De houdbaarheid van de dokter (2)

Jan Jongerius reageert in zijn brief (MC 16/2009: 710) op het artikel ‘De houdbaarheid van de dokter’ (MC 9/2009: 365). Ik ken hem uit de tijd dat hij gewaardeerd bestuurder was van mijn ziekenhuis.

Nu hij gepensioneerd is als bestuurder, niet meer wetenschappelijk actief is en al minstens vijf jaar niet meer bij zijn tweede en derde doopnaam wordt genoemd, had hij zijn bijdrage aan de discussie over ontnemen van de artsentitel wellicht moeten ondertekenen met:

dr. (niet praktiserend) Jan A. (niet praktiserend) C. (niet praktiserend) Jongerius, huisarts (niet praktiserend), ziekenhuisbestuurder (niet praktiserend).

Tilburg, april 2009
J.H.M. van Laarhoven, psychiater