Continue glucosemeting beter

Diabetespatiënten die hun bloedsuikerwaarden continu meten, halen betere bloedsuikerwaarden dan degenen die periodiek meten.De meeste patiënten met diabetes type 1 meten vijf tot zeven keer per dag hun bloedglucosewaarde om zodoende hypo- of hyperglykemieën te voorkomen. Dat lukt slechts ten dele. Veel patiënten kampen regelmatig met te hoge of te lage bloedsuikerwaarden.

Een Amerikaanse onderzoeksgroep is nagegaan of het continu volgen van de bloedsuikerwaarden tot betere uitkomsten leidt. Bij die methode geeft een subcutaan aangebrachte elektrochemische sensor de waarden permanent door aan een afleesapparaatje. In de studie werden 165 patiënten uitgerust met verschillende typen bloedglucosemeters. Een controlegroep van 157 patiënten bleef periodiek bloed prikken.

Na een halfjaar waren vooral in de leeftijdsgroep van 25 jaar en ouder de bloedsuikerwaarden significant verbeterd, zo blijkt uit het verslag in The New England Journal of Medicine. Bijna de helft van de patiënten in de interventiegroep wist het HbA1c-gehalte structureel met 0,5 procent te verlagen. In de controlegroep lukte dat maar bij 11 procent van de patiënten. Van de 25-plussers met continue metingen behaalde 30 procent de streefwaarde voor geglycosyleerde hemoglobine (< 7%) zonder hypo­glykemieën; in de controlegroep was dat maar 7 procent.

In de leeftijdsgroep van 15 tot 24 jaar was het voordeel van continue metingen vrijwel afwezig en in de groep van 8- tot 14-jarigen bescheiden van omvang.Dat het continu volgen van de bloedglucosewaarden geen winst oplevert bij jeugdigen en adolescenten hangt volgens de auteurs samen met de bemoeienis van de ouders. Die zorgen ervoor dat de periodieke metingen strikt worden nageleefd. Zo gauw diabetespatiënten volwassen worden en zelf verantwoorde­lijkheid dragen, verslechtert hun bloed­suikercontrole. Voor gemotiveerde patiënten uit deze categorie kunnen de continue glucosemeters een uitkomst zijn, aldus de auteurs. RC

NEJM 2008, online first 8 september