Zwarte ijsberen en verdronken zeemannen
Plaats een reactieZwarte ijsberen zijn extreem schuw. Zo schuw dat ze doodgaan van schrik als er maar een kleine kans is dat ze gezien worden. Dat heeft ervoor gezorgd dat ze zich ontzettend goed kunnen verbergen. Evolutionair is dat ook wel te begrijpen, want zwarte ijsberen die zich niet zo goed konden verbergen stierven steeds van schrik.1 Heeft iemand ooit een zwarte ijsbeer gezien? Nee? Kun je nagaan hoe goed ze zich kunnen verbergen. Zo goed dat ze nog nooit zijn waargenomen.
Zo is er ook nog nooit een zeeman waargenomen wiens gebed om gered te worden als zijn schip in nood was niet is verhoord. Maar dat betekent niet per se dat er geen zeeman is die ondanks hartstochtelijk bidden toch verdronk. Maar die kan het niet navertellen.
Wat is wetenschappelijk te zeggen over de vraag of zwarte ijsberen en ondanks bidden verdronken zeemannen bestaan? Er is geen evidentie dat ze wél bestaan. Maar of ze niet bestaan is niet te zeggen. Wetenschap zal nooit zeggen dat iets niet bestaat. Iets wat je niet ziet kan best bestaan. Voor zwarte ijsberen lijkt me dat onwaarschijnlijk en voor ondanks bidden verdronken zeemannen juist zeer waarschijnlijk. Maar hoe zit het met het voortbestaan na de dood? Is dat zo waarschijnlijk als een zwarte ijsbeer of als een verdronken zeeman? Ik hoop het laatste, maar ik weet het niet zeker. Als we ons brein zijn, dan zijn we er niet meer als ons brein ermee ophoudt. Ik vind dat geen prettige gedachte. Af en toe val ik Dick Swaab lastig, als ik meen wel een soort evidentie voor een geestelijke wereld gevonden te hebben. Zo stuurde ik hem deze foto:
Dat er bevers bestaan die bomen vellen en de manier waarop ze dat doen, lijkt me evolutionair niet makkelijk te verklaren. Er spreekt een zekere intentionaliteit uit, vind ik. Swaab was niet onder de indruk. Ook niet van mijn redenatie dat bewustzijn nodig is om van geest en stof te spreken. Het bewustzijn is er eerst. Dus niet de stof produceert de geest, maar andersom. Swaab ging er niet in mee. ‘Er was eerst stof en daarna kwam het bewustzijn’, zei hij. Ik moet erkennen dat ik ook niet zeker weet of het bewustzijn wetenschappelijke evidentie is voor het bestaan van een geestelijke wereld. De visie van Dick Swaab dat we ons brein zijn, wordt nogal eens afgedaan als te simpel, maar eenvoud is vaak het kenmerk van het ware.2 Ik kan er niet omheen dat aard en inhoud van het bewustzijn in heel hoge mate correleren met de staat van de hersenen. Bovendien zit je met het probleem dat de materie van je hersenen aan natuurkundige wetten zal voldoen. Hoe wurm je daar dan nog invloed van een geestelijke wereld tussen zoals een vrije wil? En toch: weten doe ik het niet, maar ik neig meer naar geloof in een geestelijke wereld, een vrije wil en een voortbestaan na de dood. We weten nog lang niet alles en ‘wat bij mensen onmogelijk is, is mogelijk bij God’.
Eén ding is zeker. Je zult nooit teleurgesteld raken in een geloof in het hiernamaals. Want als het er onverhoopt niet is, dan ben jij er ook niet om dat vast te stellen.
voetnoten
1. Dan verliezen ze ook in een klap hun zwarte kleur. Daarom vind je ook geen dode zwarte ijsberen.
2. Wat overigens voor de kwantummechanica niet geldt. ‘Als je de kwantummechanica begrijpt, dan heb je de kwantummechanica niet goed begrepen’, zei de beroemde natuurkundige Richard Feynman.
Meer van Menno Oosterhoff- Er zijn nog geen reacties