Van drie K’s naar drie W’s?
2 reactiesDit jaar op de chirurgendagen werd een voor mij nieuw acroniem gelanceerd: de drie K’s: kruk zitten, koffie halen en kop houden. Deze afkorting werd genoemd door coassistenten in een enquête over wat ze vooraf verwachten van hun coschap heelkunde. De spreekster Begüm Pekbay voegde er nog een vierde K aan toe: klemmen vasthouden. Gelukkig waren de uitkomsten van de enquête dat hun negatieve vooroordelen na hun coschap ten positieve zijn bijgesteld en dat maar liefst de helft chirurg wil worden. Maar het is verontrustend dat ze starten met dit beangstigende idee over het coschap.
Ik geef zelf het introductiecollege van het coschap heelkunde voor alle co’s in onze regio en probeer het al sinds een paar jaar te benoemen: ‘velen van jullie zijn “bang gemaakt” voor dit coschap. Jullie hebben in de bachelor communicatieonderwijs gehad met als voorbeeld een boze chirurg en hoe daarmee om te gaan. Er gaan verhalen de ronde over botte chirurgen en instrumenten die door de ok vliegen. Ik kan jullie geruststellen: het valt mee…’ Waarop meestal een zucht van verlichting door de zaal gaat.
Maar ik blijf het verontrustend vinden dat wij als chirurgen niet van dit imago afkomen. Dat ik van bijna 90 procent van de co’s na hun coschap te horen krijg ‘dat het meeviel’. Dat kan alleen als je een schrikbeeld voor ogen had. En juist zo’n schrikbeeld maakt dat je je niet veilig voelt, niet goed kan leren en geen vragen durft te stellen.
In onze wekelijkse ‘keek op de week’ bespreek ik met de co’s onderling wat het leukste was wat ze die week hebben gedaan, waarvan ze het meeste hebben geleerd en of ze nog tips hebben voor hun medeco’s. Ik start regelmatig met de vraag: ‘En wie van jullie is deze week neergesabeld omdat ‘ie een vraag stelde? Oh, weer niemand. Dus het kon gewoon, vragen stellen?’
Ik geloof dat het van twee kanten moet komen: wij als artsen moeten de co’s ruimte en vertrouwen geven. Het zijn intelligente jonge professionals die veel zelf kunnen als we ze de kans geven. En de co’s moeten die ruimte (durven) pakken.
Mijn collega Jelle Tichelaar en zijn team hebben dit ‘vertrouwen’ gegoten in een prachtig initiatief: de studentenpoli’s. Poli’s waar uiteenlopende patiënten met hun (soms ingewikkelde) verhalen komen, waar de studenten uitgebreid de tijd krijgen om dit tot op de bodem uit te zoeken en al doende veel leren over patiënt-dokterinteracties. Een poli met tevreden supervisoren die veel graaftijd wordt bespaard en blije patiënten die veel tijd en aandacht krijgen van de jonge dokters (in spe). En dit alles gebaseerd op vertrouwen: vertrouwen dat die jonge welwillende collega dolgraag het beste uit zichzelf wil halen, de beste dokter wil worden. Hier geen drie of vier K’s, maar drie W’s: win-win-win: voor de co, de dokter en de patiënt.
A.T. Veenema
Verslavingsarts, Sneek
Ook al is mijn ervaring al ruim 20 jaar oud, wellicht speelt dit nog steeds: ik heb in 2 ziekenhuizen co-schap chirurgie gedaan. In de eerste werd het schrikbeeld bevestigd, in de tweede belandde ik in een warm bad. Blijkbaar maakt het per ziekenhuis... en per afdeling nogal uit. Ik hoop van harte dat dit inmiddels niet meer het geval is.
J.M. Keppel Hesselink
arts-farmacoloog, Bosch en Duin
Dat komt allemaal door de hoogleraar algemene chirurgie Prof.dr. P. Wittebol (1923 - 2009)l uiteraard weten we.... De historische instrumenten gooier in de Utrechtse OKs. Een maal een mythe, altijd een mythe. En toen ik Co was werd ik ook veelal afg...eknepen door de locale chirurg in het Zeister ziekenhuis, zoals in de 4 Ks. Ik weet nog goed dat hij me de eerste dag na mijn te gekke neurologie stage tijdens het handen wassen vroeg naar de 3 typen van enkelbreuken. Ik was dat natuurlijk helemaal kwijt van de weeromstuit en toen is het nooit meer goed gekomen. 2 maanden zwoegen aan de klemmen. Kop houwen. Koffie halen. Necrotectomie bij een ernstige verbranding als straf, en uren korstjes pulken. Dus de historische wortelen van de schrik voor het chirurgie Co schap zitten diep!