‘En wat doen we met háár?’
3 reactiesDe dienst begint met een schouw. Een langverwacht overlijden van een hoogbejaarde man. Nadat ik de dood officieel heb vastgesteld en de formulieren zijn ingevuld loop ik, samen met de thuiszorgmedewerker, richting de voordeur. Een man van middelbare leeftijd staat nog steeds in de gang te bellen. Termen als ‘equity risk’ en ‘key content’ maken duidelijk dat het niet de begrafenisondernemer is die hij aan de lijn heeft. ‘Eén momentje,’ zegt de man snel in de telefoon als hij mij ziet. Terwijl hij één hand over de telefoon houdt knikt hij naar de woonkamer. ‘En wat doen we met háár?’
In een grote stoel bij het raam zit de hoogbejaarde demente echtgenote van de zojuist overleden man. Ik loop naar haar toe. Ze kijkt glimlachend naar mij op en vervolgens weer naar buiten. Ik volg haar blik. Buiten vliegen kleine vogeltjes af en aan terwijl ze zich laven aan bakjes met vogelvoer. De thuiszorgmedewerker is mij gevolgd en legt liefdevol een hand op de schouder van de vrouw. ‘We hebben de afgelopen tijd 24-uurszorg mogen geven aan haar terminale man maar letten ook op haar. Vroeger deed haar man dat altijd.’ Ik knik naar de man die alweer druk aan het bellen is: ‘En hij?’ ‘Het echtpaar had zelf geen kinderen. En dat is schijnbaar een neef.’ Fluisterend: ‘Maar ik heb hem nooit gezien toen meneer nog leefde.’
Bij het raam zit de demente echtgenote van de zojuist overleden man
Ik vraag de neef te komen. Geïrriteerd beëindigt hij zijn telefoongesprek. ‘Wat is er voor haar afgesproken?’, vraag ik hem. ‘Dat weet ik allemaal niet hoor, maar ze kan hier niet blijven.’ Hij vervolgt poeslief: ‘Jij kunt een bed in een verpleeghuis regelen geloof ik hè?’ Voordat ik kan antwoorden duwt hij zijn telefoon dwingend onder mijn neus. Daarop een website van de zorgverzekeraar: ‘In geval van crisis zal uw huisarts op zoek gaan naar een geschikte crisisplek.’ Hij wil alweer weglopen, maar ik houd hem tegen. ‘Luister, het overlijden van je oom zat er al maanden aan te komen. Hier is dus geen sprake van een onverwachte crisissituatie. Is er dan niks geregeld voor je tante?’
Gelukkig komt de thuiszorgmedewerker met het verlossende woord: ‘Ze staat op de wachtlijst voor een verpleeghuis hier vlakbij.’ Ik kijk haar dankbaar aan en bel het verpleeghuis. Daar is wonder boven wonder plek en de vrouw kan na het weekend verhuizen. Ik vertel het aan de neef, maar die is minder enthousiast. ‘Je bedoelt dat ík voor haar moet gaan zorgen dit weekend? Bij haar blijven slapen? Haar luiers verschonen?’ De neef trekt zijn bovenlip omhoog. ‘Ik ben niet haar zoon hoor, ik ben een neef.’ Ja, en de erfgenaam, denk ik, maar ik slik het in.
De neef is alweer verder gaan bellen in de kamer ernaast. Ik leg mijn hand even op de hand van de demente vrouw en samen kijken we naar de vogels. Een klein vogeltje wordt steeds weggejaagd door een grote vogel. ‘De natuur is wreed hè?’, zegt de vrouw. ‘Ja’, zeg ik, terwijl ik probeer een brok in mijn keel weg te slikken, ‘dat is die zeker’.
Meer van Danka Stuijver
Amnon Weinberg
Specialist Ouderengeneeskunde, Dementie Zorg en Palliatieve Zorg, ZBVO, Amersfoort
Een herkenbaar praktijkvoorbeeld dat oprechte gevoelens opwekt. In de mensenwereld is de natuur helaas vaak wreder dan in de dierenwereld. Het gaat in deze casus alleen veel verder dan een oordeel over een familielid dat zich om wat voor reden dan oo...k niet betrokken voelt en mogelijk niet betrokken was en werd. Hier wordt het falen van maatschappelijke zorg voor mensen met dementie en hun naasten feilloos blootgelegd.
Dementiezorg is anticiperende zorg en vraagt om de principes van palliatieve zorg. Het begint bij tijdige diagnosestelling, gevolgd door persoonsgerichte (integrale) zorg waarin het proces van Advance Care Planning (proactieve zorgplanning) leidend is. Het gesprek met het patiëntsysteem over de toekomstscenario's, over wat voor hen belangrijk is om in het zorg en behandelbeleid af te spreken en vervolgens de dynamische coördinatie in de casemanagementfase; dát voorkomt deze casuïstiek.
Gelukkig wordt dit onderkend. Dementie voor Elkaar, waarin de Zorgstandaard Dementie met regionale implementatie, de Nationale Dementiestrategie van VWS; deze zijn er allemaal op gericht om de volledige patiëntreis vanuit diens perspectief optimaal te laten verlopen. Speerpunten zijn daarbij de samenwerking tussen organisaties en vooral professionals landelijk en regionaal.
De familie en de huisarts hoeven er dus niet alleen voor te staan. Casemanagers en specialisten ouderengeneeskunde zijn hier gelijkwaardige partners om multidisciplinaire zorg te verlenen.
De juiste zorg en expertise op het juiste moment op de juiste plaats. Dat is de uitdaging die je je helaas vaak pas realiseert als je er zelf voor staat met een familielid.
Laten we dus als professionals niet te snel een oordeel vellen als we onze eigen zaakjes nog niet op orde hebben.
Sandra van Loon
Huisarts, Hoogland
Prachtig beschreven Danka, complimenten!
Jooske Bonda
waarnemend huisarts, Den Haag
mooie ontroerende observatie. Een dilemma ook, want het liefst had je die man door de plee gespoeld. Niet je te laten leiden door je oordeel, maar je ook niet voor het karretje laten spannen. En aandacht te hebben voor de weerloze, die je iets terug ...heeft gegeven, een glimlach, háár observatie.
Zo kan ons werk vervullend zijn.