In paradisum deducant te angeli
Plaats een reactieVorige week kwam ik toevallig de dochter van een vroegere patiënte tegen. ‘Mijn moeder’, zei ze, ‘geloofde echt dat een engel haar naar de hemel kwam geleiden.’
In het verpleeghuis waar ik werk, weten de medewerkers sfeer te scheppen. Het is kersttijd: elk plekje in huis is bedekt met dennengroen, kerstballen of kunstsneeuw. Langs het wandelcircuit is een levende kerststal opgesteld. Tussen strobalen lopen twee schapen, bewaakt door de verzorger van de dierenweide die als herder is verkleed. Andere medewerkers spelen Josef en Maria. De grote aankleedpop van de activiteitenbegeleiding ligt in de kribbe. Soms – als een van de verzorgsters haar baby meeneemt – wiegt Maria een levend Christuskind in haar armen.
Mij is gevraagd engel te zijn. Ik krijg een lange japon van goudlamé met wijde mouwen. Op mijn rug zitten twee fraaie vleugels die boven mijn goudgekroonde hoofd uitsteken.
Mijn precieze rol in de stal is onduidelijk, maar ik zing kerstliederen, begeleid door de personeelsfunctionaris die zijn keybord heeft meegebracht.
Maar ik ben ook in functie. In mijn zak, onder de gouden japon, gaat mijn pieper. Een hoogbejaarde vrouw, roomskatholiek-van-de-oude-stempel, is bewusteloos geraakt. Ik haast me naar de afdeling. Zij is inmiddels op bed gelegd. Haar dochter zit naast haar. Ik controleer polsslag en bloeddruk. Een collaps, een vaso-vagale syncope? Of spelen de drie advocaatjes die ze achter elkaar heeft opgesmikkeld een rol?
Na een poosje slaat ze haar ogen op, kijkt me verwonderd aan en stamelt: ‘oh, de engel komt me halen en brengt me naar de hemel’.
Josien Zimmerman, voormalig verpleeghuisarts
Rubriek lezersbijdragen | De vier elementen
Naar de eindejaarsglossy over de vier elementen »»
- Er zijn nog geen reacties