Behulpzame buurvrouw
Plaats een reactieOp een zaterdagavond in 1982 ging rond acht uur de telefoon. ‘Dokter, kunt u direct komen, ik denk dat Helma dood is.’ Ik herkende de stem van Gerda, een van mijn eigen patiënten. Onderweg naar de flat probeer ik me voor te stellen wat ik aan zou treffen. Een rustig slapend kind en overbezorgde jonge ouders? Een nauwelijks reagerend ernstig ziek kind? Of …
Na aankomst was het snel duidelijk: het meisje van ongeveer een halfjaar oud was bleek en levenloos, met al iets koude handjes. Waarschijnlijk was ze al enige tijd dood. Ik vond geen enkel uiterlijk teken van ziekte of trauma.
De moeder vertelde dat zij en haar man op verjaarsvisite waren geweest en dat de buurvrouw oppaste. Toen die op een gegeven ogenblik in de wieg ging kijken, lag het kind erg stil. Het reageerde niet meer op aanraken en schudden. Zij heeft direct de ouders gebeld.
Alle betrokkenen maakten een volkomen verslagen indruk. We stonden met z’n allen om het wiegje en wisten niets te zeggen. Ten slotte nam ik het initiatief. Aangezien het een niet-verklaarde dood was, belde ik de gemeentelijke lijkschouwer en de politie.
Aanwijzingen voor een niet-natuurlijke dood werden niet aangetroffen, en de patholoog-anatoom concludeerde dat het wiegendood was. Toch bleven de moeder en ik een onbestemde argwaan houden.
Tot zo’n anderhalf jaar later opeens aan het licht kwam dat het toch een niet-natuurlijke dood was geweest. De buurvrouw had het kind om het leven gebracht. Een halfjaar eerder had ze ook al haar eigen baby van enkele weken laten stikken, en later had ze hetzelfde gedaan bij het kind van andere buren. De vrouw had het opgebiecht aan een oom, en deze was met dit verhaal naar de politie gegaan, waarna de vrouw een volledige bekentenis had afgelegd. Ze kreeg één jaar gevangenisstraf en tien jaar tbs.
L.A. de Groote, huisarts niet-praktiserend
De namen van de betrokkenen zijn gewijzigd.
- Lezersbijdragen Misdaad in (uw) praktijk
- Er zijn nog geen reacties