Laatste nieuws
Ingrid Lutke Schipholt
6 minuten leestijd

De tijd van wennen is voorbij

Plaats een reactie

Vierdemaandsevaluatie Leidse haio’s



Voor een groep Leidse haio’s - begonnen in maart van dit jaar - zit de eerste periode van werken in de huisartsenpraktijk erop. Zij kunnen nu een goede inschatting maken of er voor hen toekomst zit in dit vak. Tijd voor de vierdemaandsevaluatie met opleiders en begeleiders. MC schoof aan bij een van die gesprekken.


Hoe bevalt het werken in de praktijk? Hoe verloopt de samenwerking tussen haio en huisartsopleider? Is het werk te combineren met het privé-leven? Dit soort zaken bespreken haio, huisartsopleider en begeleiders van de groep waar de haio deel van uitmaakt tijdens de vierdemaandsevaluatie. Het doel is, zicht te krijgen op het leerproces en de leervorderingen. Een belangrijk onderdeel is de feedback op alle aspecten van het werk. In de dagelijkse praktijk geeft de huisartsenopleider de terugkoppeling. Maar tijdens de terugkomdagen op het huisartseninstituut geven ook de groepsbegeleiders hun visie op de houding van de haio.


Elke haio krijgt zo’n evaluatie, die doorgaans een uur duurt. Zo ook de Leidse haio Helen Silvius uit de groep die startte in maart 2002. Zij heeft de vierdemaandsevaluatie met de twee groepsbegeleiders van het huisartseninstituut en met haar opleider in de praktijk Harry van Mierlo uit Roelofarendsveen. In tegenstelling tot sommige andere haio’s uit haar groep lijkt Silvius niet op te zien tegen de evaluatie. Daar is ook alle reden toe.


‘Een makkelijke haio’, zo omschrijft huisartsopleider Van Mierlo haar. Silvius is de eerste haio die bij Van Mierlo werkt. De wijze waarop de vierdemaandsevaluatie verloopt, zegt al genoeg over de samenwerking tussen Silvius en Van Mierlo: soepel en vriendschappelijk.


Alle vierdemaandsevaluaties beginnen met de open vraag hoe de eerste maanden zijn verlopen. Silvius’ eerste vier maanden gingen voorspoedig. ‘Vanaf het begin had ik het idee dat ik in deze praktijk op de juiste plek was’, zegt zij. ‘Ik moest wel wennen aan de drukke spreekuren, omdat ik de maanden voorafgaand aan deze opleiding niet veel spreekuren meer deed. Ik zie heel duidelijk een opgaande leercurve. Het opzienbarende was dat ik in de eerste weken in de praktijk bij sommige patiënten dacht: “Wat is dit?” en me nu afvraag: “Is het écht wat ik denk dat het is, en wat moet ik ermee?” Kortom, ik ben een stuk zekerder geworden. Dat merk ik ook aan de weerslag van mijn werk op mijn privé-leven. Kwam ik eerst ‘s avonds moe thuis, nu heb ik juist energie na mijn werk.’

consultvoering


Tijdens het werk in de dagelijkse praktijk is er volgens afspraak na elke vier patiënten overleg met de opleider. Daarnaast is er aan het eind van de werkdag ruimte voor een leergesprek. Een van de groepsbegeleiders, psychologe Annette Verkerke, geeft aan dat het misschien tijd wordt om op dit tijdstip leergesprekken aan de hand van een thema te plannen. Silvius en Van Mierlo hadden hiertoe al besloten. Zij gaan bijvoorbeeld het thema ‘bewegingsapparaat’ behandelen.


Van Mierlo: ‘Eerst moest er structuur komen in de dagindeling. Door ons enthousiasme over het werk kwam het in de eerste periode nog wel eens voor dat we pas ver na zessen de deur achter ons konden dichttrekken. Nu is dat al gauw een halfuur eerder. Maar, het blijft een aandachtspunt.’


In de huisartsenopleiding leren de artsen gesprekstechnieken voor de consultvoering volgens de MAAS-Globaal, de Maastrichtse Anamnese en Advies Scorelijst met globale items. De MAAS-Globaal geeft richtlijnen voor het scoren van communicatievaardigheden en vakinhoudelijk handelen van de arts. Er wordt gescoord op zaken als gevoelsreflectie, vraagverheldering en hulpvragen, referentiekader en samenvatten. In het eerste jaar werken de haio’s met een gedeelte van de items uit de MAAS-Globaal, namelijk het leren exploreren van de hulpvraag.


Voor wie zich dit alles nog helemaal eigen moet maken, zullen de consulten houterig verlopen. Immers, werken volgens een relatief nieuw schema vergt oefening. Silvius heeft echter in een vorige baan als arts-assistent zelf lesgegeven in consultvoering aan co-assistenten. Toen heeft zij zich al in consultvoering verdiept.


Gevraagd naar de wijze van Silvius’ consultvoering antwoordt huisartsenopleider Van Mierlo dat zij gemakkelijk communiceert. Hij vindt dat zij haar consulten heel natuurlijk laat verlopen. ‘Helen heeft zich de materie van het consultvoeren al eigen gemaakt. Het komt erop neer dat zij to the point en direct is. Dat vind ik een goede eigenschap voor een huisarts. Als iemand een bepaalde vaardigheid goed onder de knie heeft, moet je dat zo laten.’

Medisch-technisch handelen


Het medisch-technisch handelen is een ander onderdeel dat aan bod komt tijdens de vierdemaandsevaluatie. Van Mierlo zegt goed te merken dat Silvius veel ziekenhuiservaring heeft, met name wat betreft spoedeisende eerste hulp: ‘Dat kwam haar goed van pas toen ze al in de eerste week bijzondere ziektebeelden tegenkwam, zoals een patiënt met een viraal meningitisbeeld. Dat handelde ze goed en snel af; typisch een kenmerk van een spoedeisende-eerstehulparts. Maar aan de andere kant hoef je in de huisartsenpraktijk niet alles in één keer af te handelen. Ze zal nog moeten wennen aan een andere werkwijze, meer die van een huisarts die ook wat afwachtender kan zijn.’


Al heeft Silvius veel ervaring in het doktersvak, in algemeen huisartsgeneeskundig opzicht is er een lacune, die in de evaluatie aan de orde komt: ze voelt zich op de vingers gekeken tijdens thuisbevallingen waarbij zij de leiding had en Van Mierlo aanwezig was.


Silvius: ‘In het ziekenhuis had ik op de verloskamer het heft in handen. Ik was er thuis en wist waar alles te vinden was. Bij de thuisbevallingen sta ik vaak met veel mensen in een klein kamertje. Daar voel ik me geremd. In de huisartsenpraktijk deed ik toevallig twee vervelende partussen waarbij we lang moesten wachten. Bovendien moest ik beslissen of het ziekenhuisbevallingen zouden worden. Dat zijn moeilijke afwegingen omdat het voor de patiënte een extra belasting is.’ Tijdens het gesprek wordt hier duidelijk hoe opleider en haio op elkaar zijn ingespeeld. Van Mierlo vertelt dat Silvius bij één bevalling met een handgebaar naar hem aangaf dat ze duidelijkheid wilde. Het werd een ziekenhuisbevalling. Silvius: ‘Ik stond in dubio want ik wilde de aanstaande moeder niet bang maken, al moest ik op een gegeven moment toch aangeven dat het wel eens op een ziekenhuisbevalling kon uitdraaien. Misschien dat dit ongemakkelijke gevoel weggaat als ik een goede bevalling heb begeleid.’

Positief


Al met al mag Silvius spreken van een positieve evaluatie. Haar begeleiders vanuit het huisartseninstituut noemen haar kundig, open, betrokken en natuurlijk. Allemaal positieve kwalificaties voor een huisarts.


De meeste haio’s uit de groep waarvan Silvius deel uitmaakt hebben een positieve evaluatie: zij functioneren goed. Uit de gesprekken rolden enkele leerpunten voor de komende periode.


‘Over het algemeen zullen de haio’s nog werken aan consultvaardigheden, zodat ze de hulpvraag beter kunnen verhelderen. Want vaak komen patiënten wel met een klacht, maar vertellen ze niet uit zichzelf wat ze willen dat de huisarts daaraan zou doen’, zegt gedragswetenschapper Verkerke na afloop van alle vierdemaandsevaluaties. ‘Nu de eerste periode erop zit, is de tijd aangebroken dat de haio’s zich huisarts gaan voelen. Dat betekent dat ze zich de medisch-technische vaardigheden en consultvoeringsmethodiek echt eigen gaan maken. Een enkele haio doet dit al. Voor de meesten geldt dat de eerste periode een tijd van wennen was. Die is nu definitief voorbij.’ 

Vierdemaandsevaluatie


De vierdemaandsevaluatie richt zich op vier hoofdvragen. Het gesprek is er om helder te krijgen hoe de haio functioneert in de huisartsenpraktijk. Aan de orde komen onder andere:


 1. Hoe zijn de eerste vier maanden verlopen?


 2. Bespreking van het werk in de opleidingspraktijk:


 l Hoe ziet een praktijkdag eruit?


 l Wat loopt goed/niet goed wat betreft:


 -  spreekuur: aantal patiënten en patiëntenpopulatie


 -  visites, nacht-/weekenddiensten


 -  consultatie


 -  dagrapportage


 -  overige leergesprekken (thema’s, casus, persoonsgericht)


 -  afspraken rondom diensten, zelfstudie, vakantie


 -  attitude


 l Samenwerking


 -  onderlinge communicatie, wederzijdse verwachtingen


 -  samenwerking met andere praktijkmedewerkers


 3. Feedback aan de haio over de opleiding op het instituut:


 l  inbreng, leerhouding, en gedrag in de groep


 l  Landelijke Huisartsen Kennistoets


 l  consultvoering


 l  indruk over medische kennis en vaardigheden


 4. Afspraken komende zes maanden

Uit: Aandachtspunten vierdemaandsgesprek tussen haio, huisartsopleider en groepsbegeleiders blok I, afdeling Huisartsgeneeskunde en Verpleeghuisgeneeskunde LUMC

 Huisarts in opleiding (4)


Ondanks alle berichten over de zwaarte van het huisartsenvak en de vermeende slechte beloning, beginnen jaarlijks honderden artsen aan de opleiding tot huisarts. Hun achtergrond en motivatie mogen heel verschillend zijn, allen willen maar één ding: een goede huisarts worden. Maar hoe doe je dat? Medisch Contact volgt de dertien jonge dokters die in maart 2002 in Leiden aan de huisartsenopleiding begonnen.


Eerdere artikelen over de Leidse haio’s zijn in te zien op

www.medischcontact.nl

onder ‘dossiers’.

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.