Aparte kinder-SEH lijkt nog ver weg
Plaats een reactieDe Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde stelt dat de kinderarts verantwoording moet nemen voor de organisatie en inrichting van de acute zorg voor alle kinderen. Dat is een nobel streven, maar of het haalbaar is voor alle ziekenhuizen is twijfelachtig. Bovendien lijkt het inefficiënt – als elk specialisme zelfstandig permanent acute zorg wil aanbieden, komen we samen nooit tot doelmatigere zorg.
Het artikel beschrijft een duidelijk verschil in ervaringen met SEH-artsen en daarmee ook een verschil in mogelijkheden (MC 42/2012: 2318). Mogelijk vergroot dit het gebrek aan uniformiteit. De SEH-arts-sceptici zien een niet-kinderarts die dus geen kinderen moet zien. De (dienstdoende) huisarts mag dit wel en moet dit dus ook kunnen. De niet-sceptici zien een vaste collega met specifieke vaardigheden die altijd beschikbaar is om samen voor elk acuut ziek kind te zorgen, waarmee ze het beste in elkaar naar boven halen. Zelfs een eigen subspecialisme zou samen ingericht kunnen worden op basis van elkaars krachten.
Het zal blijken dat de kinderarts en de SEH-arts hetzelfde doel hebben: 24/7 goede, bereikbare maar ook betaalbare zorg voor alle patiënten.
Hierbij is van belang dat niet alle kinderpresentaties per definitie binnen de (huidige) scoop van de kinderarts vallen, zoals de kleine wonden, breuken en ander klein leed.
Het streven de opvang van acuut zieke kinderen te centreren is ambitieus. Maar het artikel geeft zelf al de grootste uitdaging aan voor dit streven: het acuut zieke kind laat zich niet altijd vooraf differentiëren van het, achteraf, niet acuut zieke kind. Elke open SEH in Nederland zal zijn verantwoording moeten nemen voor alle patiënten, aangezien deze zichzelf ‘onterecht’ verkeerd kan verwijzen.
Maarten Kok, SEH-arts, Haarlem
- Er zijn nog geen reacties