De huzaar op het dak
Cholera, de rauwe werkelijkheid
Plaats een reactie
De huzaar op het dak, Jean Giono (vertaling: Zsuzsó Pennings), Uitgeverij IJzer, 432 blz., 25 euro.
Er zijn al aardig wat romans verschenen waarin cholera een belangrijke rol speelt.
Bijvoorbeeld De dood in Venetië uit 1911 van Thomas Mann, De bonte sluier van Somerset Maugham uit 1925 en Liefde in tijden van cholera van García Márquez uit 1985. In al deze romans speelt cholera een rol in een moreel verhaal. Bij Mann is de infectie mogelijk een straf voor de onzedelijke verlangens van de hoofdpersoon, bij Maugham is blootstelling aan cholera bedoeld als straf voor overspel (maar gaat de bedenker hiervan zelf ten gronde aan cholera) en bij Márquez maakt cholera een gezamenlijke quarantaine mogelijk van twee mensen die een leven lang op elkaar gewacht hebben, zeer tegen de zin van hun familie. De huzaar op het dak van Jean Giono, recentelijk in het Nederlands verschenen, maar in 1951 geschreven, speelt zich af in 1838. De jonge Italiaanse huzaar Angelo, geen toevallige naam, is verdreven uit Noord-Italië en al vluchtend terechtgekomen in de Provence. Daar woedt een verwoestende cholera-epidemie.
De huzaar op het dak is een avonturenroman, met als rode draad hoe te ontsnappen aan de cholera en aan allerlei mensen die gebruikmaken van de ziekte of die door harde maatregelen proberen de cholera te bestrijden. Het is daarmee ook een actuele roman, met de destijds heersende zinnige en onzinnige ideeën over de oorzaak van de ziekte, met mensen die doodsbang zijn en mensen die doen alsof er niets aan de hand is. De jonge, rationele en dappere held van het verhaal doorstaat alles. Literair gesproken misschien niet zo goed als de drie andere romans, maar daar staat tegenover dat de rauwe werkelijkheid van een cholera-epidemie veel duidelijker in beeld komt.
- Er zijn nog geen reacties