Laatste nieuws
Albert Klijn
1 minuut leestijd

Cruls wensvaderschap

Plaats een reactie

In het hoofdredactioneel van 5 mei (MC nr. 18/2000, blz. 643) stelt Crul een veelgehoord thema in de euthanasiediscussie aan de orde: de relatie tussen consultatie vooraf en de frequentie waarmee artsen euthanasie melden. De gedachte komt hierop neer dat de beschikbaarheid van deskundige artsen-consulenten op wie behandelend artsen in geval van een verzoek om euthanasie een beroep kunnen doen, zal leiden tot een toenemende bereidheid om euthanasie achteraf te melden. Die gedachte ligt mede ten grondslag aan het SCEA-project. Een eerste toets van de juistheid van deze gedachte - het evaluatieonderzoek van het SCEA-experiment - leverde vooralsnog geen bevestiging op (B. Onwuteaka-Philipsen & G. van der Wal, 1998, pp. 89-90). Crul stelt dat die samenhang wél blijkt uit het later verschenen proefschrift van B.D. Onwuteaka-Philipsen (1999) waarin zij ‘beschrijft hoe juist consultatie vooraf zorgde voor bijna honderd procent melding van euthanasie en hulp bij zelfdoding’. Het proefschrift bevat de volgende uitspraken omtrent de relatie tussen consultatie en melding:


1. ‘As expected, the strongest association was found between consultation and reporting the case to the Public Prosecutor (...)’ (p. 45).


2. ‘The reason most often mentioned for not consulting was that the attending physician did not intend to report’ (p. 53).


3. ‘Consultation was related to notification: it occured almost always in cases that were reported to the public prosecutor (99%) and in an estimated 37 percent of unreported cases’ (p. 123-124).


4. ‘Presumably the relationship between consultation and notification is not reciprocal. A physician who intends to report a case will consult another physician, but a physician who does not intend to report a case does not necessarily refrain from consulting another physician when he feels a need for the opinion of a colleague’ (p. 124).


5. ‘Finally, SCEA had no influence on the reporting of cases by GP’s’ (p. 133).


Geconstateerd kan worden dat de onderzoekster nergens datgene zegt wat Crul beweert. Klaarblijkelijk hebben we hier te maken met een opmerkelijk geval van wensvaderschap.

Groningen, juli 2000

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.