’Artsen herkennen de gevolgen van hersenletsel onvoldoende’
Plaats een reactiePatiënten menen dat artsen hersenletsel onvoldoende herkennen, waardoor ze ten onrechte in de psychiatrie belanden of met problemen blijven aanmodderen. Artsen hebben ook vaak te weinig kennis van de gevolgen van hersenletsel, oordelen patiënten.
Dat blijkt uit kwalitatief onderzoek uitgevoerd in opdracht van de Hersenstichting Nederland door het VUmc. De onderzoekers ondervroegen patiënten tussen de 25 en 60 jaar met niet-progressief hersenletsel in de chronische fase die, al dan niet met ambulante ondersteuning, zelfstandig wonen.
Vooral als de klachten chronisch en de beperkingen duidelijk merkbaar zijn, krijgen patiënten te weinig ondersteuning, vinden ze zelf. En waar er hulp is, is die nogal eens versnipperd en slecht vindbaar. Juist hersenletsel maakt dat deze patiënten moeilijk hun draai kunnen vinden in de snelle, prikkelrijke prestatiemaatschappij vol met starre en steeds wisselende regels, die een appel doet op de zelfredzaamheid van haar burgers.
Volgens een van de onderzoekers, neuropsycholoog Karen Schipper, bepaalt niet de ernst van het letsel de kwaliteit van leven bij deze patiënten, maar veel meer de mate waarin zij beperkingen accepteren en kunnen integreren in hun leven. Het heersende beeld is echter anders: ‘Hoe zieker het lichaam of hoe ernstiger de handicap, hoe zwaarder het leven.’
Ze pleit voor ‘betere samenhang, samenwerking, continuïteit en coördinatie van voorzieningen en initiatieven in de vorm van ketenzorg’. En voor deskundigheidsbevordering van professionals. ‘Artsen moeten meer dan nu alert zijn op eventueel hersenletsel en in de chronische fase sneller doorverwijzen naar een collega voor verdere diagnostiek en behandeling.’ Ze denkt dat korte screeningslijsten – vragenlijsten met een beperkt aantal items – huisartsen kunnen helpen bij de identificatie van klachten die duiden op restverschijnselen van verborgen hersenletsel.
Henk Maassen
Lees ook:
- Er zijn nog geen reacties