Asielzoeker is geen gewone patiënt (2)
Plaats een reactieAnders dan collega Rasenberg in zijn ingezonden brief (MC 10/2009: 433) op ons artikel (MC 5/2009: 209) suggereert, werken Robert van Wijk en ik nog steeds in de medische zorgverlening voor asielzoekers. Wij ervaren hoeveel zaken na de reorganisatie (nog) niet goed zijn geregeld. Dergelijke signalen ontvangen wij ook van collega’s uit andere asielzoekerscentra.
Rasenberg noemt het elektronische huisartseninformatiesysteem (HIS) als één van de kwalitatieve verbeteringen. Wij ondervinden dagelijks dat dit systeem nog zeer gebrekkig functioneert. Medische gegevens van voor 1 januari 2009 zijn hierin grotendeels nog niet ingevoerd en ook bij overplaatsingen tussen asielzoekerscentra – in potentie een zeer foutgevoelig werkproces – maken wij geregeld mee dat het HIS geen enkele informatie bevat.1
Een gebrekkig werkend systeem geeft slechts schijnveiligheid en leidt potentieel tot meer gezondheidsrisico’s dan wanneer zonder dit systeem wordt gewerkt.
Huisarts Rasenberg gaat niet in op onze kritiek op het callcenter. Onze ervaringen daarmee zijn niet best: lange wachttijden, gebrek aan tolken, inefficiënte verwijsprocedures en een gebrek aan kennis over het lokale gezondheidszorgsysteem en de leefwereld van asielzoekers.
Dit is de medewerkers van het callcenter niet te verwijten, maar wel degenen die met dit systeem een kwaliteitsverbetering nastreefden. Ook voor werkprocessen die voorheen door de MOA-sociaal-geneeskundigen werden uitgevoerd, signaleren wij nog weinig uitgewerkte plannen. Deze werkprocessen lopen hierdoor vertraging op en dat is schadelijk voor asielzoekers.
Bovenstaande zaken kunnen wij niet samenvatten als een ‘goed werkend zorgmodel’.
Nieuw Vennep, maart 2009
M.M.T. Vink, arts JGZ/MPH
Referentie
1.Vink M.M.T. (2007) ‘Cumulatief overzicht incidentmeldingen MIP-commissie MOA Zuid-Holland/Utrecht, begin 2002 - half 2007’ (ongepubliceerd document)
- Er zijn nog geen reacties