaat Constantijn Huygens (1596-1687) bij zijn overlijden een reeks spottende versjes publiceerde. Deze bijvoorbeeld:

‘De doctor Van der Straten

Heeft eens de werld verlaten;

Staet te bedencken of dit droevighe gevall

Meer dooden geven, of meer levens berghen sal.’

Willem van der Straaten 1593 -1981
Willem van der Straaten 1593 -1981
Govard Bidloo 1649-1713
Govard Bidloo 1649-1713


3. ‘Boven de 30 moet je je eigen dokter zijn’

Govard Bidloo (1649-1713) was lijfarts van koning-stadhouder Willem III van Oranje (1650-1702). Nadat Willem in 1689 het Engelse koningschap op zich had genomen, werd Bidloo twee jaar later op voorspraak van de koning benoemd tot ‘Superintendent Generaal van alle doctoren, apothecars en chirurgijns van Nederlandsche hospitalen en ziekhuysen der Militie’. Beide mannen onderhielden een persoonlijke band. Vaak bracht Bidloo de avonden bij zijn koning door terwijl hij hem op de hoogte bracht van de nieuwste anatomische en chirurgische ontwikkelingen.

Zijn leven lang leed Willem aan gezondheidsproblemen, met name aan chronische astma. Toen zijn echtgenote Mary in 1694 pokken kreeg, bracht dat onaangename herinneringen boven. Het was de ziekte waaraan zowel Willems vader als zijn moeder waren over­leden en die hijzelf ternauwernood had overleefd. Op 27 december van dat jaar overleed Mary, waarna Willem nooit meer de oude is geworden.

In 1697 kreeg hij oedeem in zijn benen. Hij ging niet in op Bidloos advies vroeg te gaan slapen en anders te gaan eten: ‘... dus doende, zou ik altyd wel een doctor dienen by my te hebben (....) al de doctoren willen my heete dingen geeven en stil doen leeven en dat is mis; iemand die boven de 30. of 40. jaaren oud is, behoord zijn eygen doctor te kunnen weezen.’

Tijdens een jachtpartij in maart 1713 viel de koning van zijn paard. Willems toestand ging snel achteruit; met Bidloo aan zijn zijde overleed Willem op 19 maart. Toen zijn lijk gebalsemd werd, bleek de doodsoorzaak een pneumonie van de linkerbovenkwab. De longen waren op verschillende plaatsen met de thoraxwand vergroeid.

4. ‘De vreselijke dokter Everard’

De ziekelijke koning Willem II (1792-1849) – pokken, ademnood, koortsaanvallen en een hartkwaal worden genoemd – heeft zijn lijfarts Pierre Florent Joseph Everard vaak nodig gehad. Willems gezondheidstoestand kreeg vooral een klap na het overlijden van zijn lievelingszoon prins Alexander. Schoondochter Sophie, de eerste echtgenote van Alexanders oudere boer Willem (de latere koning Willem III) had geen hoge dunk van de hofarts: ‘Hij (Alexander, HM) werd erg ziek. De vreselijke dokter Everard onderschatte zijn lijden, dacht dat hij teringlijder was en slaagde erin hem te verwoesten. Hij leed zes maanden lang, werd naar Madeira gestuurd, waar hij helemaal alleen en ongelukkig aan zijn einde kwam. De autopsie toonde aan dat zijn longen gezond waren en zijn maag verwoest was.’

Sophie bleef kritisch over de medische zorg aan het hof, met name over het handelen van Cornelis Wilhelmus Vinkhuyzen (1813-1893), de lijfarts van haar man. We weten niet veel over zijn medische bekwaamheden, wel dat hij vaak een beroep deed of moest doen op collega’s. Bijvoorbeeld toen het tweede kind van Willem en koningin Sophie, Maurits, op zevenjarige leeftijd werd getroffen door meningitis en ‘zenuwzinkingskoorts’ en daaraan overleed. In de aantekeningen van Sophie – een erudiete vrouw die intellectueel verre de meerdere was van haar brute echtgenoot – lezen we dat ze graag kundiger artsen had geconsulteerd, maar dat Willem III dat pertinent geweigerd had.

5. ‘Bange uren’

In april 1902 kreeg de jonge en zwangere koningin Wilhelmina (1880-1962) tyfus – waarvan de bron overigens nooit is opgehelderd. Volgens haar biograaf Cees Fasseur hield Nederland twee weken lang de adem in. Gerhard Hendrik Roessingh (1848-1917), sinds 1891 haar lijfarts, schreef later: ‘’t Waren bange uren voor mij en de lange slapelooze nachten die ik steeds alleen in ’t paleis doorbracht, zal ik nooit vergeten.’ Alles leek uiteindelijk goed af te lopen, totdat hij begin mei opnieuw bij de koningin werd geroepen. ‘Dit was voor mij een der moeielijkste momenten die ik als medicus doorleefd heb; ik had het gevoel dat ik wegzonk.’ De toestand bleek namelijk hopeloos, het ongeboren kind was niet meer te redden. Haar leven lang zou Wilhelmina er een bijna panische angst voor besmettelijke ziekten aan overhouden.

Na meerdere miskramen werd op 30 april 1909 haar enige kind, Juliana, geboren.

6. 'In de sfeer der vereffening opgenomen'

Op 18 februari 1947 beviel Juliana (1909-2004) van Marijke (nu prinses Christina). Al spoedig bleek dat het kind een zeer beperkt gezichtsvermogen had ten gevolge van de rodehond die de moeder tijdens de zwangerschap had doorgemaakt. Het bevestigde grootmoeder Wilhelmina andermaal in haar levenslange angst voor infecties. Een operatie bracht verbetering, maar het bleef een zware last voor moeder en dochter. Via prins Bernhard kwam Juliana in contact met de ongeschoolde, maar charismatische ‘genezeres’ Greet Hofmans, die haar genezende krachten baseerde op ‘doorgevingen’ van hogerhand.

Prins Bernhard en zittend v.l.n.r.: prinses Beatrix, koningin Juliana, prinses Christina (Marijke) en prinses Margriet | ANP
Prins Bernhard en zittend v.l.n.r.: prinses Beatrix, koningin Juliana, prinses Christina (Marijke) en prinses Margriet | ANP

Hofmans genoot op het moment dat ze aan het hof verscheen al een behoorlijke bekendheid. In café’s hield ze extreem korte consulten waarin ze vaststelde welke ziekte in het spel was, waarna ze de lijder ‘opdroeg’ aan Christus. Medicijngebruik en doktersbezoek ontmoedigde ze.

Meestal sprak ze in raadselachtige, diepzinnigheden suggererende taal, ook waar het ging om de genezing van de jonge prinses: ‘Marijke is geheel in de sfeer der algehele vereffening opgenomen en ondergaat dit met algehele overgave van het formaat van haar wezen.’




Greet Hofmans | ANP
Greet Hofmans | ANP

Volgens Cees Fasseur besefte Juliana’s echtgenoot Bernhard na enige tijd dat hij met Hofmans ‘een Trojaans paard’ binnen de paleismuren had gehaald. Na onthullingen in het Duitse blad Der Spiegel in juni 1956 onderzocht een commissie van wijze mannen de beschuldigingen die tegen ‘de Raspoetin aan het Nederlandse hof’ waren geuit. Dat rapport is tot op de dag van vandaag geheim. Het resultaat: Hofmans en haar volgelingen, die via Juliana invloed wilden hebben op staatszaken en zorgden voor tweespalt tussen prins en koningin, werden van het hof verwijderd.

Stamboom van de familie Oranje-Nassau


Bronnen

De biografieën van Willem van Oranje (door CV Wedgwood), Willem I (door Jeroen Koch), Willem II (Jeroen van Zanten), Willem III (Dik van der Meulen), en Wilhelmina (Cees Fasseur).

Koningin Emma. Opstellen over haar regentschap (red. CA Tamse)

Juliana & Bernhard, Verhaal van een huwelijk 1936-1956 (Cees Fasseur)

Op het lijf geschreven. Bekendheden en hun lijfarts (red. JJE Everdingen e.a.)

Canon van de geneeskunde in Nederland (FG Huisman en MJ van Lieburg)

‘Vileine hippocraten’. Geneeskunde in dichtvorm door Constantijn Huygens (1596-1687 (B Haeseker)

Download dit artikel (PDF)
geschiedenis familie
  • Henk Maassen

    Henk Maassen is sinds 1999 journalist bij Medisch Contact, met speciale belangstelling voor psychiatrie en neurowetenschappen, sociale geneeskunde en economie van de gezondheidszorg. Hij stelt wekelijks de Media & Cultuur-pagina’s samen.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.