Boek: Filosofie van de waanzin
Plaats een reactie
Uitpluizen van wanen
In Filosofie van de waanzin daalt de taalwetenschapper en filosoof Wouter Kusters (1966) nog verder de diepte in dan in Pure waanzin (2004), waarin hij zijn eigen ervaring met zijn eerste psychose beschreef. In zijn nieuwste boek laat hij behalve andere ervaringsdeskundigen zoals Paul Daniel Schreber en Antonin Artaud tevens een peloton filosofen als Schelling, Heidegger en Sartre opdraven.
Volgens Kusters kun je je psychotische ervaringen beter niet wegstoppen. Hoe meer je ontkent dat de waanzinnige wereld zin of betekenis heeft, des te groter de kans dat je er heimelijk naar terug blijft verlangen. In de beschrijving van zijn eigen psychosen in 1987 en 2007 toont hij zich een meester. De meeste artsen zullen bij iemand met dit soort verhalen snel een antipsychoticum voorschrijven of een psychiater bellen. Gezien het thema ‘Waanzin’ van de Boekenweek volgend jaar, raad ik als voorbereiding deze dikke pil van Kusters aan.
Schreber, rechter in Dresden, fulmineerde in Denkwürdigkeiten eines Nervenkranken (1903) tegen zijn gedwongen opname in de psychiatrie. Met Filosofie van de waanzin is Kusters uitgegroeid tot de nieuwe Schreber van onze tijd. Met een subtiel verschil. Waar Schreber syfilis vermoedt als oorzaak van de
ondergang, vreest Kusters dat hij besmet is met aids. - Hans van der Ploeg
Filosofie van de waanzin, Wouter Kusters, Lemniscaat, 758 blz., 39,95 euro.
- Er zijn nog geen reacties