ARC

ARC, Richard Osinga, Wereldbibliotheek, 240 blz., 21,99 euro.

bestellen

Het Arc-gen is cruciaal voor de mogelijkheid om te leren. Het is deel geworden van ons DNA dankzij een virus. In de roman ARC van Richard Osinga is de Amerikaanse bioloog Neil Canterbury ervan overtuigd dat dit (fictieve) virus ervoor heeft gezorgd dat wij herinneringen hebben en dat het ook in staat is simpele herinneringen over te brengen op een ander organisme. Misschien is Osinga hier wel geïnspireerd door het controversiële geheugenonderzoek dat in de jaren vijftig en zestig werd gedaan door de Amerikaanse bioloog James McConnell (zie Wikipedia). Tijdens een congres in India komt Neil in aanraking met de Aghori. Dit volk aanbidt Shiva, de Hindoeïstische god van vernietiging. Zij smeren zich in met de as van gecremeerden, drinken uit schedels en eten vlees van overleden mensen. Ze zijn ervan overtuigd dat ze daarmee de herinneringen van de overleden persoon overnemen. Neil heeft het vermoeden dat zij dragers zijn van het virus en daarmee een manier hebben om alle herinneringen van vorige levens en organismen te behouden. De Aghori maken Neil deelgenoot van hun kennis en rituelen. Dit heeft verstrekkende gevolgen voor hem.

Neils geschiedenis is nauw vervlochten met die van de Nederlandse neuroloog Maja de Jongh, die te maken krijgt met een comateuze patiënt wiens uit­slagen zo afwijkend zijn dat ze die alleen kan duiden door naar erg onorthodoxe verklaringen te zoeken. Er is ook nog een derde verhaallijn, maar hoe het precies zit moet hier niet worden prijsgegeven. Het resultaat is een behoorlijk spannend boek, zeg maar gerust een pageturner, waarvan de wetenschap misschien speculatief is, maar nooit ongeloofwaardig.