De Sionsberg wilde te lang breed ziekenhuis blijven
Plaats een reactieOm overeind te kunnen blijven had ziekenhuis De Sionsberg uit Dokkum een anderhalvelijnscentrum moeten worden. Het ziekenhuisbestuur, maar ook de artsen van het later failliet gegane ziekenhuis hielden te lang vast aan een ziekenhuis met een breed aanbod. Dat constateren de curatoren in hun deze week verschenen rapport over de aanloop naar het faillissement.
Voor het onderzoek naar de oorzaak van het faillissement van de Pasana Groep (dat naast De Sionsberg uit ouderenzorgcentra bestond) spraken de curatoren met bestuursleden, toezichthouders, wethouders, consultants en twee voorzitters van de Vereniging Medische Staf die vanaf 2007 tot het moment van faillissement eind 2014 bij De Sionsberg betrokken waren.
De Sionsberg maakte sinds 2007 (toen Pasana uit een fusie ontstond) jaar op jaar verliezen, en trok de financieel gezonde ouderenzorgpoot in 2014 mee in het bankroet. De Sionsberg had in de jaren voorafgaand aan het faillissement te kampen met een dalend aantal opnames en verpleegdagen; de curatoren stellen dat er sprake was van een ‘historisch laag marktaandeel’. Een deel van de verleende zorg viel daarnaast aan te merken als ‘pamperzorg’: zorg die niet in het ziekenhuis hoefde plaats te vinden en die de belangrijkste verzekeraar DFZ (De Friesland Zorgverzekeraar) niet langer wilde betalen.
Tot 2014 werden consultants als PwC, KPMG en EY ingeschakeld om mee te denken over toekomstscenario’s om te overleven. Maar door veel bestuurswisselingen – het ziekenhuis telde zeven bestuurders in acht jaar tijd – bleven voorgenomen reorganisatieplannen steken, en werd er laat een knoop doorgehakt over de uiteindelijke fusie met ziekenhuis Nij Smellinghe in Drachten per 2012.
Volgens de curatoren had het meer voor de hand gelegen als in 2011 de keuze was gemaakt voor afschaling van De Sionsberg naar een anderhalvelijnscentrum. Maar uit de gesprekken die zij voerden, bleek dat zowel de raden van bestuur en toezicht als de medisch specialisten vasthielden aan een zo breed mogelijk ziekenhuisaanbod met klinische functies. Zij meenden dat De Sionsberg juist bestaansrecht hield door zowel poliklinische als klinische zorg aan te blijven bieden. Daarbij werden zij gedreven door maatschappelijke druk om het ziekenhuis te behouden voor de regio, en uit oogpunt voor werkgelegenheid, aldus de curatoren, die constateren dat de Vereniging Medische Staf (VMS) weinig inzicht had in de financiële en organisatorische problemen van het ziekenhuis.
Neuroloog Geert Sulter van het huidige MC Sionsberg, door het ziekenhuis aangewezen als zegsman namens de artsen, laat weten niet te willen reageren op het rapport omdat hij het hoofdstuk van het faillissement wil afsluiten. Volgens hem is ‘alles in de afgelopen jaren hier wel over gezegd’. Ook chirurg Martijn Möllers, toenmalig VMS-voorzitter wenst ‘niet meer inhoudelijk’ op het faillissement terug te kijken. ‘Alles wat ik daarover te zeggen heb, heb ik in het verleden gezegd en staat ook opgetekend in het verslag van de curatoren’. Möllers, nu werkzaam bij zowel Nij Smellinghe als MC Sionsberg laat weten met collega’s ‘vooral naar de toekomst te kijken’, waarin ons nog veel uitdagingen te wachten staan als het gaat om het behouden van betaalbare en kwalitatief uitstekende zorg voor heel Friesland’.
De curatoren benoemen in het rapport dat het niet goed lukte om de twee medische staven van De Sionsberg en Nij Smellinghe te laten samenwerken na de fusie. ‘We waren er druk mee bezig om een soort gezamenlijk belang te creëren. Maar dat is helaas nooit gelukt’, meldde Möllers daarover tegenover de curatoren. In De Sionsberg werkten veel artsen in loondienst, in Nij Smellinghe waren er maatschappen, en beide hielden volgens Möllers destijds in de samenwerking hun ‘eigen belang voor ogen’.
Het curatorenrapport: Onderzoeksverslag faillissement Pasanana Lees ook- Er zijn nog geen reacties