Federatienieuws
Katrien Zetsma
3 minuten leestijd
actueel

‘Het houdt niet op, niet vanzelf’

Plaats een reactie
Katrien Zetsma, adviseur gezondheidsrecht
Katrien Zetsma, adviseur gezondheidsrecht

Het houdt niet op, niet vanzelf’ en ‘Het houdt niet op, totdat je iets doet’. Wie kent deze slogans en bijbehorende televisiespotjes niet?

Ze maken onderdeel uit van overheidscampagnes tegen kinder­mishandeling en huiselijk geweld, en roepen burgers op om niet langer stil te blijven en om hun zorgen bespreekbaar te maken. ‘Nu is daar een nieuwe campagne met slogan aan toegevoegd: ‘Een onveilige thuissituatie doorbreken, begint met je zorgen bespreken’. En even geleden, tijdens de ‘Week tegen Kindermishandeling’, werden we opnieuw gewezen op dit probleem. En dat is maar goed ook, want kindermishandeling en huiselijk geweld komen helaas veel voor en zorgen vaak voor veel schade bij alle betrokkenen.

Onzichtbaarheid en onbekendheid

Kindermishandeling en huiselijk geweld zijn een grotendeels onzichtbaar probleem. Dat is niet zo gek. Het vindt meestal plaats achter de voordeur en het zijn onderwerpen waarover niet makkelijk wordt gesproken. Zowel slachtoffers als plegers voelen vaak angst en/of schaamte. Bovendien is het voor betrokkenen, omstanders, en zelfs voor hulpverleners, niet altijd duidelijk waaruit kindermishandeling en huiselijk geweld kunnen bestaan. Bijvoorbeeld dat ook emotionele verwaarlozing en financiële uitbuiting vormen van kindermishandeling en huiselijk geweld zijn.

Toch is er in de afgelopen jaren onderzoek gedaan naar de prevalentie van kindermishandeling en huiselijk geweld. Onderzoek uit 2017 liet zien dat in dat jaar tussen de
90 duizend en 127 duizend, oftewel 26 tot 37 per duizend kinderen in Nederland slachtoffer waren van kindermishandeling.1 En recent onderzoek uit 2022 toont aan dat 9 procent van de bevolking van 16 jaar en ouder (bijna 1,3 miljoen personen) in de afgelopen 12 maanden slachtoffer is geweest van een of meerdere vormen van huiselijk geweld.2 Ook is er onderzoek gedaan naar specifieke groepen, zoals thuiswonende ouderen (65+) en mensen met een verstandelijke handicap. Naar schatting 5,5 procent van de thuiswonende 65-plussers heeft een vorm van mishandeling meegemaakt en naar verwachting zal dit aantal vanwege de vergrijzing en toenemende druk op zelfredzaamheid in de toekomst toenemen.3

Mishandeling van 50-plussers zal naar verwachting toenemen

Niet te onderschatten probleem

Kindermishandeling en huiselijk geweld vormen een niet te onderschatten probleem. Naast lichamelijke en/of psychische schade op het moment zelf, kan slachtofferschap van kindersmishandeling en huise­lijk geweld ook op latere leeftijd schade veroorzaken. Zo is de kans aanwezig om op latere leeftijd opnieuw slachtoffer te worden (revictimisatie) of om zelf pleger te worden (slachtoffer-plegerwisseling). Op die manier kan geweld in een gezin ook van generatie op generatie worden overgedragen.4 Er is dan ook alle reden om kinder­mishandeling en huiselijk geweld op tijd te signaleren en aan te pakken.

Hulp bij afweging voor artsen

Artsen spelen een belangrijke rol bij het signaleren en aanpakken van kindermishandeling en huiselijk geweld. Zij kunnen doordringen in de privésfeer van hun patiënt, soms zelfs letterlijk tot achter de voordeur. Het kan echter lastig zijn om de signalen van kindermishandeling en huiselijk geweld te herkennen en in te schatten welke actie nodig is. Artsen vragen zich af: Klopt mijn nietpluisgevoel of ben ik ben ik overdreven bezorgd? En hoe zit het met mijn beroepsgeheim, mag ik (al) een melding doen bij Veilig Thuis of kan ik nog effectieve hulp bieden? En hoe maak ik mijn zorgen bespreekbaar bij mijn patiënt?

Om artsen te helpen heeft de KNMG al sinds 2002 een meldcode voor kindermishandeling en huiselijk geweld. De meldcode biedt handvatten om een zorgvuldige afweging te maken, zodat betrokkenen de juiste hulp kunnen krijgen en de vertrouwensrelatie met de patiënt niet of zo min mogelijk wordt geschaad. Op maandag 20 november is de herziene versie van de meldcode gepubliceerd en in werking getreden met stapsgewijze aanwijzingen en procedures. Zodat artsen nog beter kunnen bijdragen aan een veilige thuissituatie voor iedereen. Wat dat betreft, slaan de overheidscampagnes de spijker op zijn kop: het houdt niet op, niet vanzelf.

Meer informatie.

Voetnoten:

1 Alink, L., Prevoo, M., Van Berkel, S., Linting, M., Klein Velderman, M., Pannebakker, F. Nationale Prevalentiestudie Mishandeling van Kinderen en Jeugdigen (NPM 2017). In opdracht van het WODC en het Ministerie van Veiligheid en Justitie, 2018.

2 Prevalentiemonitor Huiselijk Geweld en Seksueel Grensoverschrijdend Gedrag 2022, WODC & CBS 2020.

3 Regioplan 2018. Aard en omvang ouderenmishandeling, WODC, 2018.

4 Vincent J., Felitti M.D. et al, Relationship of Childhood Abuse and Household Dysfunction to Many of the Leading Causes of Death in Adults: The Adverse Childhood Experiences (ACE) study, American Journal of Preventive Medicine, Volume 14, Issue 4, May 1998, p. 245-258

Federatienieuws KNMG actueel
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.