Ei, foetus, baby
Baas in Eigen Buik
1 reactieEi, foetus, baby, Trudy Dehue, Atlas Contact, 400 blz., 27,99 euro.
bestellen
Met 'Ei, foetus, baby. Een nieuwe geschiedenis van zwangerschap' bedrijft auteur en emeritus hoogleraar Trudy Dehue voorbeeldige, zij het wat ongewone geschiedschrijving: het boek beslaat een tijdspanne van ongeveer vijf eeuwen en het is daarbij persoonlijk betrokken, partijdig en dus voortdurend op de hand van de vrouwen.
En daar is ook alle reden toe: bij herhaling laat Dehue zien hoe gruwelijk die geschiedenis is. Kerken, wetgevers en ook artsen negeerden, ofschoon er uitzonderingen waren, de autonomie van vrouwen, en brachten vaak bewust hun leven in gevaar. Feministisch gynaecoloog zou een pleonasme moeten zijn, maar dat was in de geschiedenis meestal niet het geval. De afgrijselijke praktijken van de katholieke kerk spannen de kroon. Omdat elke levende vrucht gedoopt moest worden, ter voorkoming van een gang naar de eeuwigdurende hel, moest bij dreiging van een miskraam of overlijden van een zwangere vrouw een priester met een zogeheten ‘baarmoederspuit’ via de vagina, dwars door de baarmoedermond wijwater rechtstreeks op het hoofdje spuiten: een gevaarlijke en zeer pijnlijke procedure. Vreselijker nog was de praktijk waarbij een priester met een scheermes de buik van een zwangere vrouw opende voor zo’n prenatale doop. Daarna stierf de vrucht, en de moeder meestal ook.
Door alles schemert Dehues wetenschapsopvatting die ze ook al in haar eerdere boeken De depressie-epidemie en Betere mensen uiteenzette. Alle wetenschap begint met classificatie en het is onwetenschappelijk om te veronachtzamen dat het daarbij om menselijke maaksels gaat. Zo blijft het volgens haar een maatschappelijk besluit om een bepaald kenmerk van een persoon voortaan een ziekte of een stoornis te noemen. Hetgeen wetenschap overigens niet tot zomaar een mening maakt – ze is bepaald geen relativist. Ook ‘zwanger’, ‘moeder’, ‘vrucht’ of ‘abortus’ zijn zulke classificaties die in de geschiedenis steeds een andere lading hebben gekregen. Het Latijnse ‘abortus’ impliceerde en impliceert bemoeienis van een dokter met een ongewenste bevruchting en maakt deze politiek gezien tot ‘een medisch-ethische kwestie’. Dat is iets anders dan de religieuze kwestie die velen er nog altijd in willen zien, maar ook iets anders dan de privéaangelegenheid die het ooit was en volgens velen weer zou moeten worden.
De hedendaagse omgang met zwangerschap laat Dehue niet onbesproken. Ze neemt niet alleen medicalisering van zwangerschap, maar de hele gezondheidspolitiek die onze meritocratische samenleving kenmerkt zeer kritisch op de korrel. Een politiek waarin zelfredzaamheid van burgers wordt bevorderd, en waarin de eertijds maakbaar geachte maatschappij heeft plaatsgemaakt voor het maakbare individu. ‘Vroeger waakten geestelijken over je ziel plus die van je kind (…) Maar nu luisteren we naar experts op biomedisch gebied: baas in eigen buik is niet langer een eis maar een opdracht.’ Briljante studie die zeer tot nadenken stemt.
P.W. Post
Psychiater, Amsterdam
Dank voor de boekbespreking van Trudy Dehue. Het lijkt mij een heel eng, maar daarom zeer relevant boek, om te lezen. Van iemand met een groot intellectueel gewicht en integriteit, zoals ik haar, in het in mijn ogen nog steeds relevante boek ‘De depr...essie epidemie’ uit 2008, heb leren kennen. Als psychiater heeft het me altijd verbaasd hoe slecht, en vaak ronduit verkeerd, zij is begrepen binnen mijn beroepsgroep. Ze is, voor zo ver ik weet, nooit op het jaarlijks driedaags congres van de psychiatrische wetenschappelijke vereniging in Maastricht geweest, om haar boek plenair te kunnen bespreken. Terwijl we in mijn ogen trots, of, op zijn minst, blij zouden mogen zijn met iemand met zulke analytische vaardigheden. Gelukkig heeft ze die erkenning buiten de psychiatrie wel gekregen, zoals dit artikel uit 2010 in de Groene illustreert. Wat heet een epidemie? – De Groene Amsterdammer Ze schrijft voor mij fris en lucide over sociaal-psychologische ontwikkelingen rond wetenschap, die mij veel inzicht heeft gegeven in mijn vak en de wetenschappelijke kant daarvan. Die ben ik daarvoor nooit in die samenhang en helderheid tegen gekomen. Het lijkt wel alsof de psychiatrische wetenschap zich door haar boek ontmaskerd voelde en haar, om met een modern woord te spreken, een beetje heeft proberen te cancellen. Natuurlijk kun je het oneens zijn met bepaalde stellingen die zij maakt. Maar dat gaat naar mijn idee voorbij aan de waarde die zij heeft gehad, en nog steeds heeft, voor het reflecteren op het beoefenen en communiceren over de psychiatrische wetenschap, in ieder geval was dat zo voor mij. Ook heeft ze in mijn ogen een fundament gegeven aan actuele geluiden van psychiaters als Damiaan Denys, Jim van Os, Floortje Scheepers en misschien zelfs Dirk de Wachter, over het voor de psychiatrie, als hulpverlening, moeilijk op te vangen verzoek van patiënten het lijden in brede zin, dus buiten de psychiatrie in engere zin, te helpen dragen. Dus ja, deze reactie van mij is een aansporing aan mijn collega’s haar werk met meer moed en zelfreflectie te beschouwen en haar minder (als vrouw?) te negeren. Ik ben benieuwd naar dit nieuwe boek van haar.