Reacties
promoveren

Weg met de publicatieplicht

Tijd voor het breder erkennen en waarderen van promovendi in umc’s

1 reactie
Getty Images
Getty Images

Promovendi, ook binnen umc’s, worden geacht een bepaald aantal wetenschappelijke artikelen te publiceren. Maar de meerwaarde daarvan is discutabel, vindt Promovendi Netwerk Nederland. Sterker nog: zo’n eis heeft duidelijk nadelen en leidt vaak tot veronachtzaming van andere wetenschappelijke kwaliteiten.

Het primaire doel van een promotietraject is het opleiden van een promovendus tot zelfstandig wetenschapper. Binnen umc’s ligt er echter vaak te veel nadruk op het aantal artikelen dat een promovendus gepubliceerd moet hebben. Hierdoor blijft er weinig ruimte over voor een brede ontwikkeling tot veelzijdig wetenschapper, en ervaren promovendi onnodig veel stress. Het Promovendi Netwerk Nederland (PNN) en het Landelijk Overleg UMC Promovendi (LOUP) roepen daarom op om de publicatieplicht voor umc-promovendi af te schaffen en meer nadruk te leggen op de kwaliteit van de wetenschap en de wetenschapper.

Promotietraject

Dat van umc-promovendi wordt verwacht dat zij gedurende hun promotietraject een aantal artikelen in wetenschappelijke tijdschriften publiceren, vinden wij begrijpelijk en nuttig. Het is een belangrijke manier voor wetenschappers om hun onderzoeksresultaten te delen, en het schrijven van artikelen en het proces van peerreview zijn leerzame onderdelen van het promotietraject. In veel gevallen echter is het aantal publicaties onderdeel van de beoordelingscriteria van deze promovendi, waarbij het vereiste aantal ook nog eens vrijwel nergens expliciet staat vermeld. In richtlijnen van de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) uit 2011 wordt een minimumaantal van vier publicaties aangeraden, maar in de centrale promotiereglementen van universiteiten is een expliciet minimumaantal enkel bij de Universiteit voor Humanistiek terug te vinden, namelijk ook een minimum van vier. Hoewel sommige faculteiten expliciete eisen hanteren, zoals de faculteit geneeskunde van het Amsterdam UMC, die een expliciete eis van twee publicaties hanteert, bestaat er vaak een impliciete verwachting voor promovendi om te publiceren. Dit fenomeen is al vaker aangekaart en weerspiegelt zich ook in het feit dat veel promovendi hun hoge werkdruk wijten aan de publicatiedruk.

Promovendi binnen umc’s geven ook onderwijs, zetten samenwerkingen op en hebben patiëntcontact

Misstanden

Deze focus op het aantal publicaties is om meerdere redenen een probleem: het aantal gepubliceerde artikelen is geen evenwichtige indicator van de kwaliteit van promovendus of proefschrift, het werkt misstanden in de hand en het is niet in lijn met de nieuwe ‘erkennen en waarderen’-beweging, waarin er juist aandacht is voor een veelzijdige waardering van prestaties, waarbij niet alleen publicaties, maar ook domeinen zoals onderwijs en leiderschap worden gewaardeerd.

Ten eerste is het vrijwel onmogelijk om een eerlijke richtlijn op te stellen voor het vereiste aantal publicaties, of deze richtlijn nu impliciet of expliciet is. Impliciete richtlijnen zorgen voor onduidelijkheid en maken een promovendus extra afhankelijk van de promotor of van het oordeel van de decaan. Daardoor ontstaan er situaties waarbij promotoren zelf tot een verhoogde publicatie-eis komen, waar de promovendus lastig bezwaar tegen kan maken. Soms zetten promotoren juist in op één of twee publicaties in een tijdschrift met een hoge impactfactor, omdat een decaan deze publicaties zwaarder mee kan laten wegen. Het risico ligt dan echter bij de promovendus: wetenschap laat zich niet voorspellen en er zijn geen garanties dat een publicatie in een dergelijk tijdschrift gaat lukken. Wanneer dit niet lukt komt de promovendus publicaties tekort voor het proefschrift.

Expliciete richtlijnen zijn moeilijk eerlijk te bepalen omdat er een enorme diversiteit in promotietrajecten bestaat: waar voor sommige promovendi bij de start van hun traject een uitgebreide dataset beschikbaar is, waardoor zij al snel kunnen publiceren, zijn andere jaren bezig om zo’n dataset op te bouwen. Daarnaast is het publicatieproces zelf erg grillig. Het duurt soms wel een halfjaar om een peerreview terug te krijgen. Dat een algemene richtlijn eigenlijk niet te doen is, blijkt ook wel uit het feit dat er tussen (en zelfs binnen) de verschillende umc’s grote verschillen bestaan tussen de impliciete publicatie-eisen die aan promovendi gesteld worden. Daarom zou de publicatieplicht wat ons betreft beter helemaal losgelaten kunnen worden. In uitzonderlijke gevallen zou een promovendus ook moeten kunnen promoveren met maar één of zelfs géén publicaties, omdat hij of zij heeft aangetoond desondanks een capabele wetenschapper te zijn.

Ouderwets

Naast voorgaande argumenten is de eenzijdige focus op het aantal gepubliceerde artikelen ouderwets en bereidt het promovendi onvoldoende voor op de wetenschappelijke realiteit van de toekomst. Hoewel er recentelijk meer aandacht is gekomen voor het breder erkennen en waarderen van wetenschappers, omdat hun maatschappelijke bijdrage veelomvattender is dan het publiceren van peerreviewed artikelen alleen, worden promovendi nog steeds uitsluitend afgerekend op het aantal gepubliceerde artikelen in hun proefschrift. Dit terwijl umc-­promovendi ook onderwijs geven, aan wetenschapscommunicatie doen, samenwerkingen opzetten en patiëntcontact hebben: allemaal maatschappelijke taken die van wetenschappers worden verwacht. Maar al deze nuttige bezigheden worden momenteel niet meegenomen in de formele beoordeling van een promotietraject.

Ook heeft een publicatieplicht veel onwenselijke neveneffecten. Promovendi voelen gedurende hun traject een constante druk om maar genoeg artikelen te publiceren. Zij krijgen weinig ruimte om zich te ontwikkelen op andere vlakken, want daar is simpelweg geen tijd voor: de gemiddelde duur van promotie­trajecten ligt nu al op 5,1 jaar. Promovendi werken daarom regelmatig onbetaald en in hun eigen tijd door na afloop van hun arbeidscontract, om maar voldoende publicaties binnen te slepen. ‘Publish or perish’, het welbekende aforisme waartegen steeds meer verzet klinkt, geldt nog onverminderd voor umc-promovendi, met alle nadelige effecten op hun welzijn van dien.

Kwaliteit

Wat ons betreft is de publicatieplicht voor umc-promovendi passé. Om bovenstaande problemen aan te pakken, pleiten wij voor de volgende drie wijzigingen:

  1. Harmoniseer de promotiereglementen tussen umc’s. De graad van doctor is voor iedereen hetzelfde, dus de beoordelingscriteria voor promotie­trajecten zouden dat ook moeten zijn.
  2. Hanteer geen impliciete kwantitatieve publicatieplicht, maar stel een expliciete richtlijn op voor het aantal publiceerbare hoofdstukken. Hierbij moet de nadruk liggen op de kwaliteit van de bedreven wetenschap, niet op wetenschappelijke noviteit: een hoofdstuk over een experiment met een niet-significante uitkomst zou niet per definitie slechter beoordeeld moeten worden dan een significante uitkomst.
  3. Sta toe dat promovendi een hoofdstuk in hun proefschrift kunnen opnemen over hun academische neven­activiteiten. Denk hierbij aan inno­vatieve onderwijsmethoden, inzet voor de medezeggenschap of activiteiten gerelateerd aan wetenschaps­communicatie.

Een promotietraject dient er niet voor om maar zoveel mogelijk wetenschappelijke artikelen uit een promovendus te persen, maar om deze promovendus op te leiden tot een kritische, maatschappijbewuste en evenwichtige wetenschapper. 

auteurs

Roël Vrooman, Marije Sluiskes, Anneke Kastelein

Namens het Landelijk Overleg UMC Promovendi (LOUP), onderdeel van het Promovendi Netwerk Nederland (PNN).

contact

ziekenhuizen@hetpnn.nl

cc: redactie@medischcontact.nl

Lees ook:
promoveren
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • G.J. Bos

    revalidatiearts

    helemaal eens met uw stelling. De kwaliteit van wetenschap en de wetenschapper zouden het belangrijkst moeten zijn, niet het aantal of de uitkomst van het onderzoek. Hoewel ik ook lees dat de regel over het aantal vereiste publicaties niet eens het ...grootste probleem is maar het gedrag en de impliciete eisen die gesteld worden. Dan kom je er niet met het afschaffen van de expliciete eis aan publicaties.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.